4 juni 2022

5 actiepunten voor de horeca-ondernemer

Categorie: Horeca-recht

Voor de horeca verandert regelmatig regelgeving. In deze blog bespreken we vijf aandachtspunten voor de horeca-ondernemer: de nieuwe Alcoholwet, de horeca-exploitatievergunning, contracten voor horecapersoneel, arbeidsomstandigheden en contracten met onder andere leveranciers en verhuurder.

1. Voldoet uw horecazaak aan de nieuwe Alcoholwet?

Op 1 juli 2021 is de Alcoholwet in werking getreden. De belangrijkste wijzigingen lees je hier. De wet geeft de gemeente ook mogelijkheden een aantal typische horecakwesties nader te regelen in de lokale verordening. Controleer daarom ook eventuele aanpassingen van de horecaverordening (soms ook geregeld in de APV) op de website van de gemeente. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld een alcoholoverlast gebied aanwijzen waar striktere regels gelden. Dat kan ook tot weigering of nadere voorwaarden aan de vergunning leiden. Ook de ventilatie-eis uit het Bouwbesluit gaat gelden voor een horecaruimte. Voor bestaande bouw geldt 2,12 dm3/s per persoon. Het is zinvol een deskundige dit te laten controleren en zo nodig maatregelen te treffen voor voldoende ventilatie. Meer over inrichtingseisen voor de horeca lees je hier.

2. Voldoet u nog alle de voorwaarden van de horeca-exploitatievergunning?

De exploitatievergunning gaat over de exploitatievorm van het horecabedrijf (dagzaak, avondzaak of nachtzaak), de openingstijden en een eventueel terras. Er is een exploitatievergunning horecabedrijf nodig als klanten direct eten en drinken bij u in de horecazaak kunnen consumeren. Het gaat dus om horecazaken, maar ook om kantines bij sportverenigingen of fitnessruimten. Met een exploitatievergunning voor een horecazaak heb je nog geen toestemming om alcoholhoudende dranken te mogen schenken. Daarvoor is een Alcoholwetvergunning nodig die ook bij de gemeente aangevraagd moet worden.

Wijzigingen van de bedrijfsvoering van een horecabedrijf moeten bij de gemeente gemeld worden. Als de ondernemings­vorm van uw horecazaak verandert als u van bijvoorbeeld een eenmanszaak naar een BV wilt overgaan, dat moet dat gemeld worden aan de gemeente. Soms moet de exploitatievergunning dan opnieuw aangevraagd worden. Ook wanneer de horecaonderneming wordt overgedragen bij een aandelenoverdracht moet dat gemeld worden. De nieuwe eigenaar moet opnieuw een vergunning aanvragen en zal doorgaans een Bibob-formulier moeten invullen voor de Bibob procedure. De nieuwe eigenaar moet onder meer aantonen hoe hij aan zijn startkapitaal c.q. financiering komt.

Als je een kansspelautomaat in de horecazaak wilt plaatsen (maximaal 2), dan is daarvoor een kansspelvergunning nodig.

Vraag ook een (nieuwe) vergunning aan als:

  • de huidige exploitatievergunning verloopt;
  • de rechtsvorm van de horecazaak verandert;
  • je een terras wilt starten of een terras wilt uitbreiden;
  • het horecabedrijf nieuwe activiteiten gaat uitvoeren.

3. Zijn contracten horecapersoneel conform de Horeca-CAO?

In de collectieve arbeidsovereenkomst Horeca (hierna: Horeca-CAO) hebben de betrokken werkgeversverenigingen en vakbonden afspraken gemaakt over de arbeidsvoorwaarden van het personeel binnen de horeca branche. Op dit moment is de CAO algemeen verbindend verklaard. Dat betekent dat iedere horecaondernemer die onder de werkingssfeer valt, verplicht is om tenminste de arbeidsvoorwaarden uit de Horeca-CAO toe te passen op zijn personeel. Hiervan is kortgezegd sprake indien de loonsom uit de horeca-activiteiten meer dan 50% van de totale loonsom binnen de onderneming is. Een aantal belangrijke verplichtingen uit de CAO zijn:

  • Functie en salaris: In de CAO worden functieschalen gehanteerd, met daaraan gekoppelde salarisschalen. Dit zijn de salarissen die minimaal aan de werknemers moeten worden uitbetaald.
  • Compensatie en toeslagen: In de CAO staat vermeld wanneer werknemers recht hebben op een compensatie voor overwerk of aanvullende toeslagen, bijvoorbeeld als in de nacht wordt gewerkt of een werknemer wordt ingedeeld voor een beschikbaarheidsdienst.
  • Oproepkrachten: In de horeca wordt veel gebruik gemaakt van oproepkrachten. Hiervoor zijn (deels) bijzondere regels opgenomen in de CAO. Een oproepkracht moet onder meer uiterlijk 24 uur voor een dienst worden opgeroepen. Wordt deze termijn overschreden, dan is de oproepkracht niet verplicht om te komen. Wordt een dienst binnen 24 uur voor aanvang daarvan geannuleerd of gewijzigd, dan heeft de oproepkracht (ook) recht op het salaris over de oorspronkelijk ingeplande dienst. Enkel in geval van seizoenswerk ligt dat soms anders. Heeft een oproepkracht vervolgens 12 maanden bij de horecaondernemer gewerkt, dan moet aan de oproepkracht een aanbod worden gedaan voor een vaste arbeidsomvang gelijk aan het gemiddeld aantal uren dat in de periode van 12 maanden daarvoor is gewerkt.
  • Loon bij ziekte: In geval van arbeidsongeschiktheid heeft een werknemer recht op 95% van het salaris gedurende het eerste jaar en 75% van het salaris gedurende het tweede jaar. Dit percentage is hoger dan het wettelijk minimum van 70% gedurende twee jaar.

Indien een horecaondernemer onterecht niet de arbeidsvoorwaarden uit de Horeca-CAO toepast, kunnen werknemers dit met terugwerkende kracht (in beginsel tot vijf jaar) alsnog claimen. Daarmee kan een horecaondernemer onverwacht voor hoge kosten komen te staan. Om die reden is het van belang na te gaan of de arbeidsvoorwaarden van toepassing binnen de onderneming in lijn zijn met de Horeca-CAO.

Pensioen horecapersoneel

Binnen de horecabranche bestaat naast de Horeca-CAO ook het verplicht gesteld Bedrijfstakpensioenfonds Horeca (Bpf Horeca). Iedere horecaondernemer die onder de werkingssfeer van het pensioenreglement valt, is verplicht om zich bij Bpf Horeca aan te sluiten voor het pensioen van zijn werknemers. Ook hiervoor geldt dat een ondernemer onder de werkingssfeer valt als de loonsom uit de horeca-activiteiten meer dan 50% van de totale loonsom binnen de onderneming is.

Is een horecaondernemer onterecht niet aangesloten, dan kunnen zowel Bpf Horeca als de individuele werknemers aansluiting afdwingen en schade claimen. Anders dan bij het afdwingen van arbeidsvoorwaarden uit de Horeca-CAO, kan daarbij verder terug worden gekeken dan een periode van vijf jaar. In sommige gevallen wordt zelfs teruggekeken tot het moment dat aansluiting voor de horeca ondernemer verplicht werd. Daarbij komt dat de geleden schade vaak hoger is dan enkel het bedrag aan pensioenbijdrage dat ten onrechte niet is afgedragen, omdat wordt gekeken naar het bedrag dat de werknemer aan pensioen had kunnen ontvangen – zou de pensioenbijdrage wel zijn afgedragen. Kortom, het is voor de horeca ondernemer van groot belang zich tijdig aan te sluiten bij Bpf Horeca.

4. Voldoet uw zaak aan regels voor arbeidsomstandigheden?

Binnen iedere organisatie is de werkgever verantwoordelijk voor een veilige werkplek voor haar werknemers. Dit geldt dus ook in de horeca. In het algemeen geldt dat rekening moet worden gehouden met de specifieke risico’s en omstandigheden die de aard van het werk met zich meebrengen. De Inspectie SZW heeft hiervan een inventarisatie gemaakt. In deze inventarisatie worden onder meer fysieke belasting (lang staan) en geluid (uitgaansgelegenheden en evenementen) als bijzonder risico genoemd.

Iedere horeca ondernemer moet de specifieke risico’s inventariseren in een Risico-inventarisatie & evaluatie (RIE) en op basis daarvan zodanige maatregelen treffen dat een veilige werkomgeving zoveel mogelijk wordt gegarandeerd. Binnen de branche zijn verschillende instrumenten ontwikkeld die kunnen worden gebruikt bij het in kaart brengen van de risico’s. Voorlichting aan het personeel en een ziekteverzuimbeleid kunnen bijvoorbeeld een belangrijk onderdeel van de maatregelen uitmaken. De RIE en de maatregelen dienen vervolgens regelmatig te worden geëvalueerd, om op die manier continu te monitoren of aanpassing van het Arbobeleid noodzakelijk is. Lees hier meer hoe de horecawerkgever om moet gaan met arbeidsomstandigheden.

5. Zijn contracten met leveranciers, verhuurder, de bank en andere partijen nog marktconform?

Contracten met horecaleveranciers zijn soms goed dichtgetimmerd door de leveranciers. In tijden dat de omzet laag is en vooruitzichten onzeker kan het nodig zijn  het contract te herzien. De coronamaatregelen zijn een onvoorziene omstandigheid die voldoende reden is het contract open te breken en opnieuw aan tafel te gaan zitten met de leverancier. Deze dient in redelijkheid mee te werken aan wijziging van het contract wegens onvoorziene omstandigheden.

Wees voorzichtig met verplichtingen om minimaal bepaalde hoeveelheden af te nemen (afnamebeding) in onzekere tijden. Prijsverhogingen moet je zeker niet klakkeloos accepteren; bekijk goed of een prijsverhoging verdedigbaar is en redelijk. Lees hier over het recht van de huurder van horecaruimte om huurverlaging te eisen.

Hetzelfde kan ook spelen bij een  financieringsovereenkomst met de bank of brouwerij. Ook bij een dergelijke overeenkomst kan sprake zijn van een onvoorziene omstandigheid die met zicht meebrengt dat de financieringsvoorwaarden aangepast moeten worden. De eerst stap is om de contractpartij te melden dat je in gesprek wil over het contract.

Advies voor horeca-ondernemers van de Hospitality desk

De Hospitality Desk van Blenheim adviseert en procedeert voor horeca-ondernemers. Wij zijn er om de zorgen over deze vraagstukken bij u weg te nemen en voor u op te lossen. Onze klanten mogen verwachten dat we helder, voortvarend adviseren en oplossingsgericht werken. Zodat u, wat er ook gebeurt, gewoon door kan met ondernemen. We denken graag met u mee en adviseren pro actief zodat u achteraf niet voor verrassingen komt te staan. Dit doen wij graag tegen scherpe tarieven en duidelijke afspraken. We leveren graag maatwerk en werken met een passend tarief. Daar lees je hier meer over.