14 mei 2012

Advocaat bespreekt rectificatie bij onrechtmatige publicatie

Categorie: Intellectueel eigendomsrecht

Het feit dat een beschuldiging onvoldoende steun vindt in concreet feitenmateriaal, is een maatstaf voor de onrechtmatigheid ervan. Civielrechtelijk kan er dan actie ondernomen worden door de advocaat. De strafrechtelijk kant wordt hier niet besproken. De advocaat kan in kort geding een verbod of rectificatie vorderen.

Bij de vraag of een bepaalde beschuldigende publicatie rechtmatig is, wordt een afweging gemaakt tussen enerzijds het belang dat misstanden niet onbekend blijven en anderzijds het belang dat individuele burgers niet lichtvaardig worden blootgesteld aan verdachtmakingen.

Criteria

Bij de belangenafweging wordt uitgegaan van de volgende criteria zoals door de HR geformuleerd in NJ 1984/801:

a. de aard van de gepubliceerde verdenkingen en de ernst van de te verwachten gevolgen voor degene op wie die verdenkingen betrekking hebben;
b. de ernst – bezien vanuit het algemeen belang – van de misstand welke de publicatie aan de kaak beoogt te stellen;
c. de mate waarin ten tijde van de publicatie de verdenkingen steun vonden in het toen beschikbare feitenmateriaal;
d. de inkleding van de verdenkingen, gezien in verhouding tot de onder a tot en met c bedoelde factoren;
e. de mate van waarschijnlijkheid dat, ook zonder de verweten publicatie via de pers, in het algemeen belang het nagestreefde doel langs andere, voor de wederpartij minder schadelijke wegen met een redelijke kans op spoedig succes bereikt had kunnen worden;
f. een mogelijke beperking van het door de perspublicatie te veroorzaken nadeel voor degene die erdoor wordt getroffen, in verband met de kans dat het betreffende stuk, ook zonder de verweten terbeschikkingstelling aan de pers, in de publiciteit zou zijn gekomen.

Toevoeging Rechtbank Arnhem

De Rechtbank Arnhem (16-03-2005) voegt hier aan toe:
Deze opsomming is niet limitatief; zo speelt in dit geval ook een rol het gezag dat derden aan [gedaagde] zullen toekennen vanwege diens lidmaatschap van provinciale staten én de maatschappelijke positie van de bestuurders en ambtenaren over wie de uitlatingen zijn gedaan. De opgesomde omstandigheden wegen evenmin allen even zwaar. Van groot belang is steeds wel de juistheid van de geuite beschuldigingen.

Dit betekent dat, om van onrechtmatige publicatie te kunnen spreken, wetenschap van de onjuistheid van de beschuldigingen of opzet om een persoon te beschadigen niet hoeft te worden aangetoond. Een advocaat kan in kort geding een verbod of rectificatie vorderen. Aantoonbare schade kan op de veroorzaker verhaald worden.