11 juli 2011

Koop onroerend goed: 10% boete bij wanprestatie; advocaat bespreekt uitspraak

Categorie: Vastgoedrecht

Soms loopt het helemaal fout bij verkoop van een woning. Een advocaat wordt in geschakeld. Het huis wordt niet geleverd en de koper zal de overeenkomst kunnen ontbinden. Doorgaans staat er een boeteclausule van 10% in de koopovereenkomst. Die boete is verschuldigd als een van de partijen nalatig is.
De schade kan echter groter zijn dan 10% van de koopsom. In de zaak LJN: BR0257, Rechtbank Zwolle, 172883 werd die meerdere schade dan 10% door de rechter afgewezen.

Beoordeling boetebeding koopcontract in rechtszaak tegen verkoper

De rechter vond dat in strijd met de redelijkheid en billijkheid omdat de benadeelde (professionele) koper zelf een beroep deed op de marktomstandigheden – zijn oorsprong vindt in de effecten van de huidige economische/financiële crisis en de malaise op de huizenmarkt, het om consumentenkoop ging en de koper bedrijfsmatig handelde.

Schade koper boven 10% boete door rechter afgewezen

Citaat uit de uitspraak: “Voor zover sprake zou zijn van aan verkoper toerekenbare schade die uitgaat boven gemeld bedrag ad EUR 61.643,12 acht de rechtbank het namelijk onaanvaardbaar dat dit meerdere ook ten laste van koper zou kunnen worden gebracht. Tussen partijen is immers in confesso dat bedoeld nadeel – verkoper doet in dit verband ook zelf een beroep op de marktomstandigheden – zijn oorsprong vindt in de effecten van de huidige economische crisis en de malaise op de huizenmarkt. Dit zo zijnde, gaat het naar het oordeel van de rechtbank niet aan om die nadelige effecten integraal op verkoper af te wentelen. Weliswaar heeft verkoper een bedrijf in hypotheken, verzekeringen, pensioenen en financiële planning en is [B] van beroep advocaat, dat laat onverlet dat het in dezen gaat om een consumenten-koop, terwijl koper hier bedrijfsmatig handelt. Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is het aldus in het onderhavige geval onaanvaardbaar om de geclaimde aanvullende schade bij verkoper in rekening te brengen en het beroep van Bemog op de betreffende contractuele bepaling faalt op die grond. Ook op de voet van artikel 6:109 BW komt de rechtbank tot de slotsom dat eventuele schade boven de boete ad EUR 61.643,12 niet door verkoper- die aan gemelde, ten tijde van het aangaan van de overeenkomst onvoorziene, marktomstandigheden part noch deel heeft -doch door koper als ondernemersrisico dient te worden gedragen.”