21 februari 2023

Klacht tegen ambtenaar en overige procedures tegen onbehoorlijk handelen overheid

Categorie: Bestuursrecht

In deze blog wordt stilgestaan bij de mogelijkheid om actie te ondernemen tegen ambtenaren c.q. de gemeente voor onrechtmatig handelen van ambtenaren en wethouder(s). Een ambtenaar gaat zijn boekje weleens te buiten en kunnen daar op aangesproken worden. Ambtenaren zijn gebonden aan regels voor integriteit. Tegen onbehoorlijk handelen van een ambtenaar kan een klacht ingediend worden, waar een advocaat u bij kan helpen. Als de overheid schade veroorzaakt dan kan door uw advocaat schadevergoeding gevorderd worden.

Civielrechtelijke aansprakelijkheid van een ambtenaar

Persoonlijke aansprakelijkheid van een ambtenaar is zeldzaam. Art. 9:1 Awb bepaalt dat een gedraging van een persoon, werkzaam onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, wordt aangemerkt als een gedraging van dat bestuursorgaan. Dat betekent dat het meest voor de hand ligt de gemeente aansprakelijk te houden of aan te spreken voor onrechtmatig handelen van wethouders en/of ambtenaren. Het onrechtmatig handelen van ambtenaren wordt immers aangemerkt als handelen van de gemeente als bestuursorgaan zelf. Bij de rechtbank kan daartoe een civiele procedure gestart worden.

Overige “klachtprocedures” en alternatieven i.v.m. onbehoorlijk optreden van ambtenaren

Bij iedere gemeente kan een klacht worden ingediend over gedragingen van ambtenaren en wethouders. De gemeente heeft dan de plicht om de gedane klacht behoorlijk af te doen. De gemeente heeft twee weken de tijd om de klacht te behandelen en af te doen op informele wijze. Wanneer dit niet leidt tot tevredenheid of er niet wordt ingestemd met de informele behandeling dan behandelt de gemeente de klacht formeel. Dit wil zeggen dat er een gesprek plaatsvindt en de klacht binnen zes weken zal worden behandeld.

Wanneer men niet tevreden is over de afhandeling door de gemeente kan hij de nationale ombudsman benaderen.

In de Ambtenarenwet 2017 zijn rechten en plichten van onder meer ambtenaren die bij gemeenten werken vastgesteld. De overheidswerkgever moet een integriteitsbeleid voeren dat gericht is op het bevorderen van goed ambtelijk handelen, waarbij aandacht besteed moet worden aan misbruik van bevoegdheden, belangenverstrengeling en discriminatie. Ambtenarenrecht en/of ‘regeling ambtelijke integriteit van de gemeente’ biedt alleen de gemeente (als werkgever) de mogelijkheid om disciplinair te straffen.

Een rapport van de ombudsman kan daar overigens wel aan bijdragen.

Integriteitregels voor ambtenaar

Een ambtenaar dient zich als goed ambtenaar te gedragen, de basiswaarden hiervan zijn: actief, open en integer. Zoals hierboven vermeld heeft iedere gemeente een integriteitsbeleid. Voorbeelden van integriteitsschendingen die in een integriteitsbeleid voorkomen zijn: belangenverstrengeling, manipulatie van of misbruik informatie, misbruik van bevoegdheden of positie, onverenigbare functies.

Een voorbeeld van een integriteitsbepaling bij gemeentes is; begrip integriteit: de mate waarin medewerkers zich, in contacten, oprecht, onkreukbaar en rechtsschapen gedragen. Tevens mag het ambt nooit in diskrediet worden gebracht en mag de betreffende medewerker geen verplichtingen aangaan ten opzichte van iedere burger, organisatie of instelling anders dan in puur functionele zin. Wanneer de integriteit is geschonden betekent dat plichtsverzuim, en kan disciplinair worden gestraft (berisping tot ontslag).

De overige artikelen zien op nevenwerkzaamheden, melding van financiële belangen en het aannemen van geschenken. Veel van de integriteitszaken gaan dan ook over (de schijn van) belangenverstrengeling.

Vooringenomen handelen door een ambtenaar

Het verbod op vooringenomenheid (2:4 Awb) is soms moeilijk aan te tonen, zonder dat je laat zien dat op enige wijze een persoonlijk belang meespeelt. Het gaat om ‘fair handelen’, ‘met open vizier tegemoet treden’ en ‘zonder aanzien des persoons’. Helaas in de rechtspraak niets gevonden waar belangenverstrengeling of schijn daarvan niet meespeelt.

De gemeenteraad controleert de uitvoering door het college van Burgemeester en Wethouders van het door hen vastgestelde beleid. Bij deze controlerende taak kan de gemeenteraad gebruik maken van een raadsenquête. Nadat de meerderheid van de gemeenteraad instemt met de raadsenquête wordt er een enquêtecommissie ingesteld waarna zij onderzoek doen naar het functioneren van het gemeentebestuur. Een voorstel tot een raadsenquête wordt gedaan door de raad. Dit is dus alleen een nuttig instrument als de raad dit aan de kaak wil stellen. Wanneer er sprake is van een ‘bevriende’ mede-ambtenaar is het de vraag of ze een voorstel tot een raadsenquête zullen doen.  (155a t/m 155f gemeentewet)

Er is een onafhankelijk integriteitsbureau: BING – Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten – maar ook die moet door de gemeente zelf worden ingeschakeld. Ze kunnen het hele reilen en zeilen onderzoeken, maar ook persoonsgericht onderzoek doen. N.a.v. het rapport kan weer worden overgegaan tot disciplinair straffen.

Ombudsman – extern klachtrecht tegen ambtenaar

Extern klachtrecht gaat over de behandeling van klachten tegen de overheid door een onafhankelijke externe partij. Dat is meestal en ombudsman of ombudscommissie. Burgers kunnen bij de ombudsman/-commissie klagen over de gedragingen van de overheid. Het is een zogenaamde tweedelijns voorziening. Alvorens een klacht in te kunnen dienen moet eerst aan het bestuursorgaan zelf de klacht worden voorgelegd. Als de uitkomst daarvan negatief is kan de klacht naar de ombudsman.

Een gemeente kan zelf of samen met andere gemeenten een eigen onafhankelijke ombudsman of ombudscommissie instellen. Een gemeente kan er ook voor kiezen zich aan te sluiten bij de Nationale Ombudsman. Dit externe klachtrecht is per 1 januari 2006 geregeld in de Wet extern klachtrecht.

De ombudsman gaat een stap verder dan een onderzoekscommissie van de gemeente zelf. Zoals op hun eigen website staat: “geen macht, wel gezag”.

Intern klachtrecht over gedrag ambtenaar

De regeling voor het interne klachtrecht in hoofdstuk 9 van de Awb geeft geen definitie van het begrip klacht. Ook de Wet extern klachtrecht omschrijft niet wat een klacht is. Volgens de wetgever is een definitie onwenselijk, omdat een omschrijving ook een beperking van het klachtrecht kan inhouden. Uitgangspunt is een ruim klachtbegrip.

Duidelijk is dat het gaat om iedere uiting van ongenoegen over overheidshandelen waartegen iemand een klacht wil indienen.

Een klachtprocedure is bedoeld om een rechtens niet-bindend oordeel te krijgen over het overheidshandelen. Bij een klachtbehandeling wordt getoetst of het betreffende bestuursorgaan zich correct heeft gedragen jegens de klager.

Op grond van hoofdstuk 9 Awb (artikel 9:12 in het bijzonder) moet de gemeente er op wijzen dat een verzoekschrift ingediend kan worden bij de ombudsman (en welke, en binnen welke termijn).

Strafrecht: tegen een ambtenaar die zich schuldig maakt aan een strafbaar feit kan aangifte gedaan worden. De overheid zelf doet bijna geen aangifte tegen ambtenaren wanneer zij zich schuldig maken aan zware integriteitsschendingen, zoals fraude, diefstal en corruptie.

Media-aandacht over klachtwaardig gedrag ambtenaren

Wanneer niets werkt, kan media aandacht worden gevraagd, zie bijvoorbeeld: uitspraak LJN: BD2201 over civiel aansprakelijkheid van een ambtenaar. Civielrechtelijk conflict met burger die ook wethouder is. Media aandacht gezocht.

Media-aandacht zoeken is niet onrechtmatig, te meer omdat hij vele andere stappen ervoor had doorlopen. Aangifte bij politie werd (en kon) niets mee (worden) gedaan, burgemeester en gemeenteraad aangeschreven zonder reactie, ook bij de ombudsman vond hij geen ingang, waarna hij pas naar de pers is gestapt. Na perspublicatie heeft de gemeente bureau BING ingeschakeld.

Een burger brengt zijn civielrechtelijk conflict met een wethouder van de gemeente in de openbaarheid en wijst op zijns inziens aspecten in het handelen van de wethouder welke niet integer zijn. De burger meent dat zo iemand geen wethouder zou mogen zijn. E.e.a. komt in de publiciteit een week voor de gemeenteraadsverkiezingen; de wethouder wordt niet herkozen. De wethouder vraagt een verklaring voor recht dat de burger onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld tevens vordert hij onder meer schadevergoeding waaronder het derven van inkomen als wethouder. De rechtbank meent dat de burger in de gegeven omstandigheid van het geval met voldoende zorgvuldigheid jegens de wethouder heeft gehandeld en wijst de vordering af. Deels omdat delen van de klachten van de burger juist lijken te zijn deels omdat de burger eerst op andere, niet zo’n openbare wijze, de aandacht heeft willen vestigen op het zijn inziens laakbaar gedrag. Pas toen niemand van de aangeschreven autoriteiten daarop in wilde gaan, heeft hij de openbaarheid van de pers gezocht.

Advocaat bestuursrecht helpt u bij het indienen van een klacht

Wilt u zelf een klacht indienen en heeft u daarbij juridische hulp nodig? Het bestuursrecht team van Blenheim staat voor u klaar!