Bij onteigening dient gemeente de schade volledig te vergoeden
Categorie: Bestuursrecht
De gemeente zal bij onteigening in eerste instantie trachten met de betrokkenen overeenstemming te bereiken. Als u overeenstemming bereikt over de prijs hoeft de onteigeningsprocedure niet gestart te worden. U advocaat kan voor u onderhandelen met de gemeente. Als het overleg tot niets leidt dan zal de gemeente starten met de bestuursrechtelijke procedure.
De gemeenteraad zal dan een besluit moeten nemen over de onteigening. Voor dat besluit is goedkeuring van de Kroon vereist (in een koninklijk besluit moet bepaald zijn welke onroerende zaken onteigend worden). Met de Kroon wordt bedoeld de regering, meestal een of meer ministeries.
Besluit onteigening gemeente
Het besluit tot onteigening ligt gedurende 4 weken ter inzage bij het gemeentehuis. Belanghebbenden kunnen hun zienswijze daartegen kenbaar maken. Na die termijn kan de gemeenteraad het besluit tot onteigening nemen. Het besluit zal dan ook ter goedkeuring voorgedragen worden aan de Kroon. Het besluit wordt dan opnieuw ter inzage gelegd. Degenen die tijdig hun zienswijze kenbaar hebben gemaakt bij de eerste ter inzagelegging kunnen nu ook bij de Kroon hun bedenkingen inbrengen. Daarna beslist de Kroon binnen 9 maanden bij koninklijk besluit. De Kroon gaat dan na of alle wettelijke regels in acht zijn genomen en beoordeelt of de onteigening terecht is. Alleen als de onteigening in het publiek belang is en noodzakelijk en urgent is wordt tot onteigening besloten.
Schadeloosstelling onteigening
Na het Kroonbesluit kan dan de gerechtelijke procedure aanvangen. De gemeente vordert daarin dat onteigend wordt. Het bedrag van de schadeloosstelling moet genoemd worden in de dagvaarding. De rechter zal beoordelen of aan alle formele vereisten van de bestuursrechtelijke procedure is voldaan. Zij benoemt een commissie van meestal 3 deskundigen, die een schadeloosstelling bepaalt. Dat gebeurt niet met betrekking tot de onroerende zaak waar overeenstemming over de schadeloosstelling is.
In de Onteigeningswet zijn wat uitgangspunten genoemd voor de schadeloosstelling. De deskundige moet in een rapport de gronden toelichten waarop de begroting van de schadeloosstelling berust.
Onteigeningswet en schadevergoeding
Het gaat om schadeloosstelling van alle schade die de eigenaar van de opstal rechtstreeks of noodzakelijk door het verlies van zijn zaak lijdt (40 OW). Het gaat om de werkelijke waarde (niet de denkbeeldige waarde die de zaak uitsluitend voor de persoon van de rechthebbende heeft). Uitgangspunt voor het bepalen van de werkelijke waarde is:
De prijs die tot stand zou zijn gekomen bij een veronderstelde koop in het vrije commerciële verkeer tussen de gemeente als redelijk handelend koper en de onteigende partij als redelijk handelend verkoper.
Alleen in bijzondere gevallen wordt voor de werkelijke waarde naar een andere maatstaf gekeken (40b OW).
Bij het bepalen van de schadeloosstelling wegens verlies van een onroerende zaak wordt geen rekening gehouden met voor- of nadelen, die zijn teweeg gebracht door het plan of het voornemen wat de gemeente heeft met betrekking tot de grond.(40c OW).
Schadevergoeding bij onteigening
Vergoed moet worden vermogensschade (de waarde van de opstal in het economisch verkeer), de eenmalige kosten zoals bijvoorbeeld verhuiskosten, herinrichtingskosten, advieskosten, inkomensschade (wordt doorgaans gekapitaliseerd met factor 10) en financieringsschade (bijvoorbeeld investeringskosten in verband met bedrijfsverplaatsing). De schadeloosstelling dient volledig te zijn.