25 juli 2012

Voorbeelden advocaat over opschorten betaling bij wanprestatie contractspartij

Categorie: Contractenrecht

Opschorting van betaling is mogelijk als de contractspartij de tegenverplichting niet nakomt. Om het opschortingsrecht te kunne gebruiken moet er wel voldoende samenhang zijn tussen de betaling (of andere prestatie) en de tegenprestatie.
Opschorting moet bij voorkeur schriftelijk medegedeeld worden met de reden waarom wordt opgeschort. Opschorting mag niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid zijn. Als een tekortkoming van ondergeschikte betekenis is, kan dat geen opschorting rechtvaardigen. Het volledig opschorten van een (betalings)verplichting als een nevenverplichting door de ander partij niet wordt nagekomen kan ook niet.

Niet volledig

Als een kleurentelevisie wel werkt ondank problemen met de kleuren dan betekent dat niet dat de koper betaling volledig mag opschorten: “ . . dat het niet behoorlijk functioneren van het toestel op zich zelf van voldoende gewicht is om de koper het recht te geven deswege nakoming van zijn verplichting tot betaling van de koopprijs op te schorten.” HR 4 maart 1977, NJ 1977, 337.

Voorbeeld opschorting

Voorbeeld Hof ‘s-Hertogenbosch (kort geding) 16 oktober 1991, NJ 1992, 222: het ging om een gehuurd apparaat dat nog niet geijkt was. ‘De hoofdverplichtingen van een verhuurder zijn in beginsel het leveren van het gehuurde en het verschaffen van het rustig genot daarvan zolang de huur duurt, waartegenover de betalingsverplichting staat. Vaststaat dat de leverancier voor ijking van de weger diende te zorgen. Het betreft hier een nevenverplichting, die in geval van niet-nakoming niet zonder meer opschorting van de huurbepalingen naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid rechtvaardigt. (…) Het gaat bij het ijken dus om een ondergeschikt punt in het geheel van de wederzijdse rechten en verplichtingen. “

Als de wederpartij als gedeeltelijk zijn verplichting is nagekomen geldt het volgende: ’Hoge Raad: ‘Dat krachtens de overeenkomst niet eerder betaald behoeft te worden, eer geleverd is, brengt mee dat de koper de betaling tot de levering mag opschorten. Het kan echter zijn dat in de gegeven omstandigheden de eisen van redelijkheid en billijkheid aan een beroep op de bevoegdheid tot opschorting in de weg staan. Indien reeds ten dele is gepresteerd, dient daarbij in het bijzonder te worden onderzocht – in de bewoordingen van art. 6:262 lid 2 – in hoeverre de tekortkoming de opschorting rechtvaardigt.’ (HR 7 mei 1993, NJ 1993, 406).