15 januari 2016

Recht buurman en vergunning

Categorie: Bestemmingsplan

Bij de vaststelling van bestemmingsplannen hoeft de planwetgever (de gemeenteraad) in beginsel geen rekening met civielrechtelijke belemmeringen in een notariële akte zoals een erfdienstbaarheid. Uitzondering op deze regel is indien een bestemmingsplan niet kan worden vastgesteld als een evidente privaatrechtelijke belemmering in de weg staat aan uitvoering van een bestemmingsplan. Op 22 januari 2014 kwam de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake een bestemmingsplan tot de uitspraak dat een splitsingsakte geen evidente privaatrechtelijke belemmering vormde die in de weg stond aan de uitvoering van het bestemmingsplan, omdat was gebleken dat de VVE al had ingestemd met het project waarop het plan betrekking had (ECLI:NL:RVS:2014:137).

Privaatrechtelijke recht en vaststelling bestemmingsplan

De Raad van State overwoog onder meer: in het kader van een bestemmingsplanprocedure staat ter beoordeling of een plan strekt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening en niet in strijd is met het recht. Voor het oordeel van de bestuursrechter dat een privaatrechtelijke belemmering aan de vaststelling en de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan in de weg staat, is slechts aanleiding wanneer deze een evident karakter heeft. De burgerlijke rechter is immers de eerst aangewezene om de vraag te beantwoorden of een privaatrechtelijke belemmering in de weg staat aan de uitvoering van een activiteit. De aanwezigheid van zakelijke rechten is in beginsel niet doorslaggevend. Dit is slechts anders indien evident is dat deze aanwezigheid aan de verwezenlijking van het plan binnen de planperiode in de weg staat en tevens vaststaat dat niet binnen de planperiode tot opheffing van het zakelijk recht zal worden overgegaan.

Recht in akte of erfdienstbaarheid en vergunning

Zodra de gemeente wordt geconfronteerd met privaatrechtelijke bezwaren in een vergunningenprocedure, bijvoorbeeld een civielrechtelijk recht uit een akte, zal zij eerst moeten kijken of bijvoorbeeld een afwijking van het bestemmingsplan onderdeel uitmaakt van de vergunningverlening. Is dit niet het geval, dan kan een privaatrechtelijke belemmering geen rol spelen. Wordt er wél een afwijking of ontheffing van het bestemmingsplan verleend, dan zal per geval moeten worden nagegaan of het een evidente belemmering voor in bouwplan betreft. Lees ook: vergunning wijziging bestemmingsplan.

Wijziging bouwplan wegen ander recht (privaatrechtelijke belemmering)

Is er daadwerkelijk sprake van een evidente belemmering, dan zou de aanvrager in de gelegenheid gesteld kunnen worden om de plannen dusdanig aan te passen, dat van evidente strijdigheid privaatrechtelijk niet langer sprake is. Dit laatste is raadzaam, omdat ook de bestuursrechter in een procedure bij het vaststellen van strijdigheid met een civielrechtelijk recht niet snel zelf in de zaak zal kunnen voorzien, en het bestuursorgaan een volledige heroverweging – eventueel aan de hand van aangepaste bouwplannen – zal moeten doen. Dan zou de bestuursrechter het besluit tot vergunningverlening moeten vernietigen en moet de vergunningsprocedure opnieuw doorlopen worden.