6 april 2017

Onderzoek toezichthouder bij derden

Categorie: Bestuursrecht, Handhaving

Een toezichthouder en inspectie doet regelmatig onderzoek. Een bestuursrecht advocaat kan adviseren over uw positie indien u benadert wordt door de inspectie, zonder dat u zelf verdachte bent. Medewerking aan inspectie onderzoek (art. 5:20 Awb) kan deze ook verlangen jegens derden, dat wil zeggen personen of bedrijven die niet zelf van overtreding van het mededingingsrecht worden verdacht. Voor de uitoefening van deze bevoegdheden is niet vereist dat deze derde ‘betrokken’ is bij overtreding van het mededingingsrecht. Evenmin is vereist dat voor onderzoek van de toezichthouder een concrete verdenking van overtreding van enig wettelijk voorschrift bestaat.

Grenzen bevoegdheid inspectie bij onderzoek

De grenzen van de genoemde bevoegdheden worden slechts gevormd door de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waaraan ook de toezichthouder gebonden is en het voorschrift van art. 5:13 Awb, dat bepaalt dat een toezichthouder van zijn bevoegdheden slechts gebruik mag maken voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is (het evenredigheidsbeginsel) dat ook reeds in art. 5:20 lid 1 Awb is verwoord.

Omslag onderzoek toezichthouder van informant naar verdachte

Een derde dient ook aan zijn eigen positie te denken ook als het onderzoek naar zeggen van de inspectie een andere partij betreft. Ook voor een derde geldt dat hij niet aan zijn eigen veroordeling hoeft mee te werken. Een informant kan op enige moment zelf ook verdachte worden. Overleg tijdig met uw advocaat over uw rechtspositie en uw zwijgrecht. Medewerking aan het inspectie-onderzoek gaat niet zover dat vragen of verzoeken van de inspectie beantwoordt hoeven te worden die er toe leiden dat de derde zelf verdacht wordt van een onderzoek door de toezichthouder.

Willekeur bij onderzoek inspectie toezichthouder

Art. 5:20 Awb biedt niet de mogelijkheid bij derden willekeurig gegevens op te vragen op basis waarvan dan vervolgens beoordeeld kan worden of er toezichthoudende bevoegdheden zullen worden ingezet. Als bijvoorbeeld nog niet bekend is of, en zo ja, tegen welke van de ondernemingen een vermoeden van overtreding van het kartelverbod bestaat, wordt er in strijd met het evenredigheidsbeginsel gehandeld door een lijst te verlangen van de opdrachtgevers van X binnen de sector waarop het onderzoek is gericht. Vraag bij twijfel tijdig advies van een bestuursrecht advocaat.