30 september 2022

Bezwaar maken tegen aanwijzing monument

Categorie: Monumentenrecht

De procedure tot aanwijzing als monument is doorgaans geregeld in de Erfgoedverordening van de gemeente. Deze erfgoedverordening zal door de advocaat ook gecontroleerd worden of deze wel zorgvuldig tot stand is gekomen. De erfgoedverordening verplicht het college er niet toe de eigenaar vooraf te informeren over het voornemen tot aanwijzing als monument, tenzij het monument bijvoorbeeld een religieuze bestemming heeft en uitsluitend of in overwegend deel wordt gebruikt voor de uitoefening van de eredienst. Voor het college van de gemeente bestaat vaak niet de verplichting om de eigenaar van het monument vooraf over de aanwijzing te informeren. Lees ook: aanwijzing gemeentelijk monument. Hieronder bespreek ik een voorbeeld waarin de eigenaar met succes bij de Raad van State in beroep ging tegen besluit aanwijzing monument.

Hoe bepaal je of pand een monument is?

In het kader van de Monumenteninventarisatie wordt voor een pand doorgaans een redengevende beschrijving opgesteld waarom het pand monument waardig zou zijn. Een puntentelling is een hulpmiddel bij de waardering van monumentale aspecten, maar daaraan komt geen zelfstandige waarde toe. Het betwisten van het voor aspecten toegekende aantal punten is dan ook op zichzelf niet voldoende om het daarop gebaseerde oordeel over de monumentwaardigheid te bestrijden. De puntentelling biedt inzicht in de mate waarin de beoordeelde aspecten hebben bijgedragen aan het oordeel dat het ensemble monumentale waarde bezit. Op die puntentelling of het advies bij de aanwijzing kan de advocaat bestuursrecht vaak de nodige kritiek uiten in de bezwaarprocedure. De reden daarvoor is dat nogal vaak subjectieve argumenten gehanteerd worden die niet altijd steekhouden zijn of een pand een monument zou moeten zijn. Het kan daarbij zinvol zijn om ook zelf een monumentendeskundige in te schakelen die een eigen beoordeling maakt over de monumentale waarde van het pand.

Advies over gemeentelijk monument

In deze zaak uit 2016 waarin de advocaat met succes bezwaar maakte tegen de aanwijzing tot monument was aan de orde waarom de monumentale waarden van het ensemble en de eigen monumentale waarden beschermd dienen te worden met een monumentale status. De oorspronkelijke indeling is nog afleesbaar aan de bouwsporen van de woningen die verwijderd zijn. Voorts is de gevelindeling van de kopgevels nog intact. De gepleisterde gevels zijn typisch voor de negentiende eeuw, etc. Is dat ensemble van gebouwen voldoende om alle gebouwen tot monument te maken? Is de status van beschermd stadsgezicht of dorpsgezicht dan niet passender?

Toetsing door de rechter van de aanwijzing tot monument

Volgens vaste rechtspraak van de Raad van State (bijvoorbeeld de uitspraak van 8 mei 2013 in zaak nr. 201207149/1/A2) heeft het college beoordelingsvrijheid bij het bepalen van de monumentale waarde van een onroerende zaak en beleidsvrijheid bij de vraag of een als monument beoordeelde onroerende zaak als beschermd gemeentelijk monument wordt aangewezen. De bestuursrechter toetst de invulling van deze beoordelingsvrijheid van de gemeente inzake monumenten en het gebruik van deze beleidsvrijheid in het concrete geval terughoudend. Het kan raadzaam zijn om in de procedure een second opinion van een monumentendeskundige in te brengen. Dat geeft de recht handvatten om ook de waarde te kunnen toetsen.

Rechter oordeelt over besluit aanwijzing monument

Met de redengevende beschrijving in het monumentenregister en de toelichting daarop is ontoereikend gemotiveerd dat zelfstandig voldoende monumentale waarde heeft om het perceel aan te wijzen als monument. In het advies voor de aanwijzing tot monument (redengevende beschrijving) van de woning zelf, te weten de steile trap en de bouwsporen, is in de toelichting opgemerkt dat deze weliswaar herinneren aan de vroegere indeling, maar op zichzelf niet monumentaal zijn. Onderdelen die niet monumentaal zijn kunnen niet dienen ter staving van de monumentale waarde. Verder is in de redengevende beschrijving vermeld dat het ensemble een historische en landschappelijke waarde heeft. De toelichting op de aanwijzing tot monument biedt echter geen inzicht in de redenen waarom daaraan monumentale waarde is toegekend. In zoverre heeft de eigenaar terecht bezwaar gemaakt tegen het aanwijzingsbesluit.

Beroep tegen besluit aanwijzing gemeentelijk monument succes

Het besluit tot aanwijzing van een monument is in deze zaak niet voldoende gemotiveerd. Met het oog op een spoedige beslechting van het geschil over het monument wordt door de rechter aan de gemeente opgedragen om met inachtneming van hetgeen in de uitspraak is overwogen een nieuw besluit  te nemen en dit besluit aan en aan de Raad van State te zenden. Indien de gemeente daarbij het standpunt handhaaft dat het pand op zichzelf en als onderdeel van het ensemble monumentale waarde heeft, dient het in het nieuw te nemen besluit beide waarderingen afzonderlijk van elkaar en deugdelijk te motiveren. Binnen 8 weken moet de gemeente van de rechter een nieuw besluit nemen over de aanwijzing tot monument.

Raad van State, 13 januari 2016, Uitspraak 201505864/1/A2