14 juli 2015

Boete feitelijk leidinggevenden aan trustkantoor zonder vergunning

Categorie: Vergunning DNB, Vergunningen

In een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam ging het om een boete voor feitelijk leidinggevenden door DNB aan een trustkantoor zonder daartoe strekkende vergunning. Het toezicht op trustkantoren wordt uitgevoerd door DNB. Een trustkantoor moet op grond van de Wet toezicht trustkantoren (Wtt) aan bepaalde eisen voldoen om haar diensten aan te mogen aanbieden: bij de behandeling van de aanvraag van een vergunning zal DNB toetsen of aan deze vergunningsvereisten is voldaan.

Trustkantoor boete DNB

Uit de feiten bleek dat het bedrijf handelde in Engelse vennootschappen (Ltd.’s, de tegenhanger van de Nederlandse B.V.). In de procedure tegen DNB blijkt dat er in een periode 550 keer aandelen van een Ltd zijn overgedragen aan klanten. De werkwijze wordt door de rechtbank én DNB geduid als het verkopen van rechtspersonen en dus vergunningplichtig. Uit de Wet toezicht trustkantoren volgt dat het er om gaat of er rechtspersonen worden verkocht of dat er bemiddeld wordt bij de verkoop van rechtspersonen. De rechtbank overweegt dat de enkele oprichting van een vennootschap niet onder de reikwijdte van de Wtt valt, maar dat het verkopen van Ltd’s zoals dit betreffende kantoor dat doet wél onder de Wtt valt, waarmee de rechtbank dus volledig meegaat in het standpunt van DNB.

Er werd namelijk betoogd dat de opgerichte Ltd’s werden opgericht en vervolgens binnen twee weken werden verkocht, zodat er de ongebruikte vennootschappen geen deelgenomen hebben aan het economische kantoor. Dat zou volgens het ‘trustkantoor’ niet onder de Wtt vallen.

De rechtbank overweegt echter anders:

“Of de opgerichte rechtspersonen wel of geen rechtshandelingen hebben verricht alvorens te worden verkocht, is voor de kwalificatie niet relevant. Achtergrond van deze bepaling, zo volgt uit de wetsgeschiedenis, is dat het trustkantoor een poortwachtersfunctie dient te vervullen.

Van een trustkantoor wordt op grond van de Wtt verlangd dat het onderzoek verricht naar de mogelijke intenties van partijen betrokken bij een transactie, zodat het trustkantoor aannemelijk kan maken dat de betrokken rechtspersonen niet gebruikt zullen worden voor het witwassen van financiële geldstromen of het financieren van terrorisme. Daarom heeft DNB in dit geval ook handhavend opgetreden. Een trustkantoor is verplicht een deugdelijke administratie bij te houden, waaruit blijkt dat het trustkantoor bij het verkopen van de rechtspersoon de kopende partij en diens beweegredenen kent. DNB houdt daar toezicht op. En een trustkantoor moet ook, desgevraagd, aan DNB als toezichthouder rapporteren. Door aan het trustkantoor de verplichting op te leggen de uiteindelijk belanghebbende te kennen en te registreren, kan deze belanghebbende niet meer anoniem blijven en is informatie over de belanghebbende uiteindelijk ook nodig voor DNB als toezichthouder. Door de werkwijze van deze partij en de onttrekking aan het toezicht van DNB door niet te voldoen aan de vergunningplicht, was ten tijde hiervan niet inzichtelijk aan wie de Ltd.’s werden verkocht en of dit wel bonafide partijen waren.

Boete door DNB aan feitelijk leidinggevenden

Op grond van artikel 21 lid 1 Wtt is DNB bevoegd een bestuurlijke boete op te leggen wegens feitelijk leidinggeven aan voormelde overtredingen.

DNB heeft in dit geval geen grond gezien voor vaststelling van de boete op een lager of hoger bedrag dan het basisbedrag, waarbij DNB als toezichthouder rekening heeft gehouden met de opbrengsten die zijn behaald. Wel is de boete gematigd, omdat de eiser in dit geval korte tijd bestuurder is geweest.

Advocaat DNB

Indien u vragen heeft over het toezicht van DNB op trustkantoren, dan kunt u altijd contact opnemen