Als advocaat krijg ik veel vragen over het optreden van de financieel toezichthouders. Onder meer vragen zoals, vallen mijn werkzaamheden onder het financieel toezicht? Heb ik een vergunning nodig? Wanneer kan de AFM een boete opleggen? En hoe hoog kunnen deze boetes oplopen? Aanleiding voor een blog over het boetebeleid van de AFM!
Wanneer kan de AFM een boete opleggen en hoe hoog zijn deze boetes?
Op basis van verschillende wetten is de AFM bevoegd een bestuurlijke boete op te leggen voor een overtreding. Zo verkrijgt zij deze bevoegdheid onder meer op basis van de Pensioenwet, de Wet handhaving Consumentenbescherming en de Wet toezicht accountantsorganisatie, de Wet financieel toezicht (“Wft”) en het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector (“Bbbfs”).
Tot zover de wettelijke handhavingsbevoegdheid van AFM. Stel nu dat de AFM voornemens is een boete op te leggen, hoe hoog kan deze boete oplopen?
De boetes van de AFM vallen wat hoger uit dan de gemiddelde boete voor een snelheidsovertreding. Zo hanteert de AFM een intern boetebeleid. De hoogte van de bestuurlijke boete is afhankelijk van de categorie. Deze boetes kunnen behoorlijk hoog oplopen.
Er zijn 3 categorieën. Categorie 1 gaat uit van een vast bedrag, namelijk een basisbedrag van EUR 10.000,- en een maximumbedrag van EUR 10.000,-. Categorie 2 boetes zijn in de basis EUR 500.000,- en kunnen maximaal EUR 1.000.000,- bedragen. Voorts beginnen categorie 3 boetes op een basis bedrag ad EUR 2.000.000,-, dat kan oplopen tot een maximum van EUR 4.000.000,-.
Dat zijn enorme bedragen. De hoogte van de boete verschilt echter ook nog per geval. Er kunnen zich namelijk omstandigheden voordoen waardoor de boete wordt gematigd (al dan niet nadat daar zelf een beroep op is gedaan), dan wel hoger uitvallen dan de basis bedragen in bovengenoemde categorieën. Dit laatste gebeurd – volgens het boetebeleid van de AFM – slechts in uitzonderlijke gevallen.
Verhogen boete als wederrechtelijk voordeel is behaald
Zo kan een boete worden opgelegd van ten hoogste twee keer het met de overtreding behaalde voordeel. Dit kan slechts in het geval het verkregen voordeel hoger is dan EUR 2.000.000,-. Tot slot kan een boete worden opgelegd van maximaal EUR 5.000.000,- of 10% van de netto jaaromzet van de onderneming in het voorafgaande boekjaar. Dit is alleen mogelijk in het geval het een categorie 3 overtreding betreft en de overtreder een bank of beleggingsonderneming betreft.
Hoe wordt dan de hoogte van de boete bepaald?
De hoogte van de boete kan dus behoorlijk uiteenlopen. Allereerst bepaald de wet (Besluit bestuurlijke boetes financiële sector) welke categorie boete voor een beboetbare overtreding van een artikel uit de Wet financieel toezicht kan worden opgelegd. Daarnaast is de hoogte van de boete afhankelijk van een aantal omstandigheden. Uit het boetetoemetingsbeleid van de AFM blijkt de hoogte van de boete met name afhankelijk is van de volgende omstandigheden:
- de ernst en de duur van de overtreding (de tijdsduur, de reikwijdte en de impact van de overtreding);
- de mate van verwijtbaarheid (bij ontbreken van enige verwijtbaarheid wordt geen boete opgelegd);
- recidive (is er minder dan vijf jaar geleden reeds een boete opgelegd voor eenzelfde overtreding?);
- objectieve draagkracht van de overtreder (te bepalen op basis van een draagkrachttabel waarin verschillende beroepsgroepen zijn opgenomen alsmede de hoogte van het eigen vermogen varieert);
- de hoogte van het behaald voordeel (boete zal niet lager zijn dan dit bedrag);
- passendheidstoets (eventuele andere redenen voor matiging);
- subjectieve/geïndividualiseerde draagkracht.
Enkele voorbeelden: boete aan ABN AMRO, Florentis en accountantskantoren EY, PwC, Deloitte en KPMG
Er zijn veel voorbeelden bekend waarin de AFM hoge boetes heeft opgelegd. Zo heeft de ABN Amro een boete van EUR 900.000,- opgelegd gekregen in juli 2017 wegens het te laat melden van bepaalde transacties.
Ook kreeg uitvaartverzekeraar Florentis in juli 2017 een boete opgelegd wegens overtreding van het provisieverbod.
Ook de big four accountantskantoren ontvingen boete van de AFM wegens de overtreding van de zorgplicht door externe accountants bij controlewerkzaamheden. Inmiddels heeft de rechtbank Rotterdam deze boetes op 20 december 2017 herroepen. De AFM heeft aangekondigd in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam.
Het komt overigens ook voor dat AFM zich niet aan haar eigen interne beleid houdt, hetgeen voor het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 13 september 2017 een reden is geweest om de toezichthouder terug te fluiten. Dit is opvallend, nu het in beginsel om intern beleid van de AFM gaat.
Boete kan worden gematigd bij onvoldoende draagkracht!
De AFM heeft tevens een matigingsbeleid. Een boete kan worden gematigd, indien uit de subjectieve/geïndividualiseerde draagkracht blijkt dat de boete te hoog is. Of dit het geval is wordt beoordeeld aan de hand van het vermogen van de overtreder. Als dit niet toereiken is, het dan wordt gekeken naar het inkomen van de overtreder. Als ook dit niet voldoende is om de boete te dragen, dan wordt nog gekeken naar de waarde van de woning/het bedrijfspand van de overtreder. Is dit alles niet toereikend gebleken, dan wordt de boete gematigd tot de totale waarde van het vermogen.
Wat te doen als de AFM het voornemen heeft geuit een boete op te leggen?
Het is aanbevelingswaardig zo snel mogelijk contact op te nemen met een specialist op het gebied van financieel(toezicht)recht mocht uzelf of uw onderneming dit voornemen van de AFM ontvangen. De vermoedelijke overtreder heeft namelijk de mogelijkheid zienswijzen in te dienen, voordat daadwerkelijk een boete wordt opgelegd. Verweer voeren met bovengenoemde gronden in het achterhoofd kan zeker nuttig zijn!