7 juli 2022

Boetes SZW aan werkgevers vaak onterecht

Categorie: Handhaving

 

De inspectie SZW heeft blijkens een onderzoek van het FD (artikel 19-10-2020). SZW heeft de afgelopen jaren bewust hoge boetes opgelegd om een harde fraudeaanpak uit te stralen. Veel boetes van de SZW arbeidsinspectie zijn dus onterecht of te hoog. Vooral bij illegale arbeid was de aanpak met WAV-boetes onevenredig tegen werkgevers. Noodgedwongen maakten veel werkgevers bezwaar tegen de bestuurlijke boete. Dat heeft regelmatig geresulteerd in matiging van de boete of vernietiging van het boetebesluit. Maar zo’n procedure loopt soms to aan de Raad van State dat kan jaren duren. Indien de zaak in het voordeel van de bezwaarmaker wordt beslecht dan veroordeelt de rechter SZW tot een proceskostenveroordeling. Dat dekt echter niet de gemaakte advocaatkosten. De boete hoeft dan niet betaald te worden of met terugbetaald worden door SZW. Ik geef hieronder aan hoe bezwaar en beroep werkt tegen een besluit van de arbeidsinspectie of de inspectie van een ander bestuursorgaan (Nvwa, Afm, e.d.).

Tegen een voornemen een boete op te leggen kan je een zienswijze indienen

Indien de toezichthouder meent dat een overtreding is begaan die vatbaar is voor een sanctie dan ontvangt de overtreder een schriftelijke kennisgeving van het voornemen van de toezichthouder om (bijvoorbeeld) een boete op te leggen. Het bedrijf kan binnen twee weken op reageren om uw zienswijze (reactie) geven. Het is vaak zinvol een advocaat bestuursrecht de zienswijze op te laten stellen teneinde het bestuursorgaan te bewegen af te zien van de boete. De toezichthouder beoordeelt de ingediende zienswijze tegen het voornemen boete op te leggen. Naar aanleiding van de zienswijze kan de toezichthouder besluiten niet tot een sancties over te gaan of de boete te matigen. Wordt toch de voorgenomen sanctie opgelegd dan ontvangt het bedrijf een brief waarin staat dat een boete wordt opgelegd en hoe hoog die is; dat is het boetebesluit of de boetebeschikking. Wanneer een boete is opgelegd door de toezichthouder, ontvangt de overtreder van het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) een acceptgiro. Binnen zes weken kan bezwaar aangetekend worden tegen een boete en schorsing van het besluit gevraagd worden (zie ook volgende hoofdstuk over de procedure van bezwaar en beroep). Lees hier meer over het indienen van een zienswijze.

Bezwaar maken tegen boetebeschikking SZW

Indien de zienswijze niet wordt gehonoreerd een toch een besluit tot handhaving wordt genomen dan kan de geadresseerde binnen zes weken bezwaar aantekenen tegen het boetebesluit. Het bezwaarschrift tegen de boetebeschikking dient aan een aantal wettelijke vereisten te voldoen. Desgewenst kan een advocaat bestuursrecht kan gemotiveerd een bezwaarschrift indienen teneinde het besluit aan te vechten. U kunt gebruik maken van het recht om te worden gehoord door de toezichthouder, maar dat is niet verplicht. De toezichthouder dient hoor en wederhoor te plegen. Het is vaak zinvol dat wel te doen met uw advocaat om uw standpunt goed toe te lichten en de toezichthouder de kans te geven om vragen te stellen. De beslissing op het bezwaarschrift volgt meestal binnen 12 weken na de laatste dag dat u een bezwaarschrift kon indienen. Wanneer een hoorzitting heeft plaatsgevonden, wordt ook het verslag van de hoorzitting meegestuurd. Indien een advocaat namens het bedrijf bezwaar heeft gemaakt, dan ontvangt deze gemachtigde de beslissing.

Opschorting betaling boete vorderen bij voorzieningenrechter

Het bezwaar tegen het boetebesluit heeft geen schorsende werking tenzij dit uit het boetebesluit blijkt. Daarom moet het bestuursorgaan gevraagd worden de boete op te schorten (of niet in te vorderen) tijdens de lopen bezwaar- of beroepsprocedure. Als dat wordt geweigerd 9wat niet netjes is) dan kan een verzoek tot een voorlopige voorziening gedaan worden bij de voorzieningenrechter. Een advocaat bestuursrecht kan voor indiening zorgdragen. Bij het verzoek tot voorlopige voorziening zal dan tevens het bezwaarschrift of het beroepschrift ingediend moeten worden. Bij het verzoek tot een voorlopige voorziening is een spoedeisend belang vereist en dab is het geval als e boete betaald dient te worden.. Daarvan zal doorgaans sprake zijn indien er (onomkeerbare) schade dreigt door uitoefening van de bestuursdwang of de gevolgen (onevenredige) ernstig zijn voor de betrokkene(n). Zowel in de bezwaarfase, de beroepsfase (beroep bij de rechtbank, afdeling bestuursrecht) of in hoger beroep (bij de Raad van State of College van Beroep voor het Bedrijfsleven) kan een voorlopige voorziening gevorderd worden, hangende de lopende bezwaarprocedure of beroepsprocedure tegen het besluit.

In beroep gaan bij de rechtbank tegen afwijzing van het bezwaar

Indien het bezwaar wordt afgewezen door de toezichthouder en u bent het daar niet mee eens, dan kunt u beroep aantekenen bij de rechtbank, sector Bestuursrecht. Pas dan zal een rechter de zaak beoordelen en dat kan een ander licht op de zaak werpen. Onderaan de beslissing op uw bezwaar staat de rechtbank waar beroep aangetekend kan worden. Beroep aantekenen moet binnen 6 weken na de dag waarop de beslissing op bezwaar bekend is gemaakt (de termijn gaat lopen vanaf de dag na verzending). Voor het aantekenen van beroep moet griffierecht betaald worden aan de rechtbank. Uw advocaat kan ook pro forma beroep instellen op nader aan te voeren gronden. Ook in de beroepsprocedure tegen de toezichthouder vindt een mondelinge behandeling plaats bij de bestuursrechter. U dient dan met uw advocaat op de zitting aanwezig te zijn zodat de rechter u ook vragen kan stellen.

Hoger beroep bij de Raad van State over boetebesluit

Indien de bestuursrechter u niet in het gelijk heeft gesteld dan kan vervolgens hoger beroep bij de Raad van State ingesteld worden; de hoogste bestuursrechter. Ook als u wel in het gelijk bent gesteld kan het bestuursorgaan in hoger beroep gaan bij de raad van State. Deze hoger beroepsprocedure is geregeld in de Algemene wet bestuursrecht Het hoger beroep moet ingediend worden binnen zes weken na datum van de uitspraak van de rechtbank. Dat gebeurt met een beroepschrift waarin de gronden van het hoger beroep geformuleerd worden. Aangezien het hoger beroep vaak over (complex) juridische onderwerpen gaat, is het raadzaam een advocaat bestuursrecht in te schakelen die het hoger beroep voor u kan behandelen. Het is mogelijk om pro forma hoger beroep in te stellen op later aan te voeren gronden. Doorgaans wordt door de Raad van State vier weken gegund om de gronden van het hoger beroep te motiveren. Voor het hoger beroep is griffierecht verschuldigd (tarieven zijn vermeld op rechspraak.nl). Doorgaans zal uw advocaat voor betaling van het griffierecht zorgdragen en dat aan u doorbelasten.