7 juni 2022

De dunne lijn tussen de zelfstandige en de werknemer: CFO Volksbank toch werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst

Categorie: Arbeidsrecht

De vraag of iemand die werkzaamheden voor een onderneming verricht, moet worden aangemerkt als een werknemer of een zelfstandige is niet eenvoudig te beantwoorden. In algemene zin kan worden gesteld dat een zelfstandige meer vrijheid toekomt in de wijze waarop de werkzaamheden worden verricht. Anderzijds heeft de zelfstandige geen recht op vakantiedagen, loondoorbetaling bij ziekte en ontslagbescherming. Voor de vraag of iemand een werknemer of zelfstandige is, wordt gekeken naar de afspraken die partijen hebben gemaakt en de wijze waarop deze in de praktijk worden vormgegeven. Het is uiteindelijk een weging van alle omstandigheden van het geval, waardoor de kwalificatie niet altijd even eenvoudig is. Dit blijkt ook uit een uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden van afgelopen week. Daarin oordeelde het Hof – anders dan de Rechtbank in eerste aanleg – dat de CFO van de Volksbank een werknemer is en in lijn daarmee ontslagbescherming geniet.

Overeenkomst van opdracht statutair bestuurder

De CFO en de Volksbank sluiten eind 2019 een overeenkomst op basis waarvan de CFO vanaf 1 januari 2020 werkzaamheden gaat verrichten. Op de overeenkomst staat vermeld “Overeenkomst van opdracht statutair bestuurder”. In maart 2020 wordt de CFO ook als statutair bestuurder van de vennootschap benoemd. Een aantal maanden later, op 11 augustus 2020, ontvangt de CFO een brief van de RVC waaruit kortgezegd volgt dat het voornemen bestaat om de CFO te ontslaan wegens een gebrek aan vertrouwen en om op die manier het disfunctioneren van de directie aan te pakken. Op 12 augustus 2020 meldt de CFO zich ziek. Op 13 augustus 2020 ontvangt de CFO een uitnodiging om de algemene vergadering bij te wonen, waarbij zijn ontslag op de agenda staat. Partijen hebben nog geprobeerd tot een minnelijke regeling te komen, maar dit is niet gelukt. Tijdens de vergadering van 5 september 2020 wordt de CFO vervolgens ontslagen.

Op dat moment rijst de vraag hoe de overeenkomst tussen partijen moet worden gekwalificeerd. Is er sprake van een arbeidsovereenkomst of van een overeenkomst van opdracht? Dit is in het bijzonder ook van belang gelet op het feit dat de CFO zich op 12 augustus 2020 had ziekgemeld.

Mogelijkheid tot beëindiging samenwerking

Zou sprake zijn van een overeenkomst van opdracht, dan kon de Volksbank de samenwerking opzeggen met inachtneming van de opzegtermijn van 4 maanden – welke termijn partijen in het contract overeengekomen waren. Zou sprake zijn van een arbeidsovereenkomst, dan had het besluit van 5 september 2020 normaal gesproken tot gevolg gehad dat de arbeidsovereenkomst ook op dat moment was geëindigd. Nu de CFO zich heeft ziekgemeld voor het moment dat de uitnodiging voor de algemene vergadering was verzonden, is dit anders. Is de CFO werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst, dan geldt een opzegverbod bij ziekte en kan de Volksbank de arbeidsovereenkomst in principe niet beëindigen.

Overeenkomst van opdracht of arbeidsovereenkomst

In eerste aanleg oordeelde de Rechtbank dat sprake was van een overeenkomst van opdracht, waardoor het ontslag van de CFO standhield. De CFO ging tegen de uitspraak in hoger beroep en niet zonder resultaat. Het Hof oordeelde afgelopen week dat sprake is van een arbeidsovereenkomst. De volgende omstandigheden werden daartoe onder meer van belang geacht:

  • De CFO ontving iedere maand een loonstrook en in het systeem stond vermeld dat hij werkzaam was op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd;
  • De RVC had de bevoegdheid om de CFO instructies te geven en had dit ook daadwerkelijk gedaan;
  • De CFO had jaarlijks een beoordelingsgesprek;
  • Opdracht van de CFO was niet duidelijk omschreven;
  • Gelet op de zelfstandige positie van de CFO als bestuurder was het logisch dat hij verder niet veel aanwijzingen van de Volksbank ontving over de wijze waarop de werkzaamheden moesten worden verricht.

Billijke vergoeding

Uiteraard waren er ook aanknopingspunten om te betogen dat sprake was van een overeenkomst van opdracht, zoals de kennis en maatschappelijke positie van de CFO, maar deze omstandigheden vond het Hof uiteindelijk minder zwaar wegen. Nu het Hof oordeelde dat sprake is van een arbeidsovereenkomst, had de Volksbank de arbeidsovereenkomst eigenlijk niet kunnen beëindigen. Ter compensatie van voorgaande kan de CFO aanspraak maken op een billijke vergoeding van € 270.000,– bruto.

Blenheim helpt u bij het ontslag van een statutair bestuurder

Heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande, over het ontslag van een statutair directeur of de inzet van zelfstandigen? Neem dan gerust contact op met onze advocaten van het team Arbeidsrecht.