21 juli 2022

Duits-Nederlandse Handelskamer | Twee landen, twee rechtssystemen

Categorie: German Desk, German Desk

Dit artikel is gepubliceerd op de website van de Duits-Nederlandse Handelskamer.

Het Duitse recht ten opzichte van het Nederlandse recht? “Twee verschillende werelden”, zegt Arjen Paardekooper, partner en medeoprichter van Blenheim Advocaten. Paardekooper kwam van jongs af aan al veel in Duitsland, studeerde rechten in Heidelberg en werkte op een advocatenkantoor in Düsseldorf. De advocaat heeft daardoor een goede kijk op beide landen als het gaat om juridische zaken.

“In de eerste plaats is het Duitse recht over het algemeen gecompliceerder dan het Nederlandse”, zo vertelt hij. “Maar daarnaast spelen ook cultuurverschillen een grote rol bij bijvoorbeeld een aankoop in Duitsland die contractueel wordt vastgelegd.”

Een bindend pre-contract, het Abstraktionsprinzip en het voorlezen van de akte

Als voorbeeld noemt hij de Letter of Intent. “In Duitsland is dit een soort ‘pre-contract’, dat nog niet bindend is, maar in Nederland is het dat wel. Als Duitser is dat belangrijk om te weten”, aldus Paardekooper. “Een ander belangrijk verschil is het Duitse Abstraktionsprinzip. Dit houdt in dat bij een verkoop in Duitsland er zowel een koopovereenkomst is als een leveringsovereenkomst. Twee contracten dus.” De advocaat legt uit dat dit vooral voor Nederlanders vaak als verassing komt, omdat er in Nederland maar één contract is – oftewel het Einheitsprinzip.

Als ander interessant voorbeeld noemt Paardekooper het feit dat een notariële akte naar Duits recht moet worden voorgelezen. “Soms is de akte een enorm pak papier, waarvan het dagen kan duren voordat de notaris hier doorheen is. De deelnemende partijen zijn bij deze voorlezing aanwezig”. De advocaat legt uit dat dit duidelijk tot minder efficiëntie leidt en tot hogere kosten. “Daarnaast gaat het in Nederland er in het algemeen iets informeler aan toe.”

Nederlands advocatenkantoor met Duitse cliënten

Het Amsterdamse advocatenkantoor begeleidt voornamelijk Duitse bedrijven en is al tien jaar lid van de Duits-Nederlandse Handelskamer. “Doordat wij veel kennis hebben van het Duitse ondernemersrecht, kunnen we goed uitleggen hoe dit verschilt van het Nederlandse recht en ze op de valkuilen wijzen.” Daarnaast heeft Blenheim door heel Duitsland zusterkantoren waarmee ze intensief samenwerken en Nederlandse klanten makkelijk kunnen doorverwijzen. Paardekooper legt uit dat vooral Duitsers het fijn vinden als je ze in de eigen taal kunt aanspreken en je meegaat in hun cultuur. “Ze stellen het op prijs als je je formeel opstelt en je aan de afspraken houdt, kortom, het ‘Duitse spel’ kent, maar wel met de Nederlandse charme à la Rudi Carrell.”

Blenheim Academy

Het merendeel van de 25 Blenheimadvocaten heeft dan ook een internationale achtergrond. “Daarmee zijn we een sterke partner voor bedrijven uit het buitenland”. Om personeel aan te trekken en te houden, hebben ze onder andere hun eigen Blenheim Academy. “Iets wat je eigenlijk alleen bij grote advocatenkantoren ziet”, zegt Paardekooper. “Het is een beetje zoals het Ajax-principe: we leiden zelf onze advocaten op waarmee we ze aan ons binden”. Hiervoor huurt het advocatenkantoor topprofessoren en rechters in. Volgens de advocaat een goede en unieke aanpak. “Commerciële advocatuur op eigen manier”, zo vat hij het bedrijf samen.

Tekst: Hendrike Oosterhof, Duits-Nederlandse Handelskamer