In deze zaak over een milieuvergunning waren er klachten uit de omgeving van het bedrijf over hinder en overlast, vooral vliegenoverlast in de woonwijk. De gemeente heeft een deskundige de overlast van het bedrijf laten onderzoek en er is een rapport opgesteld. Gemeente heeft het voornemen bekend gemaakt om handhavend op te treden. In het dwangsombesluit is het bedrijf aangeschreven tot naleving van een aantal voorschriften uit de vergunning gekoppeld aan een last onder dwangsom. Het bedrijf verbeurt derhalve dwangsommen als de voorwaarden van de milieuvergunning niet nageleefd worden. Het bedrijf heeft bezwaar gemaakt en vordert een voorlopige voorziening bij de bestuursrechter. Het bedrijf heeft onder meer aangevoerd dat de voorschriften die aan het dwangsombesluit ten grondslag zijn gelegd geen verband houden met het bestrijden van vliegenoverlast.
Bezwaarschrift tegen besluit en voorlopige voorziening rechtbank
Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan, indien tegen een besluit bezwaar is gemaakt , de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
Last onder dwangsom levert spoedeisend belang op voor voorlopige voorziening bestuursrechter
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft verzoekster een spoedeisend belang bij het treffen van een voorlopige voorziening. In de jurisprudentie is algemeen aanvaard dat wanneer een last onder dwangsom wordt opgelegd er in beginsel een spoedeisend belang aanwezig wordt geacht als bedoeld in artikel 8:81, van de Awb. Met een voorlopige voorziening kan immers worden voorkomen dat een belanghebbende dwangsommen verbeurt alvorens op de bodemprocedure is beslist.
Bezwaar tegen dwangsom gemeente niet gegrond
In het bezwaar van het bedrijf tegen de dwangsombeschikking ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder niet bevoegd is handhavend op te treden tegen op dat moment geconstateerde overtredingen van de aan de omgevingsvergunningen verbonden voorschriften. Weliswaar heeft de deskundige van de gemeente geen onomstotelijk bewijs gevonden dat het bedrijf van eiseres de bron is van de vliegenoverlast in de omgeving, maar gezien de grote oppervlakte van het bedrijf zijn er vele kleine bronnen waar vliegen zich kunnen ontwikkelen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verweerder niet willekeurig heeft gehandeld door tegen het bedrijf handhavend op te treden en een last onder dwangsom op te leggen.
Niet alle overtredingen voorschriften milieuvergunning aangetoond
Naar het oordeel van de voorzieningenrechter kan het enkele lekken van de waternippels niet als een overtreding van voorschrift 1.3.3 van de milieuvergunning worden aangemerkt. De voorzieningenrechter is van oordeel dat onvoldoende vaststaat dat sprake is van een overtreding van dit voorschrift van de milieuvergunning. De gemeente is dus niet bevoegd ten aanzien van dit voorschrift een last onder dwangsom op te leggen aan het bedrijf.
Last onder dwangsom moet voldoende duidelijk omschreven zijn
Als een voorschrift van een vergunning op twee manieren kan worden overtreden dient voor iedere overtreding van de omgevingsvergunning een last onder dwangsom opgelegd te worden. De gemeente heeft echter verzuimd om twee lasten onder dwangsom op te leggen. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de last onder dwangsom op dit onderdeel onvoldoende duidelijk is. Dat is in strijd is met de rechtszekerheid. De voorzieningenrechter ziet aanleiding de last onder dwangsom met betrekking tot dit voorschrift van de milieuvergunning te schorsen.
Is dwangsom onevenredig gelet op ernst van de overtreding vergunning?
De (hoogte van de) dwangsom dient niet onevenredig te zijn met de aard en ernst van de overtreding van de vergunning. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State onder meer in haar uitspraak van 5 februari 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:328) heeft bepaald, heeft het opleggen van een last onder dwangsom tot doel de overtreder van de voorschriften van de vergunning bewegen tot naleving van de voor hem geldende regels. Van de dwangsom moet een zodanige prikkel uitgaan, dat de opgelegde last wordt uitgevoerd zonder dat een dwangsom wordt verbeurd. De voorzieningenrechter acht de door de gemeente aan het bedrijf opgelegde dwangsommen niet onevenredig. De hoogte van de dwangsom staat in redelijke verhouding tot de zwaarte van het geschonden belang. Lees ook: handhaving en gedogen.
Aldus wordt de gevraagde voorlopige voorziening voor een gedeelte toegewezen door de voorzieningenrechter.
Rechtbank oost-Brabant, 29 april 2014, ECLI:RBOBR:2014:2233.