27 januari 2014

(Externe) Bestuurdersaansprakelijkheid; het Spaanse villa arrest

Categorie: Bestuurders

De in deze uitspraak betrokken vennootschap, ik noem haar de “Makelaar”, richt zich op het bemiddelen tussen verkopers en kopers van villa’s aan de Spaanse Costa Blanca. De specifieke deskundigheid van de Makelaar op de Spaanse vastgoedmarkt wordt nader omschreven in de door de Makelaar gehanteerde brochure getiteld “Vertrouwen is ons vertrekpunt”. De Makelaar heeft twee (indirecte) bestuurders die ik zal aanduiden als A en B. In februari 2004 hebben kopers de Second Home beurs bezocht, waar de Makelaar een stand bemande. De Makelaar heeft kopers zowel tijdens als na afloop van de Second Home beurs informatie verstrekt over het project Villa Mundo (het project) met betrekking tot de bouw van villa’s in de Spaanse gemeente Elche.13 Het betrof een project van de firma Prever 2002 SL, een Spaanse vennootschap. Naar aanleiding van de door kopers in het project getoonde interesse hebben A en B kopers thuis bezocht en nadere informatie verstrekt over het project. Vervolgens zijn kopers naar Spanje afgereisd om het project, onder begeleiding van B, te bezichtigen. Ten tijde van deze bezichtiging waren er bij het project rode borden geplaatst met daarop een van de gemeente Elche afkomstige waarschuwingstekst. B heeft kopers gezegd dat deze borden verband hielden met het feit dat op het perceel meer gebouwd was dan was toegestaan (bijvoorbeeld een zwembad) en dat met betaling van een boete (door Prever) dit probleem zou zijn opgelost. Nadat in september 2004 een eerste poging van kopers om een villa in het project te kopen was gestrand,14 hebben kopers op 1 december 2004 overeenstemming bereikt omtrent de koop van een andere villa in het project. De koopprijs bedroeg € 265.000 en werd (deels) vrijwel direct door kopers voldaan. Eind januari 2005 vernamen kopers dat de door hen gekochte villa was afgebroken omdat het desbetreffende stuk grond niet mocht worden bebouwd en er derhalve ook geen bouwvergunning was afgegeven. Saillant detail hierbij was dat B reeds in november 2004 van een bewoner van een andere villa in het project had vernomen dat sprake was van problemen met betrekking tot de bouwvergunning voor het project en dat het gerucht ging dat de gemeente Elche een afbraakplicht voor illegaal gebouwde villa’s had aangekondigd. Rechtbank, Hof en Hoge Raad over bestuurdersaansprakelijkheid

Procedure voor de rechtbank

In de procedure voor de rechtbank hebben kopers onder andere de Makelaar en haar (indirecte) bestuurders A en B hoofdelijk aangesproken tot – kort samengevat – terugbetaling van het reeds betaalde deel van de koopprijs. De grondslag van de vordering was onrechtmatige daad. De rechtbank wees de vordering af omdat de Makelaar, A en B niet als de Makelaar voor kopers waren opgetreden en om die reden geen informatieplicht hadden jegens kopers. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat bestuurder B en de Makelaar jegens kopers hoofdelijk aansprakelijk zijn op grond van onrechtmatige daad. Het hof heeft hierbij vooropgesteld dat zelfs indien de Makelaar en haar bestuurders niet zijn opgetreden als bemiddelaar bij totstandkoming van de koopovereenkomst niet afdoet dat aan het feit dat de Makelaar en haar bestuurders bij de totstandkoming van de koopovereenkomst als professionele derden waren betrokken. Alleen bestuurder B is van het arrest in cassatie gekomen. Het cassatiemiddel richt zich – kort gezegd – tegen de door het Hof gehanteerde maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid (waarin, zoals blijkt uit het hierboven aangehaalde citaat, zowel wordt gesproken over een onrechtmatige daad als over een ernstig verwijt). De hoge raad laat de uitspraak van het Hof in stand en overweegt hieromtrent het volgende: “In het onderhavige geval is [B] niet aansprakelijk gehouden voor een tekortkoming of onrechtmatig handelen van [de Makelaar]. Blijkens rov. 4.7.2 ­ 4.7.4 heeft het hof immers [B] aansprakelijk geoordeeld op de grond dat hij in strijd heeft gehandeld met een op hem persoonlijk rustende zorgvuldigheidsverplichting jegens kopers, en niet op de grond dat hem als bestuurder het verwijt wordt gemaakt dat door zijn onbehoorlijke taakuitoefening [de Makelaar] in strijd heeft gehandeld met een op haar rustende zorgvuldigheidsverplichting jegens kopers. Voor een dergelijke aansprakelijkheid van een bestuurder – die niet een tekortschietende of onbehoorlijke taakuitoefening als bestuurder betreft, maar berust op een daarvan losstaande zorgvuldigheidsnorm – gelden de gewone regels van onrechtmatige daad. In het bijzonder is dan niet vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt van zijn handelen kan worden gemaakt. Dat geldt ook in een geval als het onderhavige, waarin de onrechtmatige gedragingen van de bestuurder in het maatschappelijk verkeer (tevens) als gedragingen van de vennootschap kunnen worden aangemerkt, zodat ook de vennootschap uit eigen hoofde op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gehouden kan worden.”

Onrechtmatige daad versus externe bestuurdersaansprakelijkheid

Door de hoge raad wordt in dit arrest een onderscheid gemaakt tussen de twee uit de jurisprudentie bekende categorieën van bekende bestuurdersaansprakelijkheid en een gewone onrechtmatige daad. In gevallen van externe bestuurdersaansprakelijkheid geldt de (strengere) maatstaf van een ernstig verwijt. Is de bestuurder aansprakelijk op grond van een gewone onrechtmatige daad dan zijn de gewone regels van toepassing. In het bijzonder is dan niet vereist dat de bestuurder een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Aangezien de klachten van bestuurder (B) zich in cassatie richtte tegen de vermeend onjuiste toepassing van de maat voor externe bestuurdersaansprakelijkheid gaat de hoge raad in het arrest uitdrukkelijk in op het onderscheid op het externe bestuurdersaansprakelijkheid en een gewone onrechtmatige daad gepleegd door een bestuurder:

– Houdt dat onzorgvuldig/onbehoorlijk/de tekortschietend handelen/nalaten van de bestuurder verband met zijn taakuitoefening, dan dient te worden bezien of sprake is van een externe bestuurdersaansprakelijkheid;

– houdt het onzorgvuldig/onbehoorlijk/de tekortschietend handelen/nalaten van de bestuurder geen verband met zijn taakuitoefening als bestuurder maar met een daarvan losstaande zorgvuldigheidsnorm, dan gelden de gewone regels van onrechtmatige daad.

Naast de aansprakelijkheid van B op grond van de onrechtmatige daad, komt het Hof tot het oordeel dat ook de Makelaar aansprakelijk is op grond van de onrechtmatige daad jegens kopers. Het Hof overweegt in dit kader dat de gedragingen van B in het maatschappelijk verkeer als gedragingen van de Makelaar kunnen worden aangemerkt. In cassatie wordt dit oordeel van het Hof door de hoge raad in stand gelaten.

Conclusie advocaat vennootschapsrecht over bestuurdersaansprakelijkheid

In het Spaanse villa arrest was geen situatie van een externe bestuurdersaansprakelijkheid aan de orde. De aan een bestuurder verweten gedragingen had immers geen verband met zijn taakuitoefening. Veel doet dit arrest denken aan een beroepsaansprakelijkheidssituatie waarbij de beroepsbeoefenaar die aansprakelijk wordt gehouden voor de schending van de op hem in persoon rustende zorgvuldigheidsnorm toevalligerwijs tevens bestuurder is van de betrokken vennootschap. Het is te hopen dat de reikwijdte van het Spaanse villa arrest beperkt zal blijven tot de situatie waarin het handelen van de bestuurder volledig losstaat van zijn bestuurstaak. Slechts in deze uitzonderlijke situatie is de hoge drempel van een (voldoende) ernstig verwijt niet nodig en volstaan de gewone regels van een onrechtmatige daad. Op bange bestuurders zit men immers niet te wachten.