21 februari 2025

Gerechtshof bekrachtigt uitspraak over bankrelatie Viruswaarheid

Categorie: Financieel recht

Op 28 januari 2025 heeft het Gerechtshof Amsterdam een interessante uitspraak gedaan in de zaak tussen de stichting ‘Voor Waarheid’ en ING (ECLI:NL:GHAMS:2025:162). De zaak draaide om de vraag of ING gerechtigd was de bankrelatie met de stichting te beëindigen en of zij verplicht kon worden alsnog een rekening te openen. Deze uitspraak is van belang voor financiële instellingen, non-profitorganisaties en rechtzoekenden die geconfronteerd worden met de opzegging van een bankrekening.

Achtergrond van de zaak: beëindiging van de bankrelatie door ING

‘Voor Waarheid’ was voorheen bekend als ‘Stichting Viruswaarheid.nl’ en daarvóór als ‘DancaMundo’. De stichting ontving donaties via een zakelijke rekening bij ING, die oorspronkelijk geopend was voor een geheel ander doel, namelijk dansonderwijs. Toen ING ontdekte dat de rekening werd gebruikt voor donaties en er een bedrag van €50.000,- was overgemaakt voor een privédoeleinde van de bestuurder, besloot de bank de relatie te beëindigen. Viruswaarheid had al eerder in 2022 aangekondigd te stoppen, omdat ING de bankrekening had geblokkeerd. De stichting vocht deze opzegging aan en vorderde in rechte voortzetting van de bankrelatie, mede op basis van de maatschappelijke rol van banken in het betalingsverkeer.

Deze zaak staat niet op zichzelf. Banken hebben de laatste jaren vaker controversiële organisaties geweerd of hun bankrelaties beëindigd vanwege zorgen over integriteitsrisico’s. Uit een onderzoek van NRC blijkt dat meerdere banken, waaronder Rabobank en Bunq, rekeningen hebben afgesloten van organisaties die zij beschouwen als verspreiders van nepnieuws of desinformatie over corona en vaccinaties. Dit wordt door banken gezien als onderdeel van hun strijd tegen extremisme en financiële criminaliteit. De Rabobank hanteert bijvoorbeeld een afdeling Counter Terrorism Finance die zich specifiek bezighoudt met deze problematiek.

Beoordeling van het gerechtshof

Het hof stelde vast dat ING contractueel de bevoegdheid had om de bankrelatie op te zeggen, maar dat dit getoetst moest worden aan de redelijkheid en billijkheid. Daarbij kwamen de volgende overwegingen naar voren:

  • Doorkruising van het klantonderzoek: ING moest een klantonderzoek uitvoeren voordat een rekening aan Viruswaarheid werd verstrekt. De stichting ‘fuseerde’ echter met DancaMundo, waardoor ING niet in staat was haar onderzoek naar de integriteit van de organisatie af te ronden. Dit betekende dat ING zonder een volledig klantprofiel te hebben, geconfronteerd werd met een geheel nieuwe entiteit, zonder dit vooraf te kunnen beoordelen.
  • Onrechtmatige belangenverstrengeling: De stichting verstrekte een lening van €50.000,- aan haar bestuurder voor een privétransactie (aankoop van grond in Spanje). Dit werd niet vooraf afgestemd met de donateurs en ING ontving geen documentatie over de transactie. Het hof benadrukte dat het zonder voorafgaande goedkeuring of afstemming met donateurs gebruiken van gedoneerde gelden voor privédoeleinden onaanvaardbare belangenverstrengeling oplevert.
  • Integriteitsrisico’s: ING had op basis van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) en de Wet op het financieel toezicht (Wft) de verplichting om te beoordelen of een klant een verhoogd integriteitsrisico vormt. ING verloor het vertrouwen in de stichting en kon haar cliëntenonderzoek niet succesvol afronden. Omdat de stichting ondanks meerdere verzoeken geen adequate leningdocumentatie aanleverde, kon ING de herkomst en besteding van de gelden niet voldoende controleren.

Het hof oordeelde dat ING onder deze omstandigheden gerechtigd was de bankrelatie op te zeggen en dat de opzegging niet onaanvaardbaar was. De vordering van de stichting om een nieuwe bankrekening te verkrijgen werd eveneens afgewezen. Hoewel het ontbreken van een bankrekening een ernstige beperking kan vormen voor een organisatie, wegen integriteitsrisico’s en het recht van een bank om zelf haar klanten te kiezen in dit geval zwaarder.

Praktische gevolgen van deze uitspraak: zorgvuldig omgaan met financiële administratie en relatie met banken

Deze uitspraak bevestigt de ruime beoordelingsvrijheid van banken bij de beoordeling van integriteitsrisico’s. Tegelijkertijd onderstreept het de noodzaak voor organisaties om transparant te handelen en proactief te voldoen aan de vereisten van financiële instellingen. Voor banken biedt de uitspraak een juridisch kader om klanten met een verhoogd risico af te wijzen, mits dit goed wordt gemotiveerd.

Voor stichtingen en andere organisaties die afhankelijk zijn van donaties betekent dit dat zij zorgvuldig moeten omgaan met financiële administratie en hun relatie met banken. Op het moment dat een bank signalen ontvangt van mogelijke belangenverstrengeling of onregelmatigheden, kan dit verstrekkende gevolgen hebben voor de continuïteit van de organisatie.

Toch is er ook kritiek op het stringente beleid van banken. Banken kunnen wetgeving tegen witwassen en terrorismefinanciering soms gebruiken als excuus om controversiële klanten te weren. Banken dienen een gegronde reden te hebben voor het beëindigen van een bankrelatie. Het enkele verspreiden van complottheorieën of desinformatie is hiervoor mogelijk niet voldoende. Interessant is dat het in deze zaak dus niet zo zeer geoordeeld is over integriteitsrisico’s in het kader van het verspreiden van complottheorieën of desinformatie. Het is de vraag of dat op zichzelf wel gegronde redenen zou opleveren om de bankrelatie te beëindigen.

De voorzieningenrechter oordeelde eerder dat Viruswaarheid.nl zich statutair inzet voor een democratische rechtsstaat en dit doel nastreeft via juridische procedures, die volledig binnen de wettelijke kaders vallen. Alle donaties worden giraal ontvangen en betalingen aan advocaten, deskundigen en andere derden vinden eveneens giraal plaats. Er waren geen concrete aanwijzingen voor witwassen of ander strafbaar gedrag door Viruswaarheid.nl.

Conclusie: het belang van zorgvuldige naleving van financiële regelgeving en transparante bedrijfsvoering

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt in deze uitspraak dat banken onder bepaalde omstandigheden gerechtigd zijn om een bankrelatie te beëindigen, zeker wanneer er integriteitsrisico’s in het spel zijn. In dit geval mocht de relatie ook worden beëindigd als vaststond dat dit het einde van de organisatie zou betekenen. Deze zaak benadrukt het belang van zorgvuldige naleving van financiële regelgeving en transparante bedrijfsvoering. Organisaties dienen alert te zijn op de manier waarop zij omgaan met bankrekeningen en donateursgelden, om te voorkomen dat zij in een vergelijkbare situatie terechtkomen.

Tegelijkertijd blijft de discussie bestaan over de balans tussen risicomanagement door banken en de vrijheid van meningsuiting en organisatie. Wanneer banken steeds strikter beoordelen welke klanten zij accepteren, kan dit indirect een vorm van financiële censuur opleveren.

Heeft uw organisatie te maken met een opzegging door een bank of wilt u juridisch advies over financiële integriteit? Neem dan contact op met ons kantoor. Wij helpen u graag verder met een passende juridische strategie.