22 oktober 2022

Het huisvesten van arbeidsmigranten of statushouders in hotels

Categorie: Hotels

Het tijdelijk huisvesten van arbeidsmigranten of statushouders in hotels is een relatief nieuw fenomeen. Blenheim krijgt dan ook regelmatig de vraag hoe dit huisvesten juridisch moet worden geduid en waar je als hotelexploitant op moet letten. Het huisvesten van arbeidsmigranten of statushouders is immers anders dan normaal hotelgebruik. Arbeidsmigranten of statushouders verblijven doorgaans langer in het hotel dan de gemiddelde hotelgast en de voorzieningen zijn anders. Hotelexploitanten moeten dan bedacht zijn op een aantal juridische implicaties  in het huurrecht, bestuursrecht en arbeidsrecht. Blenheim zet een aantal aandachtspunten voor u op een rij.

Implicaties in het huurrecht

Het normale gebruik van een hotelkamer door gasten wordt gekwalificeerd als een verblijf dat naar haar aard van korte duur is. Bij een verblijf dat naar haar aard van korte duur is, geldt de huurrechtelijke bescherming voor woonruimte niet.

Zodra een arbeidsmigrant of statushouder voor langere tijd in een hotelkamer verblijft, dient de hotelexploitant te voorkomen dat de huurrechtelijke bescherming voor woonruimte van toepassing wordt. Dit kan er immers toe leiden dat het uitzetten van een arbeidsmigrant of statushouder uit een hotelkamer bemoeilijkt wordt, aangezien huurders van woonruimte in het huurrecht goed worden beschermd. Een hotelexploitant dient er bij het contracteren dan ook goed op te letten dat de losse hotelkamers enkel voor kortdurend gebruik ter beschikking worden gesteld en permanente bewoning wordt verboden wegens strijd met de hotelfunctie.

Bij het huisvesten van arbeidsmigranten of statushouders wordt vaak gebruik gemaakt van een tussenpersoon. Die tussenpersoon sluit een huurovereenkomst (kantoorruimte) met het hotel, waarna de tussenpersoon aan de arbeidsmigranten of statushouders (overheid) verhuurt. De hotelexploitant dient er bij de contractering met de tussenpersoon dan ook goed op te letten dat de huurovereenkomst die uiteindelijk met de arbeidsmigrant of statushouder wordt gesloten, goed is opgesteld. Het kortdurend gebruik dient goed in die huurovereenkomsten te worden opgenomen om te voorkomen dat huurbescherming voor woonruimte van toepassing wordt in de relatie tussenpersoon – arbeidsmigrant/statushouder. Zodra de arbeidsmigrant of statushouder zich tegen de tussenpersoon immers op huurbescherming kan beroepen, werkt die bescherming ook door in de relatie tussen het hotel en de tussenpersoon (Zonshofje-arrest). Hotelexploitanten dienen zich dan ook bewust te zijn van dat risico.

Implicaties in het bestuursrecht

Huisvesting van arbeidsmigranten of statushouders valt vaak niet onder het vigerende bestemmingsplan van een hotel met hotelfunctie. In de praktijk speelt vaak de discussie hoe het gebruik voor arbeidsmigranten in planologische zin moet worden aangemerkt. Is het ‘wonen’, ‘logies verstrekken’, ‘kamerverhuur’ of ‘hotel gebruik’? Onder andere de duur van het verblijf en de inrichting van het pand wordt in de afweging meegenomen. Uit de rechtspraak blijkt echter wel dat het huisvesten van arbeidsmigranten of statushouders geen hotelgebruik is (en om die reden niet past binnen de bestemming ‘hotel’).

Arbeidsmigranten verblijven doorgaans langer dan de gemiddelde hotelgast en de voorzieningen zijn anders (ECLI:NL:RBOBR:2020:5559). De hoogste bestuursrechter heeft geoordeeld dat hotelverblijf in het algemeen ziet op nachtverblijf voor korte duur (ECLI:NL:RVS:2018:823). Het huisvesten van arbeidsmigranten in het hotel was daarom in strijd met het bestemmingsplan. De arbeidsmigranten verbleven langdurig in het hotel. Hoewel er sprake is van een gezamenlijke entree, receptie en keuken, ontbraken voorzieningen zoals roomservice, dagelijkse schoonmaak en beddenopmaak. Verder bleek dat de arbeidsmigranten met twee of drie personen op een kamer sliepen, wat volgens de bestuursrechter bij een hotelbedrijf niet gebruikelijk is.

Vaak is er dan ook een omgevingsvergunning nodig om af te wijken van het bestemmingsplan. Om de kans op een omgevingsvergunning te vergroten, is het verstandig om in de aanvraag te benadrukken dat het huisvesten van arbeidsmigranten (ruimtelijk) aanvaardbaar is. Zo moet de hotelexploitant aantonen dat er geen sprake is van een onaanvaardbare aantasting van het woon- en leefklimaat. In de ruimtelijke onderbouwing kan bijvoorbeeld de afstand tot woningen aan de orde komen. Verder zijn onder meer geluidsoverlast en parkeercapaciteit punten van aandacht.

Implicaties in het arbeidsrecht

Sommige hotelexploitanten wensen verblijfsruimte te verstrekken aan hun eigen arbeidsmigranten of werknemers. Het verstrekken van woongenot aan een werknemer kan in sommige gevallen echter kwalificeren loon in natura of verkapt loon, afhankelijk van de afspraken die daarover met de arbeidsmigranten worden gemaakt. Voor de hotelexploitant die eigen arbeidsmigranten wenst te vestigen, is het dan ook raadzaam om zich op voorhand te laten informeren over de afspraken die met de arbeidsmigranten kunnen worden gemaakt.

Actie ondernemen?

Er zijn dus meerdere aspecten waar een hotelexploitant die van plan is arbeidsmigranten of statushouders te huisvesten, rekening mee dient te houden. De huisvesting kan anders ongewenste gevolgen hebben. Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande vragen? Neem dan contact op met een van de advocaten van Blenheim advocaten.