16 december 2021

Het toetsingskader van de Ondernemingskamer

Categorie: Ondernemingskamer

Als in een enquêteprocedure om een onderzoek wordt verzocht moet de Ondernemingskamer daarover oordelen. De Ondernemingskamer beoordeelt hierbij het bedrijfskundige beleid van de onderneming slechts beperkt. De Ondernemingskamer zal niet ‘op de stoel van het bestuur gaan zitten’. De vraag is dan welk objectief toetsingskader de Ondernemingskamer wél toepast.

Het toetsingskader van de Ondernemingskamer

Het toetsingskader van de Ondernemingskamer is vastgelegd in artikel 2:350 BW. Dat artikel bepaalt dat de Ondernemingskamer een enquêteverzoek kan toewijzen indien gebleken is van gegronde redenen om aan een juist beleid of een juiste gang van zaken bij een vennootschap te twijfelen. Daarbij moet de Ondernemingskamer van oordeel zijn dat het onderzoek naar het beleid en de gang van zaken bij die rechtspersoon in het belang van die vennootschap is.

Wat het vennootschapsbelang inhoudt is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Indien aan de vennootschap een onderneming is verbonden, wordt het vennootschapsbelang vooral bepaald door het bevorderen van het succes van deze onderneming. Bij het nastreven van het succes van de onderneming door het bestuur kunnen de belangen van andere stakeholders worden achtergesteld. Dat vormt op zichzelf onvoldoende aanleiding voor de Ondernemingskamer om in te grijpen, omdat het vennootschapsbelang in dat geval nog steeds voorrang heeft. Pas indien het vennootschapsbelang evident niet wordt nagestreefd of als bij het nastreven van het vennootschapsbelang de belangen van bepaalde stakeholders onevenredig zijn geschaad zal de Ondernemingskamer geneigd zijn in te grijpen.

Vijf pijlers van het stakeholdersmodel als leidraad

Bij de beoordeling van de vraag of het vennootschapsbelang wordt nagestreefd en zo ja, of daarbij de belangen van bepaalde stakeholders daarbij onevenredig worden geschaad, kunnen de vijf pijlers van het zogenaamde stakeholdersmodel als leidraad worden genomen. Die vijf pijlers zijn (i) strategiebepaling bij het bestuur en RvC, (ii) vennootschapsbelang gericht op bestendig succes onderneming, (iii) vrijheid van inrichting corporate governance, (iv) bescherming en (v) rol van aandeelhouders.

De Ondernemingskamer zal bij haar beoordeling de vijf pijlers van het stakeholdersmodel respecteren. Zo zal de Ondernemingskamer het beleid van het bestuur niet uitgebreid inhoudelijk beoordelen maar zich zoveel mogelijk beperken tot het toetsen van de besluitvormingsprocessen die tot dat beleid hebben geleid. Daarnaast zal de vrijheid van inrichting van de corporate governance meebrengen dat de Ondernemingskamer niet snel zal ingrijpen indien de governance van de vennootschap een uitweg uit de ontstane situatie bieden.

Blenheim adviseert en procedeert in geschillen bij de Ondernemingskamer

Het kan voorkomen dat het bestuur van een vennootschap bij het behartigen van het vennootschapsbelang doorschiet en de belangen van andere stakeholders zoals minderheidsaandeelhouders onevenredig schaadt. In andere gevallen zal een patstelling in het bestuur ertoe leiden dat het belang van de vennootschap niet behartigd kán worden of dat het bestuur van de vennootschap zijn eigen belang boven dat van de vennootschap plaatst. In die gevallen kan het de moeite waard zijn om de zaak voor te leggen aan de Ondernemingskamer. Advocaten van Blenheim adviseren en procederen regelmatig in geschillen bij de Ondernemingskamer. Voor vragen over of partij bent bij een procedure bij de Ondernemingskamer kunt u daarom altijd bij ons terecht.