11 februari 2017

Handhaving overlast huurder

Categorie: Handhaving

De overheid heeft twee opties om op te treden tegen overlast van huurders en hinderlijke toeristen. Ze kan de overlastgever een bestuurlijke waarschuwing geven, of hem uit huis plaatsen. Dat heet bestuursdwang. Daarnaast kan de verhuurder tot ontruiming overgaan van de huurder die overlast veroorzaakt. Daarvoor moet de verhuurder de huurder dagvaarden in een civiele procedure (kort geding) en de rechter moet bij vonnis ontruiming van de overlast veroorzakende van de huurder toestaan. Omwonenden die hinder hebben kunnen daar ook aandringen bij de verhuurder. Een huurder in hetzelfde gebouw als de overlast veroorzakende huurder heeft een sterke vordering tegen de verhuurder om de overlast te beëindigen.

Overlast maatregel gemeente tegen huurder/bewoner: gedragsaanwijzing

De burgemeester kan na een recente wetswijzing een zogenaamde gedragsaanwijzing geven, die bijvoorbeeld inhoudt dat het huis niet meer aan toeristen wordt verhuurd. Ook kan de burgemeester een bestuurlijke boete geven, die in duizenden euro’s kan bedragen. De sancties die de burgemeester kan opleggen, gelden pas bij ernstige overlast door hurders. Omwonenden moeten tijdig, en telkens weer, klagen over de overlast die zijn ondervinden. De gedragsaanwijzing wordt alleen gebruikt als de voorgaande maatregelen niet hebben geholpen, zo is de geachte achter deze bestrijding van overlast en hinder.

Woningsluiting door gemeente

Artikel 174a van de Gemeentewet (ook wel genoemd: Wet Victoria) geeft de burgemeester de bevoegdheid een woning te sluiten indien de openbare orde rond de woning wordt verstoord door gedragingen in de woning. Maar de jurisprudentie stelt hoge eisen aan het gebruik van de Wet Victoria. Geluidsoverlast is bijvoorbeeld niet voldoende voor het opleggen van een al dan niet tijdelijke woningsluiting. Daarom kan een tijdelijk huisverbod worden opgelegd met als doel gedragsaanwijzing zoals bedoeld in de recente wetswijziging.

Klacht overlast omwonenden moet aanvraag tot bestuurlijke maatregel zijn

De gemeente moet uiterlijk binnen 8 weken beslissen op een aanvraag tot handhaving (met een bestuurlijke maatregel). Het is aan de gemeente, of burgemeester om te beslissen, of en zo ja op welke wijze tot handhaving wordt overgegaan. Eerst zal het bestuur moeten vaststellen dat sprake is van een overtreding waartegen de gemeente publiekrechtelijk kan optreden. Als dat niet zo is dan wordt de aanvraag tot handhaving afgewezen. Wellicht dat de verhuurder dan tot (civielrechtelijke) handhaving wil overgegaan. Tegen een afwijzing van een verzoek tot handhaving kan de aanvrager bezwaar aantekenen. Tegen een afwijzende beslissing op bezwaar staat beroep bij de rechtbank open.