DNB oefent het prudentiële toezicht uit. De AFM houdt zich vooral bezig met gedragstoezicht. Zo houdt DNB toezicht op het financiële systeem en waakt over de stabiliteit van het financiële systeem als geheel. Verder controleert DNB ook hoe financieel gezond een financieel bedrijf is. De AFM richt zich onder meer op de manier waarop financiële instellingen met hun klanten omgaan en de manier waarop partijen met elkaar omgaan op de financiële markten. U kunt bijvoorbeeld denken aan de wijze waarop een bank haar klanten informeert, of beleggers wel correct en volledig zijn geïnformeerd, of er geen beleggingsobjecten zonder vergunning worden aangeboden, of er geen effecten worden aangeboden zonder goedgekeurd prospectus, et cetera.
De AFM stimuleert financiële instellingen om eerlijk, zorgvuldig en open te zijn in hun omgang met klanten.
Het uitgangspunt van de toezichthouders bij het reguliere toezicht is normconform gedrag uit eigen beweging. Dat staat ook in het handhavingsbeleid dat DNB en AFM hebben opgesteld. De AFM heeft eveneens een aantal voorbeeld van handhaving op haar website gezet. Het handhavingsbeleid AFM en DNB treft u hier aan.
Op het moment dat het reguliere toezicht niet leidt tot normconform gedrag kunnen de AFM en DNB gebruik maken van diverse handhavingsinstrumenten. Als advocaat kan ik u daarbij vooraf adviseren. Het is bij handhaving van cruciaal belang dat u vooraf weet wat u rechten en plichten zijn; weliswaar hebben DNB en AFM veel rechten, maar ook zij hebben plichten. De inhoud van een gesprek kan bijvoorbeeld ook tegen u worden gebruikt; als advocaat AFM en DNB kan ik u daarbij adviseren.
Advocaat bespreekt handhavingsinstrumenten AFM en DNB
De toezichthouders beschikken over diverse handhavingsinstrumenten. Een aantal van deze instrumenten is geregeld in de wet- en regelgeving, echter een aantal niet, zoals een norm-overdragend gesprek of een waarschuwingsbrief. In veel gevallen zal een gesprek of een brief leiden tot het gewenste effect bij de financiële instelling, normconform gedrag. Het is echter niet vanzelfsprekend dat er bij een overtreding een norm-overdragend gesprek of waarschuwingsbrief verstuurd zal worden. Dit hangt af van de omstandigheden van het geval.
Voorbeelden van handhavingsinstrumenten waarover DNB en de AFM beschikken, zijn onder andere:
- het geven van een aanwijzing;
- het opleggen van een last onder dwangsom (al dan niet met openbaarmaking);
- het opleggen van een bestuurlijke boete (al dan niet met openbaarmaking);
- het doen van een verzoek aan de rechtbank om een noodregeling uit te spreken;
- het publiceren van een overtreding;
- het benoemen van een curator;
- het wijzigen, geheel of gedeeltelijk intrekken of beperken van de vergunning of een registratie.
Naast de handhavingsinstrumenten kunnen de toezichthouders ook bij overtreding strafrechtelijke aangifte doen bij het Openbaar Ministerie. Veel overtredingen van de Wet op het financieel toezicht (WFT) zijn namelijk strafbaar gesteld in de Wet op de economische delicten.
Bij de keuze voor een handhavingsinstrument houden de toezichthouders rekening met alle relevante omstandigheden van het geval en worden de rechtstreeks bij het besluit betrokken belangen afgewogen. Hierbij wordt onder meer gekeken naar wat de duur van de overtreding is geweest, of er sprake is van recidive en in welke mate de overtreding verwijtbaar is.
Procedure bij handhaving en acties toezichthouder
Het besluit tot het overgaan tot handhaven is (in de meeste gevallen) een besluit in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht. Dit betekent dat iedereen die te maken krijgt met handhaving door DNB en/of de AFM bezwaar kan maken tegen een dergelijk besluit. Dit bezwaar dient binnen zes weken na de datum van het besluit ingediend te zijn bij de betreffende toezichthouder. Dit kan ook pro forma om de termijn van zes weken te rekken. Vaak zal na indiening van het bezwaar een hoorzitting plaatsvinden bij de toezichthouder. Tijdens een dergelijke hoorzitting kan de bezwaarmaker haar standpunten nader kan toelichten (eventueel vertegenwoordigd door een advocaat). Indien de toezichthouder het bezwaar ongegrond verklaart, is er nog een mogelijkheid om in beroep te gaan tegen de beslissing op bezwaar bij de rechtbank.
Omdat een ingediend bezwaarschrift de werking van een besluit niet schorst (het handhavingsinstrument heeft dus effect ongeacht het bezwaar), kan bij de voorzieningenrechter te Rotterdam om een voorlopige voorziening verzocht worden, ten einde de werking van het besluit voor de duur van het bezwaar, c.q. beroep te schorsen.
Vrijblijvend contact over handhaving AFM en DNB
De gevolgen van handhaving kunnen voor u en uw onderneming zeer groot zijn. U kunt bijvoorbeeld ook een informatieverzoek krijgen ten aanzien van een vermoeden van voorwetenschap of marktmanipulatie, waar ik eerder over schreef.
Indien u geconfronteerd wordt met een besluit van de toezichthouder om over te gaan tot handhaving dan is het raadzaam om contact op te nemen met een advocaat, om de mogelijkheden voor een eventueel bezwaar c.q. beroep te bekijken. Blenheim Advocaten heeft uitgebreide ervaring in het voeren van procedures tegen zowel de AFM als DNB, zodat wij in overleg met u snel de gewenste en benodigde actie(s) kunnen ondernemen.
http://www.afm.nl/~/media/files/wetten-regels/beleid/handhavingsbeleid-afm-dnb-100708.ashx