17 december 2013

Hoofdelijke aansprakelijkheid hypotheekschuld

Categorie: Financieel recht, Hypotheek

Door de crisis hebben mensen soms een advocaat in de arm moeten nemen bij problemen met de bank over aflossing van de hypotheek. Dan blijkt dat er in de hypotheekakte bepalingen staan die vervelend kunnen uitpakken. Een voorbeeld. De ex-partner betoogt dat de Bank bij het aangaan van de financiering de op haar rustende bijzondere zorgplicht jegens haar heeft geschonden, stellende dat de verstrekte financiering ongebruikelijk en risicovol was en dat buitensporig hoge leningsbedragen zijn verstrekt (overkreditering). De ex-partner meent ook de Bank de op haar rustende zorgplicht heeft geschonden doordat zij heeft nagelaten de andere hoofdelijk verbonden kredietnemer aan te spreken ter aflossing van de restschuld nadat de woning van deze hoofdelijk schuldenaar was verkocht. Lees ook: hoofdelijkheid en borgtocht bij geldlening.

Bank mocht ex-partner hoofdelijk aansprakelijk stellen voor aflossing hypotheek

Art. 6 lid 2 van de Gedragscode Hypothecaire Financieringen van 1 januari 2007 bepaald dat ingeval de hypothecaire financiering wordt verstrekt aan meerdere consumenten, de hypothecair financier bij het bepalen van de leencapaciteit rekening mag houden met hun gezamenlijke inkomsten. Het stond de Bank vrij de ex-partner als hoofdelijk schuldenaar aan te spreken en dat de Bank niet was gehouden eerst verhaal te zoeken op de mede-schuldenaar en dat de Bank door dat niet te doen ook niet ongeoorloofd “partij kiest voor” de ex-partner al hoofdelijk aanspraklijke persoon onder de hypotheek.

Zorgplicht bank en financiële dienstverlener jegens klanten

Financiële dienstverleners, zoals banken en kredietinstellingen, hebben tegenover particulieren een bijzondere zorgplicht die strekt tot bescherming tegen onverantwoorde financiële risico’s. Deze zorgplicht vloeit voort uit de maatschappelijke positie van deze dienstverleners in samenhang met hun professionele deskundigheid. Zij strekt ertoe particulieren te beschermen tegen het gevaar van eigen lichtvaardigheid en gebrek aan inzicht. De zorgplicht beheerst niet alleen de contractuele relatie van de financiële dienstverlener met zijn cliënten, maar ook de precontractuele relatie met potentiële cliënten en de delictuele relatie met bepaalde derden. De inhoud en reikwijdte van deze zorgplicht hangt af van de omstandigheden van het geval. De Hoge Raad overwoog al eerder dat volgens vaste rechtspraak op de bank als professionele dienstverlener en bij uitstek deskundige dienstverlener een bijzondere zorgplicht rust bij beleggingsadviesrelaties met particuliere beleggers

Ex-partner veroordeeld jegens Bank om bouwdepot vrij te geven

Bij eindvonnis van 4 februari 2009 heeft de rechtbank in conventie de ex-partner veroordeeld om aan de Bank te betalen een bedrag van € 256.179,22, te vermeerderen met de contractuele rente ad 4,8% per jaar alsmede met de contractuele extra rente over de achterstallige termijnen. Ook veroordeelt de rechtbank haar het bouwdepot vrij te geven ten behoeve van de Bank.

Onrechtmatige onttrekking van gelden aan bouwdepot door de bank

Het hof heeft in hoger beroep, evenals de rechtbank, geoordeeld dat het bouwdepot niet met een bedrag van € 50.000,- gedebiteerd had mogen worden door de bank. Dat was een onrechtmatige onttrekking van gelden aan bouwdepot door de bank. Het Hof veroordeelt haar in hoger beroep veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het arrest aan de Bank te betalen een bedrag van € 250.228,62, te vermeerderen met de contractuele rente.

ECLI:NL:PHR:2013:791, 06-09-2013, conclusie Parket van de Hoge Raad