23 december 2015

Indeplaatsstelling vorderen bij de rechter

Categorie: Huurrecht

Indeplaatsstelling is een in de wet geregelde contractsovername, waarbij de opvolgende huurder in de rechten en verplichtingen van zijn voorganger treedt (artikel 7:307 BW). Bij indeplaatsstelling huurder gaan de rechten en plichten uit de oorspronkelijke huurovereenkomst dus over op de opvolgende huurder. De nieuwe huurder gaat dezelfde huurprijs betalen als zijn voorganger. Het is niet mogelijk om een hogere huurprijs bij overdacht te bedingen. Als toch een hogere huurprijs wordt overeengekomen, vindt er geen indeplaatsstelling plaats, maar ontstaat er een nieuwe huurovereenkomst (tegen een hogere huurprijs).

Voorwaarden indeplaatsstelling

Artikel 7:307 BW geeft een huurder van bedrijfsruimte, ex artikel 7:290 BW, de bevoegdheid om tegen de wil van de verhuurder een derde als nieuwe huurder in zijn plaats te stellen. Als de verhuurder weigert zijn medewerking te verlenen aan een indeplaatsstelling kan de huurder een machtiging aan de kantonrechter vragen. De rechter toetst het verzoek aan een aantal criteria: De huurder kan indeplaatsstelling bewerkstelligen indien hij het door hem (of door een ander) in het gehuurde uitgeoefende bedrijf wenst over te dragen aan de nieuwe huurder. Daarnaast dient de huurder of de ander die het bedrijf uitoefent een zwaarwichtig belang te hebben bij overdracht van het bedrijf en dient de nieuwe huurder voldoende waarborgen te bieden voor een volledige nakoming van de huurovereenkomst en een behoorlijke bedrijfsvoering. Vervolgens zal er een belangenafweging plaats vinden, waarin alle omstandigheden van het geval worden meege­wogen. Hierbij worden zowel de belangen van de verhuurder als huurder getoetst. Als aan deze voorwaarden is voldaan, moet de vordering in beginsel worden toegewezen. Er vindt echter nog een belangenafweging plaats, waarbij alle omstandigheden van het geval worden meegenomen.

De rechter kan aan de te verlenen machtiging voorwaarden verbinden. Zo kan hij verlangen dat de opvolgende huurder een bepaalde vorm van zekerheid biedt. Bijvoorbeeld enkele maanden waarborgsom.

Overige bedrijfsruimte

Voor de categorie overige bedrijfsruimte in de zin van 230a bedrijfsruimte bestaat de wettelijke faciliteit van indeplaatsstelling niet. Huurders en verhuurders van dergelijke objecten zijn derhalve aangewezen op de commune regeling van artikel 6:159 BW (contractsovername). Dit betekent dat vanuit de huurder bezien geen direct pressiemiddel jegens de verhuurder bestaat een opvolgend huurder te accepteren. De huurder van die categorie bedrijfsruimte is dus afhankelijk van de medewerking van de verhuurder.

Heeft u een vraag over indeplaatsstelling of huurecht? Neem dan contact op met een gespecialiseerde huurrechtadvocaat van advocatenkantoor Blenheim.