2 januari 2018

Indicatieve berekening uit hoofde van het Herstelkader Renteswap ontvangen?

Categorie: Procederen en advies, Renteswaps

In een recente zaak voor het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch vorderde de klant van de bank (onder meer) de gerealiseerde negatieve marktwaarde. Deze marktwaarde is het verschil tussen de afgesproken rente en de daadwerkelijke rente. Mocht op enig moment de rente lager zijn dan het afgesproken percentage, ontstaat deze negatieve waarde. Deze waarde hoeft niet te worden betaald als de looptijd van de renteswap volledig wordt uitgezeten. Wordt de renteswap echter in de tussentijd beëindigd, dan dient de negatieve of positieve waarde betaald dan wel vergoed te worden. In veel gevallen heeft de bank de (veelal) MKB-er niet goed ingelicht over de risico’s en werking van een renteswap en heeft zij daarbij haar (bijzondere) zorgplicht geschonden.

Negatieve marktwaarde renteswap als schade?

De bovenstaand genoemde uitspraak biedt een aardige inkijk in hoe de schade die kan worden geleden bij het vroegtijdig beëindigen van een renteswap moet worden berekend. De Wet bepaalt namelijk dat er een vergelijking moet worden gemaakt van de werkelijke situatie waarin de klant verkeerde en de hypothetische situatie indien de klant geen renteswap had afgesloten. Dit uitgangspunt in aanmerking genomen, wordt als schade opgemerkt datgene dat de klant meer heeft betaald aan rente en kosten onder de renteswap dan de klant zou hebben betaald onder het alternatieve renterisico dekkend product (zoals een vastrentende lening). Daarnaast moet de gerealiseerde negatieve marktwaarde die onlosmakelijk verbonden is aan de renteswapovereenkomst ook als (mogelijke) schadepost te worden opgenomen.

Gerechtelijke procedure en Herstelkader

Ook is in de bovengenoemde uitspraak (kort) het Uniform Herstelkader Rentederivaten besproken. Op grond hiervan kan een MKB-er schadevergoeding ontvangen. Op dit moment is er slechts nog sprake van een indicatieve schadevergoeding. Dit houdt in dat de bank een inschatting maakt waar de MKB-er recht op zou hebben. Soms gebruikt een rechter deze indicatieve vergoeding als een middel om partijen richting een schikking te bewegen.

De indicatieve vergoeding is in onze ogen een minimaal bedrag waar niet ten laste van de MKB-er van mag worden afgeweken. Als de definitieve vergoeding lager uitvalt, hoeft de MKB-er het verschil niet terug te betalen aan de bank. In het andere geval, dat de definitieve vergoeding hoger uitvalt dan de indicatieve vergoeding, is dit voordeel voor de MKB-er.

Hebt u te maken met renteswapzaak, of hebt u vragen over de indicatieve vergoeding uit hoofde van het Uniform Herstelkader Rentederivaten? Neem dan contact op met Blenheim.