7 januari 2015

Intrekking exploitatievergunning horeca

Categorie: Bibob-procedure, Vergunningen

In een café of andere horecaruimte wordt soms een gokapparaat geplaatst. Dat dient te gebeuren conform de geldende regels. De kansspelautoriteit is daar een belangrijke controlerende instelling. Om in aanmerking te komen voor een exploitatievergunning, aan te vragen bij de gemeente waarin de horeca ligt, moet de horeca-exploitant ingevolge de procedure Wet Bibob aan een aantal eisen voldoen:

  • Een exploitant en de personen belast met de dagelijkse leiding van een onderneming moeten integer zijn;
  • Een exploitant moet beschikken over een werkplaats of een contract hebben met een bedrijf dat onderhoud- en reparatiewerkzaamheden verricht.

De Kansspelautoriteit geeft de exploitatievergunning af voor een termijn van 10 jaar. Gedurende die termijn wordt de integriteit van de exploitant en de personen belast met de dagelijkse leiding getoetst. Indien de horecaexploitant in strijd met de Wet handelt, kan de burgemeester de exploitatievergunning en horecavergunning direct intrekken. In twee recente gevallen heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Gelderland geoordeeld dat de gemeente dat niet volgens de regels heeft gedaan. Meer: sancties handhaving horeca.

Bij intrekking horecavergunning dient gemeente aan beleid te toetsen

De burgemeester kan bestuursdwang uitoefenen bij overtreding van horecaregels. Het besluit tot intrekking van de horecavergunning dient genomen te worden overeenkomstig het ter zake geldende beleid, bijvoorbeeld het beleid in een horeca-beleidsnota. Ook kunnen er regels voor de horeca in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) staan. De gemeente dient in het besluit tot intrekking van een vergunning uitdrukkelijk te vermelden op welke punten niet aan dit geldende beleid is voldaan. Gebeurt dat niet, dan loopt de gemeente het risico dat de rechter ingrijpt en het bezwaar van de horecaexploitant gegrond verklaard.

Na intrekking vergunning kan exploitant voorlopige voorziening vragen bij bestuursrechter

In de recente zaken van de rechtbank Gelderland (AWB 14/7851 en AWB 14/7879 d.d. 4 december 2014) schorste de voorzieningenrechter het besluit tot intrekking van de vergunning door de gemeente van twee horecagelegenheden. In beide gevallen werd illegale gokapparatuur in de horeca aangetroffen na een inval door de kansspelautoriteit, politie en belastingdienst. De rechter meende echter dat het besluit tot intrekking van de horecavergunning onvoldoende gemotiveerd was door de gemeente en ook onvoldoende was verwezen naar het geldende beleid.

Exploitatievergunning, integriteit en slecht levensgedrag

De conclusie in het besluit dat de exploitant van slecht levensgedrag is, als bedoeld in artikel 8 van de Drank- en Horecawet, was volgens de rechter dan ook voorbarig. Dat betekent dat doorgaans door de burgemeester een Bibob-advies gevraagd wordt bij bureau Bibob. De Bibob status van de leidinggevende van de horecaruimte staat dan op het spel. De intrekking van de exploitatievergunning en drank- en horecavergunning werd door de rechter geschorst. In de bezwaarprocedure dient de gemeente nu alsnog te motiveren of conform het geldende beleid de regels zijn geschonden en terecht is overgegaan tot intrekking van de vergunningen voor de horecagelegenheden.