27 juni 2014

Intrekking vergunning detailhandel

Categorie: Vergunningen

De gemeente heeft in deze zaak de aan Lidl Nederland GmbH (hierna: Lidl) verleende vrijstelling voor het gebruik van panden als supermarkt ingetrokken. Onder meer Lidl ging in beroep en de bestuursrechter diende zijn oordeel over de zaak te geven. Bij uitspraak van 7 augustus 2012 heeft de rechtbank het ingestelde beroep gegrond verklaard en het besluit van 4 januari 2012 van de gemeente vernietigd. Daarmee herleefd de vergunning voor de supermarkt. Daarna kwam de kwestie in hoger beroep bij de Raad van State (uitspraak 21 augustus 2014, ECLI:NL:RVS:2013:839). Check ook: schadevergoeding van de overheid wegens fout besluit.

Geluidsoverlast vrachtwagens supermarkt: overtreding geluidsnormen

Het college heeft aan het besluit tot intrekking van de omgevingsvergunning voor de supermarkt ten grondslag gelegd dat de bevoorrading van de supermarkt plaatsvindt vanaf de Julianastraat en dit heeft geleid tot klachten van omwonenden over geluidsoverlast. Aan Lidl is een last onder dwangsom opgelegd wegens overschrijding van de geluidgrenswaarden uit het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer. Verder is uit onderzoek gebleken dat de maatregelen die moeten worden genomen om te kunnen voldoen aan de geluidgrenswaarden disproportioneel en feitelijk onuitvoerbaar zijn. Daarbij komt volgens het college dat aan de exploitatie van een supermarkt inherent is dat de bevoorrading van de supermarkt zeer frequent plaatsvindt.

Wettelijke grond tot intrekking vergunning supermarkt

Artikel 2.33 van de Wabo noch de geschiedenis van de totstandkoming van dit artikel (Kamerstukken II 2006/07, 30 844, nr. 3, blz. 117-119) bevat aanwijzingen dat het bestuursorgaan dat de omgevingsvergunning heeft verleend, in andere dan de in dit artikel vermelde gevallen bevoegd is de vergunning in te trekken. De opsomming van intrekkingsgronden in artikel 2.33 van de Wabo is limitatief. Andere gronden voor intrekking, voor zover die niet is bedoeld als sanctie, waarvan als gezegd in dit geval geen sprake is, zijn uitgesloten.

Besluit tot intrekking van de omgevingsvergunning onterecht

Vaststaat dat het college artikel 2.33 van de Wabo niet aan zijn besluit tot intrekking van de omgevingsvergunning ten grondslag heeft gelegd. Tussen partijen is voorts niet in geschil dat de omstandigheden die in dit geval aan het besluit tot intrekking van de omgevingsvergunning ten grondslag liggen, niet zijn aan te merken als een situatie als bedoeld in artikel 2.33, eerste of tweede lid, van Wabo. Gelet hierop was het college niet bevoegd tot intrekking van de aan Lidl verleende omgevingsvergunning over te gaan. De rechtbank heeft dit niet onderkend maar heeft het besluit wel terecht vernietigd aldus de Raad van State.
Lees ook: handhaving en gedogen.