5 april 2013

Klachtplicht bij verkeerd beleggingsadvies; klachttermijn

Categorie: Aansprakelijkheidsrecht

Dit artikel herbergt twee plichten; namelijk de plicht om te onderzoeken of een prestatie met een gebrek is behept (onderzoeksplicht) en de plicht om de schuldenaar van eventuele gebreken op de hoogte te stellen (klachtplicht). Met deze twee plichten corresponderen ook een onderzoekstermijn waarbinnen het vermeende gebrek redelijkerwijs ontdekt had moeten worden en een klachttermijn waarbinnen vervolgens geklaagd zou moeten worden.

Op 8 februari jl. heeft de Hoge Raad drie uitspraken gewezen over de vraag wanneer in een beleggingsadviesrelatie tijdig is geklaagd. Nu het in een dergelijke adviesrelatie vaak handelt om een bank en om een particuliere cliënt heeft de Hoge Raad ter bescherming voor de particuliere cliënt overwogen dat de cliënt er in beginsel vanuit mag gaan dat de bank haar zorgplicht jegens hem heeft nageleefd. Cliënt heeft ook dan pas een onderzoeksplicht met betrekking tot de vraag of de bank haar zorgplicht jegens hem of haar heeft nageleefd indien hij van die zorgplicht op de hoogte is en hij aanleiding heeft te veronderstellen dat de bank daarin tekort kan zijn geschoten. Het enkele feit dat de rendementen tegenvallen of er verliezen zijn geleden, zijn op zichzelf nog geen redenen om tot onderzoek over te gaan.

Op de vraag binnen welke termijn nu door de cliënt moet worden geklaagd geeft de Hoge Raad als antwoord dat voor de beantwoording van deze vraag alle omstandigheden van het geval moeten worden meegenomen. In ieder geval zijn van belang:

  • de aard en de inhoud van de rechtsverhouding;
  • de aard en inhoud van de prestatie;
  • de aard van het gestelde gebrek;
  • de vraag of de bank nadeel lijdt door het te late klagen.

De arresten van 8 februari jl. leren ons in het geval van een beleggingsadviesrelatie dat er niet snel een schending wordt aangenomen van de onderzoeks- en klachtplicht van cliënt. Dit met name nu de bank een professionele en deskundige dienstverlener is, terwijl het cliënt over het algemeen aan een zodanige professionaliteit en deskundigheid ontbreekt.