9 april 2013

Loonsanctie ondanks volledige arbeidsongeschiktheid

Categorie: Bestuursrecht

Tijdens ziekte van een werknemer heeft een werkgever gedurende twee jaar lang (104 weken) de verplichting het loon door te betalen en de werknemer te re-integreren. Dit geldt ook voor de werknemer die door de bedrijfsarts volledig arbeidsongeschikt wordt geacht. Als de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen niet of onvolledig is nagekomen of onvoldoende re-integratie inspanningen heeft verricht, kan het UWV bepalen dat de werkgever het loon na de periode van 104 weken van ziekte nog eens maximaal 52 weken dient door te betalen. We spreken dan van een loonsanctie.

Na de loondoorbetalingsperiode van 104 weken, beoordeelt het UWV of de werknemer in aanmerking komt voor een WIA-uitkering. In het kader van deze uitkering wordt eerst getoetst of aan de Poortwachtertoets is voldaan. Hieraan is voldaan indien voldoende re-integratieresultaat is behaald en de werknemer en werkgever voldoende re-integratie inspanningen hebben verricht.

Van een werknemer die geen mogelijkheden meer heeft tot het verrichten van arbeid in het eigen bedrijf of bij een andere werkgever worden van de werkgever en de werknemer geen re-integratie-inspanningen verwacht. Hiervan is enkel sprake indien de werknemer geen benutbare mogelijkheden (GBM-criteria) heeft. Deze criteria luiden als volgt: betrokkene is opgenomen in een ziekenhuis of AWBZ-instelling; betrokkene is bedlegerig; betrokkene voor het uitvoeren van activiteiten van het dagelijks leven dermate afhankelijk is dat hij lichamelijk niet zelfredzaam is of betrokkene als gevolg van een ernstige psychische stoornis in zijn zelfverzorging, in zijn directe samenlevingsverband alsook in zijn sociale contacten, waaronder zijn werkrelaties, niet of dermate minimaal functioneert dat hij psychisch niet zelfredzaam is. Daarnaast zijn er enkele andere (bijzondere) omstandigheden (o.a. terminale ziekte) die kunnen leiden tot geen benutbare mogelijkheden.

Alleen indien een van bovengenoemde situaties zich voordoet zijn er geen benutbare mogelijkheden en kunnen re-integratie inspanningen achterwege blijven. De praktijk wijst echter uit dat hier niet snel sprake van is. Derhalve doet een werkgever er verstandig aan om een oordeel van haar bedrijfsarts dat er geen benutbare mogelijkheden zijn, niet zomaar over te nemen en dit nader te onderzoeken. Het UWV kan nogal eens anders oordelen. Indien later blijkt dat er immers wel benutbare mogelijkheden waren, zal de werkgever toch een loonsanctie opgelegd krijgen wegens onvoldoende re-integratie inspanningen. Immers door het aanwezig zijn van mogelijkheden, had wel gere-integreerd kunnen worden. In dat geval kan de werkgever zich niet verschuilen achter haar bedrijfsarts.

Als werkgever doet u er dan ook verstandig aan om gedurende de periode van ziekte van een volledig arbeidsongeschikte werknemer een deskundigenoordeel aan te vragen over uw eigen re-integratie inspanningen. Echter een garantie biedt ook dit niet daar dit oordeel slechts een momentopname betreft.

Tegen de oplegging van een loonsanctie kan bezwaar worden gemaakt.

Indien u naar aanleiding van het bovenstaande vragen heeft, adviseren wij u graag. U kunt uiteraard vrijblijvend contact opnemen met een advocaat arbeidsrecht.