7 februari 2017

Waarom is medezeggenschap belangrijk?

Categorie: Arbeidsrecht

In 2006 werk ik als bedrijfsjurist bij ABN AMRO. In 2007 verandert alles door de overname van die bank. Er zijn handjes nodig voor de medezeggenschap. De toenmalige voorzitter van de Centrale Ondernemingsraad, Sacha Scholten, vraagt mij of ik wil bijdragen aan het zgn. Vertegenwoordigd Overleg – de medezeggenschap van ABN AMRO. Ik overleg dat verzoek met mijn leidinggevende. Ze vindt het goed, maar probeert (mogelijk) mijn verwachtingen te temperen door te zeggen dat het Vertegenwoordigd Overleg niet de macht heeft iets te veranderen. De invloed van het VO zou niet zo ver reiken. Na een achtbaan aan ervaringen binnen het VO en (uiteindelijk) als advocaat van de Centrale Ondernemingsraad ben ik tot de conclusie gekomen dat een ondernemingsraad (wel degelijk) meer invloed heeft dan je misschien op het eerste gezicht zou denken.

Afgelopen zaterdag (21 januari 2017) heb ik mijn ervaringen gedeeld met een prachtige groep jonge rijksambtenaren. Tijdens de Kick Off van het MZLAB RIJK, georganiseerd door CNV Jongeren en FNV Jong, geef ik een Spoedcursus Wet op de Ondernemingsraden (WOR). Tijdens de cursus ga ik uiteraard in op de rechten en plichten voor overheidsorganisatie en medezeggenschap. Maar de WOR is meer dan alleen een setje rechten en plichten die een OR het recht op inspraak geven. De WOR is de basis voor het kunnen beïnvloeden en zelfs tegenhouden van beleid. Een krachtig instrument voor degenen die weten hoe ze het moeten gebruiken.

Misschien wel de belangrijkste les uit mijn tijd bij het VO van ABN AMRO en als advocaat van ondernemingsraden en bestuurders is dat medezeggenschap mensenwerk is. Werk voor en door collega’s die met elkaar het beste voor hebben met de organisatie waar zij voor werken. Voor dat werk heeft de wetgever tools gegeven.

Medezeggenschap is belangrijk

Maar uitleggen waarom medezeggenschap belangrijk is, daarover ga ik niet. (Ook al licht ik dat in een 1-op-1 gesprek graag toe). Waar ik wel over ga, is ondernemingsraden en bestuurders adviseren over hoe medezeggenschap werkt. Wat zijn de bijbehorende kaders en verplichtingen maar misschien nog wel meer: wat zijn de kansen en mogelijkheden die de WOR biedt?

Het was bijzonder de Kick Off van MZLAB RIJK mee te mogen maken. Niet in de laatste plaats omdat ik kennis heb gemaakt met Bernard Koekoek (Algemeen Bestuurslid FNV & Adviseur FNV Jong) en Jessy van den Boogaard (Projectadviseur CNV Jongeren en project leider MZ LAB). Hun bevlogenheid voor het enthousiasmeren van jongeren voor de medezeggenschap werkt aanstekelijk. Maar ook vanwege de bijzonderheden van medezeggenschap bij de overheid.

Net zoals bij medezeggenschap in de markt- of private sector, kunnen rijksambtenaren via een ondernemingsraad invloed uitoefenen op het beleid en de gang van zaken in de organisatie waar zij werken. Door het recht op inspraak – zoals vastgelegd in het informatie-, initiatief-, advies- en instemmingsrecht – wordt een ambtenaar betrokken bij zijn organisatie. Dat recht op inspraak wordt echter beïnvloed door het zgn. ‘primaat van de politiek’. De WOR is namelijk niet geschreven voor overheidsorganisaties, maar voor de marktsector. Toch was het de bedoeling van de wetgever om voor de overheidssector zoveel mogelijk aan te sluiten bij medezeggenschap in de marktsector, tenzij de bijzondere positie van de overheid als werkgever tot afwijking noodzaakt (Kamerstukken II, 1993/94, 23 551, nr. 3, p. 2).

Ondernemingsraad en besluitvorming

Uit de WOR volgt dat het totale ondernemingsbeleid onderwerp van overleg hoort te zijn. Immers, een ondernemingsraad wordt ingesteld in het belang van het goed functioneren van de onderneming in al haar doelstellingen. Maar overheidsorganisaties zijn geen ondernemingen in gangbare zin. Besluitvormingsvormingsprocessen bij de overheid lopen anders dan in het bedrijfsleven. Om recht te doen aan het bijzondere karakter van een overheidsorganisatie is een belangrijke beperking opgenomen in artikel 46d sub b WOR, bedoeld om het primaat van de politiek te beschermen. De beperking houdt in dat een ondernemingsraad bij de overheid géén recht heeft te overleggen over politieke besluiten over beleid, taken en uitvoering daarvan. De ondernemingsraad heeft wél het recht te overleggen over de gevolgen van politieke besluiten voor de werkzaamheden van ambtenaren. Het is goed te realiseren dat de bescherming van het primaat van de politiek doorwerkt in alle rechten die een ondernemingsraad heeft om beleid te beïnvloeden.

De vraag waar een ondernemingsraad bij een overheidsorganisatie nu wel of niet recht van inspraak heeft, is niet eenvoudig te beantwoorden. Het kan voor bestuurders en ondernemingsraden dan ook lastig zijn te bepalen, hoe ver het politiek primaat reikt en in hoeverre van een daadwerkelijke invloed van de ondernemingsraad op de gevolgen ervan sprake kan zijn. Er is regelmatig over deze grenzen geprocedeerd bij de Ondernemingskamer, om hierover meer duidelijkheid te verkrijgen.

Meer weten? Ik adviseer graag over de mogelijkheden van de Wet op de Ondernemingsraden, zowel voor de private als de overheidssector. Neem vrijblijvend contact op.