24 mei 2014

Monument en handhaving gemeente

Categorie: Monumentenrecht

 

Een vergunning voor gedeeltelijke sloop of wijziging van een monument kan soms lang op zicht laten wachten. In de uitspraak van 1 februari 2012 (zaaknr. 201101486/1/A2) van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (AbRvS) was sprake van sloop van een monument met een nog niet onherroepelijke sloopvergunning van de voorbouw van het Sankt Ludwig complex in Vlodrop. Het Sankt Ludwig complex is aangewezen als een beschermd rijksmonument. Zie ook: regels monumentenrecht.

Last onder dwangsom voor eigenaar monument

Het college van burgemeester en wethouders van Roerdalen heeft de eigenaar – Stichting Maharishi European University / Maharishi Vedic University oftewel “Meru”- een last onder dwangsom opgelegd om de voorbouw in de toestand zoals deze was voor de sloop te herstellen en om passende voorzieningen te treffen aan de overige delen van het complex om de schade die aan het rijksmonument ontstaat ten gevolge van weersinvloeden te voorkomen. Met betrekking tot het laatste punt van de last heeft Meru in hoger beroep bij de AbRvS aangevoerd dat de verbodsbepaling daar niet op ziet, omdat bij de totstandkoming van de Monumentenwet 1988 expliciet is overwogen dat geen onderhoudsverplichting kan worden opgelegd.

Beroep rechter tegen sanctie voor monument

In artikel 11, lid 2, onder b van de Monumentenwet 1988 (oud), het huidige artikel 2.1., lid 1 onder f van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), is bepaald dat het verboden is handelingen te verrichten (slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen, herstellen, gebruiken of laten gebruiken) op een wijze die het beschermde monument ontsiert of in gevaar brengt. De AbRvS oordeelt dat van geval tot geval moet worden bezien of ten gevolge van een bepaalde handelswijze een monument in gevaar wordt gebracht als bedoeld in deze wettelijke bepaling. Uit de Memorie van Toelichting bij de Monumentenwet 1988 blijkt dat het langdurig openlaten van daken, dakramen, ramen en deuren, waardoor hemelwater ongehinderd naar binnen gaat, strafbare verwaarlozing van een monument oplevert. Volgens de AbRvS vallen dan ook zowel het actief als het passief verwaarlozen binnen de werking van deze verbodsbepaling. Tegen het nalaten van maatregelen om het monument te beschermen, kan dan ook handhavend door het bestuursorgaan worden opgetreden. Lees ook de vijf aandachtpunten bij vergunningprocedure voor werk aan monument.

Handhaving regelgeving voor monument soms gebrekkig

De overheid kan dwangsom of bestuursdwang opleggen; dat bestuursrechtelijke sancties. De gemeente kan de eigenaar van het monument aanschrijven. Verwaarlozen van een monument kan ook strafbaar zijn. In de Wet op de economische delicten (artikel 1a onder 2º, respectievelijk 3º) is bepaald dat schending van de betreffende verbodsbepalingen in de Wabo als misdrijf of overtreding strafrechtelijk vervolgbaar zijn. Mijn ervaring is dat de handhaving soms gebrekkig is. Dat betekent dat in een procedure het besluit tot handhaving door de rechter vernietigd kan worden. Bij het eerste signaal dat de inspectie meent dat er reden is voor actie is het zinvol met ons contact op te nemen. Blijf in ieder geval is gesprek met de contactpersoon. Als u laat merken dat u doende bent werkzaamheden te organiseren dan is een besluit to handhaving prematuur.