31 december 2013

Samenstelling van en besluitvorming in ‘one tier board’

Categorie: Bestuurders, Ondernemingsrecht

Grote Nederlandse ondernemingen hebben veelal een two tier board; een raad van bestuur en daarnaast een raad van commissarissen.

De one tier board wordt in Nederland al enkele jaren door verschillende (grote) Nederlandse ondernemingen gebruikt. Op internationaal niveau is de one tier board een bekend fenomeen en in Angelsaksische landen is het zelfs de norm.

Om de concurrentie met het buitenland aan te gaan, is de one tier board ook in onze wetgeving verankerd. Een ander voordeel van de one tier board is volgens de minister dat de niet uitvoerende bestuurders eerder en meer informatie zullen krijgen dan commissarissen in het two tier board model en bovendien dat niet uitvoerende bestuurders meer betrokken zullen zijn bij de gang van zaken binnen de onderneming dan commissarissen. Hierdoor zou het bestuur slagvaardiger kunnen optreden.

Wettelijke regeling van bestuurstaken bij one tier board

De one tier board is vastgelegd in artikel 2:239 a Rv en bepaalt in lid 1 dat bij de statuten kan worden bepaald dat de bestuurstaken worden verdeeld over één of meer niet uitvoerende bestuurders en één of meer uitvoerende bestuurders. Daarbij geldt dat (i) de taak om toezicht te houden op het beleid van de bestuurders niet door een taakverdeling kan worden ontnomen aan de niet uitvoerende bestuurders en (ii) dat het voorzitterschap van het bestuur, het doen van voordrachten voor benoeming van een bestuurder en het vaststellen van de bezoldiging van uitvoerende bestuurders niet aan (een) uitvoerende bestuurder(s) kunnen worden toebedeeld. Lid 3 bepaalt verder dat bij of krachtens de statuten kan worden bepaald dat een bepaalde bestuurder rechtsgeldig kan besluiten over zaken die tot zijn taak behoren.

Samenstelling

De wet stelt geen eisen aan de hoeveelheid uitvoerende bestuurders en niet uitvoerende bestuurders binnen een one tier board. De wet schrijft alleen voor dat er minimaal één uitvoerende bestuurder en minimaal één niet uitvoerende bestuurder is.

Wel lijkt het de bedoeling van de minister dat de niet uitvoerende bestuurders getalsmatig of voor wat stemmenverhoudingen betreft in de meerderheid zijn en op die manier de totstandkoming van bestuursbesluiten kunnen tegenhouden. De corporate governance code is hierover overigens wel duidelijk: de meerderheid van het bestuur bestaat uit leden die niet met de dagelijkse gang van zaken zijn belast en onafhankelijk zijn in de zin van de code.

Besluitvorming

Besluitvorming in een one tier board lijkt gecompliceerder te zijn dan besluitvorming in een two tier board. Functionarissen met verschillende functies zitten immers in één vennootschapsrechtelijk bestuursorgaan, waardoor de taken en bevoegdheden minder duidelijk te scheiden zijn.

De wet zegt niet uitdrukkelijk of in de one tier board zowel de niet uitvoerende bestuurders of uitvoerende bestuurders dienen te stemmen over alle zaken die spelen binnen het bestuur en die niet bij wet zijn toebedeeld aan specifieke bestuurders. Uit de Memorie van Toelichting volgt dat niet uitvoerende bestuurders “meebeslissen over bestuursbesluiten”. Alles bestuurders stemmen in beginsel dus mee over alle bestuursbesluiten.

Het gevolg is dat niet uitvoerende bestuurders een aanzienlijk zwaardere taak én meer bevoegdheden krijgen dan de raad van commissarissen. De raad van commissarissen is namelijk in beginsel uitsluitend bevoegd om bepaalde bestuursbesluiten goed- of af te keuren, indien de wet, statuten of overeenkomst de raad van commissarissen daartoe de bevoegdheid geeft. Dit betekent dat niet uitvoerende bestuurders zich diepgaand dienen te verdiepen in alle bestuursaangelegenheden. Dit zal een grotere werkdruk met zich meebrengen. Een ander gevolg is dat het onderscheid tussen niet uitvoerende en uitvoerende bestuurders in aanzienlijke mate vervaagt.

Deze situatie kan voorkomen worden: de wet bepaalt dat uitzonderingen op de hoofdregel dat alle bestuurders over alle zaken stemmen mogelijk zijn. Bij of krachtens de statuten kan namelijk worden bepaald dat een bestuurder rechtsgeldig kan besluiten omtrent zaken die tot zijn taak behoren (artikel 2:239a lid 3 BW). De wetgever heeft hiermee gehoor gegeven aan de wens uit de praktijk om bepaalde (type) bestuurders bepaalde exclusieve bevoegdheden toe te kennen. Dit leidt er dan automatisch toe dat deze bevoegdheid niet toekomt aan de overige bestuurders.

Advies door een advocaat over besluitvorming in een one tier board

Heeft u vragen over de samenstelling van en besluitvorming in een one tier board? Neemt u dan vrijblijvend contact op met ons.