25 mei 2015

Onjuiste informatie en bestuurdersaansprakelijkheid

Categorie: Bestuurdersaansprakelijkheid

De bestuurder van een verkopende rechtspersoon, die de activa van die rechtspersoon met de daarbij gedreven onderneming verkoopt onder afgifte van een prognose over de te behalen omzetten, handelt onrechtmatig indien hij bewust een onjuiste omzetinschatting meegeeft.
Onderdeel van de overeenkomst waarover in dit geval de rechtbank oordeelde was overigens tevens dat de samenwerking met de verkopende partij zou worden voortgezet. De voorgehouden resultaten komen echter niet in de buurt van hetgeen de kopende partij uiteindelijk weet te realiseren. Bovendien gaat de verkopende rechtspersoon ook nog failliet. Mede daardoor komt de afgesproken samenwerking dan ook niet tot wasdom.

In een procedure, die heeft geleid tot de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 4 februari 2015 (ECLI:NL:RBROT:2015:879), wordt door de rechtbank eerst hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurder op grond van artikel 2:11 BW van de hand gewezen. De (indirect) bestuurder zou op basis van dat artikel hoofdelijk aansprakelijk kunnen zijn voor de tekortkomingen van de gefailleerde rechtspersoon.
Deze doorwerking, oftewel “piercing the corporate veil”, gaat niet op volgens de rechtbank. De rechtbank oordeelt terecht dat artikel 2:11 BW uitsluitend bedoeld is voor de uit de wet voortvloeiende aansprakelijkheid en niet dus voor eventuele contractuele aansprakelijkheden.
Wat overblijft, is dan vervolgens of het handelen van de bestuurder onrechtmatig is.
De rechtbank sluit niet aan bij de volgens vaste jurisprudentie uitgekristalliseerde beoordelingsmaatstaf, dat er in beginsel sprake dient te zijn van een persoonlijk ernstig verwijt. Deze relatief hoge drempel wordt gerechtvaardigd door de omstandigheid dat er sprake is van handelingen van de B.V. en door het maatschappelijk belang dat wordt voorkomen dat bestuurders hun handelen in onwenselijke mate door defensieve overwegingen laten bepalen.
Ook nog was van belang dat de rechtbank, aan de hand van een getuigenverklaring van de voormalig bedrijfsleider, kon vaststellen dat de bestuurder moet hebben geweten dat de prognoses niet haalbaar waren. De rechtbank oordeelt dan ook dat de bestuurder bewust onrechtmatig heeft gehandeld.
Met name de bewustheid van de onjuiste mededeling bij de verkoop is overigens ook aan te merken als een persoonlijk ernstige verwijtbaarheid. Kortom, het bewust voorspiegelen van een onjuiste prognose bij verkoop van een onderneming kan persoonlijke aansprakelijkheid van een bestuurder van die rechtspersoon opleveren.

Bewust misleiden en persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurder

Eigenlijk een uitspraak die geheel in lijn is met de tendens in de rechtspraak, dat een bestuurder die bewust misleidt en een wederpartij daardoor bewust op het verkeerde been zet, daarvan de hoge prijs van persoonlijke aansprakelijkheid dient te betalen.
In dit soort zaken dient echter wel goed voor ogen gehouden te worden dat het bewijs van die bewustheid vaak niet makkelijk te leveren zal zijn.

Juridisch advies over aansprakelijkheid voor verkeerde informatie

Indien u bij de koop van een onderneming verkeerd geïnformeerd bent, of (omgekeerd) bij de verkoop wordt beschuldigd van het geven van verkeerde informatie, dan geven de advocaten van Blenheim graag juridisch advies over de aansprakelijkheid die daarvan het gevolg zou kunnen zijn.