22 maart 2022

Dwangsom als gevolg van het niet naleven van een vergunning

Categorie: Handhaving, Vergunningen

Omdat ik als advocaat bestuursrecht regelmatig procedures voer over sancties zoals een dwangsom die de overheid aan bedrijven oplegt geef ik hiervan een voorbeeld.  Handhaving kan gedaan worden met een waarschuwing, dwangsom, bestuurlijke boete of intrekking van de vergunning.

Hoe begint dwangsom procedure van een toezichthouder?

Het bedrijf in deze zaak heeft een lozingsvergunning die is onderdeel geworden van de aan het bedrijf verleende omgevingsvergunning. Aan de omgevingsvergunning zijn voorschriften verbonden. De provincie heeft klachten ontvangen en melding over een illegale lozing op het riool door het bedrijf in strijd met de voorschriften van de omgevingsvergunning. Met gelet op eerdere door het Waterschap gemelde lozingen, en derhalve overtreding van voorschriften van de vergunning heeft de provincie in kennis gesteld van het voornemen om haar een last onder dwangsom op te leggen. De aankondiging van een last onder dwangsom aan de betrokkene is wettelijke verplicht; dat wordt een voornemen genoemd. Het bedrijf kan dan na de aankondiging de overtreding beëindigen of indien zij meent dat geen sprake is van overtreding van de voorschriften van de omgevingsvergunning een zienswijze indienen tegen de aankondiging van een last onder dwangsom.

Bevoegdheid bestuursorgaan tot oplegging dwangsom bij overtreding

Ingevolge artikel 5:31d van de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) wordt onder last onder dwangsom verstaan: de herstelsanctie, inhoudende:

a. een last tot geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding en

b. de verplichting tot betaling van een geldsom indien de last niet of niet tijdig wordt uitgevoerd.

In artikel 5:32b van de Awb is onder meer bepaald dat het bestuursorgaan de dwangsom vaststelt hetzij op een bedrag ineens, hetzij op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd, dan wel per overtreding van de last onder dwangsom. Het bestuursorgaan stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. Voor eenmaal verbeurde dwangsommen kan een bestuursorgaan een beschikking tot invordering nemen en met een dwangbevel tot incasso van de verbeurde dwangsommen overgaan. Lees ook: dwangbevel en invordering na bestuursdwang.

Dwangsombesluit tegen overtreding voorschriften omgevingsvergunning

In een dwangsombesluit heeft de provincie eiseres een last onder dwangsom opgelegd in verband met overtreding van twee voorschriften opgenomen in het lozingengedeelte van aan het bedrijf verleende omgevingsvergunning. Het bedrijf dit besluit bezwaar gemaakt. In de beslissing op bezwaar heeft de provincie het bezwaar ongegrond verklaard, de begunstigingstermijn voor het beëindigen van de overtredingen vastgesteld op 31 maart 2014 en het dwangsombedrag vastgesteld op € 50.000,– per overtreding, tot een maximum van € 200.000,–. Het bedrijf heeft tegen de beslissing op bezwaar beroep ingesteld en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen dat het besluit op bezwaar en het dwangsombesluit met terugwerkende kracht worden geschorst tot zes weken na de bekendmaking van de uitspraak op het beroep.

Bewijs van overtreding vergunningvoorschriften

Voor de conclusie dat beide vergunningvoorschriften zijn overtreden, heeft de provincie zich ook gebaseerd op meldingen van het bedrijf zelf. Daarbij komt dat de rechtbank niet is gebleken dat eiseres op enig moment heeft gesteld en onderbouwd dat onjuiste meldingen zouden zijn gedaan. De rechtbank baseert dit oordeel op de diverse, bij de processtukken gevoegde toezichtrapporten naar aanleiding van meldingen illegale lozingen en het bezwaarschrift van het bedrijf zelf, waarin in ieder geval een aantal overtredingen van de vergunning is bevestigd. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de provincie terecht heeft geconcludeerd dat sprake is van overtreding van de voorschriften van de vergunning.

Handhaving voorschriften omgevingsvergunning om overtreding te beëindigen

De provincie was derhalve bevoegd handhavend op te treden tegen de overtredingen van de omgevingsvergunning. In beginsel zal het bestuursorgaan dat bevoegd is om met bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, van deze bevoegdheid gebruik moeten maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd dit niet te doen. De rechtbank is van oordeel dat van dergelijke bijzondere omstandigheden niet gebleken is. Van een concreet zich op legalisatie is geen sprake. Een last onder dwangsom mocht te worden opgelegd teneinde er zeker van te zijn dat die maatregelen daadwerkelijk binnen afzienbare tijd zouden worden gerealiseerd en om verdere overtreding van de genoemde voorschriften van de vergunning te voorkomen.

Voorlopige voorziening tegen verhoging bedrag dwangsom gegrond

De provincie heeft in het besluit op bezwaar het dwangsombedrag aanzienlijk verhoogd. In het besluit op bezwaar is de hoogte van het dwangsombedrag verhoogd van € 17.500 naar € 50.000,– per overtreding, tot een maximum van € 200.000,–. De rechtbank ziet geen grondslag waarop de provincie bevoegd was het dwangsombesluit ambtshalve en dus buiten de bezwaarschriftprocedure om in die zin te wijzigen. En ook nog eens het dwangsombedrag te verhogen. Het opleggen van een nieuwe, hogere dwangsom is slechts mogelijk is in combinatie met het opnieuw opleggen van een last onder dwangsom, bijvoorbeeld omdat de eerdere last onder dwangsom is uitgewerkt of niet het beoogde effect heeft gehad. Het beroep tegen het dwangsombesluit wordt voor wat betreft de verhoging van de dwangsom gegrond verklaard.

Rechtbank Overijssel, 5 februari 2015, ECLI:NL:RBOVE:2015:597.