18 november 2023

Permanent wonen in recreatiewoning

Categorie: Omgevingswet, Ruimtelijke Ordening

Gemeenten kunnen permanente bewoning van recreatiewoningen op verschillende wijzen toestaan. Een wetswijziging heeft de mogelijkheid permanent wonen in een vakantiewoning verruimt. Zo zou een recreatiepark zich kunnen lenen voor een bestemmingswijziging waardoor de bestemming kan worden gewijzigd in een bestemming die permanente bewoning toestaat of kan er een dubbele bestemming in het bestemmingsplan worden opgenomen die zowel recreatie als permanente bewoning mogelijk maakt.

De procedure voor het wijzigen van een bestemming neemt echter veel tijd in beslag en kan daarom niet snel en flexibel worden ingezet. Gemeenten hadden vóór inwerkingtreding van deze wetswijziging de mogelijkheid om een persoonsgebonden omgevingsvergunning te verlenen waarmee kon worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan. Op deze persoonsgebonden vergunning is de reguliere procedure van toepassing geworden, waardoor deze variant veel sneller is dan een bestemmingswijziging. Ook is toestaan van permanent wonen middels gedogen mogelijk: er wordt een persoonsgebonden gedoogbeschikking verleent waarbij de gemeente aangeeft niet te zullen handhaven op de niet-toegestane bewoning van de recreatiewoning.

Let op: per 1 januari 2024 geldt de Omgevingswet. Alle bestemmingsplannen zijn in gemeenten opgegaan in het Omgevingsplan van de gemeente. Omgevingsplan is daarom de nieuwe benaming voor bestemmingsplan. De bestemmingsplannen, nu onderdeel van het Omgevingsplan van een gemeente zijn inhoudelijk vaak per 1 januari 2024 nog niet gewijzigd. Als dat gebeurt kondigt de gemeente dat aan. Meer informatie over de Omgevingswet vindt u hier.

Wetswijziging: vergunning gemeente voor permanent wonen

Door de wetswijziging is daarom een omgevingsvergunning voor de permanente bewoning van recreatiewoningen geïntroduceerd die snel kan worden verleend via de reguliere procedure uit afdeling 3.2 van de Wabo (oud), thans Omgevingswet. De omgevingsvergunning geldt voor de duur dat de aanvrager de omgevingsvergunning permanent bewoont en kan eenmalig worden overgedragen aan een rechtsopvolger. Daarmee behoudt de vergunning haar persoonsgebonden karakter, maar kan deze wel worden overgedragen aan de rechtsopvolger van degene aan wie de vergunning is verleend.

Beleid gemeente t.a.v. gebruik recreatiewoningen

Gemeenten kunnen altijd door middel van beleidsregels beleid publiceren dat ten aanzien van recreatiewoningen wordt gevoerd. Terzake het verlenen van de omgevingsvergunning kan de gemeente beleid opstellen en publiceren bij het al dan niet verlenen van de omgevingsvergunning met toepassing van artikel 2.12, lid 1 Wabo (oud). De gemeente heeft ruimte om de bevoegdheid vergunning te verlenen wel of niet te gebruiken en hier beleid over op te stellen. Dat beleid mag niet afdoen aan het bestemmingsplan of andere wettelijke regeling. Een rechter kan in een procedure de rechtmatigheid van het beleid toetsen.

Afwijken van bestemmingsplan bij recreatiewoningen

De gemeente dient bij aanvragen voor een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingplan altijd te beoordelen of de aanvraag in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening.10 Door de verschillende mogelijkheden voor het legaliseren van permanente bewoning van recreatiewoningen waar dat wenselijk is blijft de keuze bij de gemeente en blijft het mogelijk om maatwerk te leveren in individuele gevallen. Maatwerk betekent dat de gemeente alle mogelijkheden moet bezien om positief te kunnen beslissen op de vergunningaanvraag. Dat vraagt om een goed (ruimtelijke) onderbouwing van de vergunning aanvraag voor permanent wonen in de recreatiewoning. Soms probeert een gemeente via een bestemmingsplan de eigenaar van een recreatiewoning te verplichten te verhuren. Lees hier waarom dat omstreden is.

Procedure vergunningaanvraag permanent wonen

Op de procedure voor de vergunningverlening is de reguliere voorbereidingsprocedure uit paragraaf 3.2 Wabo van toepassing. Gemeenten hebben beleidsruimte hebben om de omgevingsvergunning al dan

niet te verlenen; het beleid binnen de betreffende gemeente is daarom medebepalend of de vergunning al dan niet verstrekt dient te worden:

  • uit het beleid zelf kan direct volgen dat een vergunning verleend dient te worden; bij de vergunningverlening verwijzen naar de toepasselijke beleidsregels;
  • de gemeente beoordeelt of het verlenen van de omgevingsvergunning in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening;
  • verlenen van de omgevingsvergunning niet in strijd zijn met de ter plaatse geldende provinciale verordening;
  • er kunnen voorschriften verbonden aan de omgevingsvergunning permanent wonen, als bedoeld in artikel 2.22 van de Wabo.

Op de website van de gemeente is dit beleid inzake recreatiewoningen doorgaans te vinden.

Regeling tot op heden voor permanent wonen

Tot op heden waren er verschillende mogelijkheden om permanente bewoning van een recreatiewoning toe te staan. Deze mogelijkheden betreffen een bestemmingsplanwijziging, een persoonsgebonden omgevingsvergunning en een persoonsgebonden gedoogbeschikking. Voor een inhoudelijke bespreking van deze mogelijkheden wordt verwezen naar de inleiding van het algemene deel van deze nota van toelichting. De procedure voor het wijzigen van een bestemming neemt echter veel tijd in beslag en kan daarom niet snel. De persoonsgebonden omgevingsvergunning kon voor de wetswijziging echter alleen verleend worden als de bewoner kon aantonen dat hij de recreatiewoning reeds vóór 31 oktober 2003 als meerderjarige bewoonde. Door de wetswijziging kan de gemeente ook de vergunning permanent wonen verlenen als de recreatiewoning vóór 1 januari 2019 is gebouwd.