16 september 2014

Portretrecht in de praktijk

Categorie: Privacyrecht

Regelmatig komen wij zaken tegen in de praktijk waarbij wij optreden voor of tegen BN’ers. De meeste zaken waarbij het portretrecht in het geding is zijn portretten niet in opdracht.

(Bij portretten in opdracht vervaardigd is de regeling namelijk vrij eenvoudig: de geportretteerde mag zijn portret verveelvoudigen; de maker (en auteursrechthebbende – de fotograaf) moet van de geportretteerde toestemming hebben voor openbaarmaking.)

De geportretteerde van een portret niet in opdracht kan zich tegen publicatie verzetten indien hij daar een redelijk belang voor heeft. De belangrijkste vraag is dan wat het redelijke belang is.

De meeste zaken die wij zien gaan over bekende Nederlanders en hun belang zich tegen publicatie van hun portret te verzetten berust dan meestal op hun verzilverbare populariteit. Dat betekent dat bekende mensen hun beeltenis kunnen exploiteren doordat ze geld kunnen vragen voor het gebruik van hun portret, bijvoorbeeld voor marketing doeleinden.

Bekende Nederlander

Onlangs stonden wij een reclamebureau bij die een brief hadden ontvangen van een bekende Nederlander. Hij had zijn medewerking verleend aan een commercieel promotie evenement, waar foto’s waren gemaakt door een (overigens zichtbaar) rondlopende fotograaf. De foto’s werden geplaatst op de website van de producent van de goederen waarvoor de promotie was bestemd.

De Bekende Nederlander stelde dat hij geen toestemming had gegeven voor publicatie op de website.

Van belang is de vraag of er sprake was van toestemming voor het gebruik van de foto(‘s). Als er toestemming is gegeven kan je je er later uiteraard niet op beroepen dat er geen toestemming zou zijn. Het geven van toestemming voor het maken van een foto staat echter niet gelijk aan het geven van toestemming tot het openbaar maken van die foto, hoewel in dit geval moeilijk zal zijn vol te houden dat het geven van de medewerking aan het evenement en het meewerken aan en toestemming geven voor het maken van een foto op een dergelijk evenement iets anders zou kunnen inhouden dan toestemming tot publicatie van de foto in het kader van het promotie evenement.

Bovendien heeft te gelden dat (zoals bepaald in het arrest van de Hoge Raad inzake Cruijff/Tirion

a) niet als uitgangspunt geldt dat voor openbaarmaking van een (niet in opdracht vervaardigd) portret de geportretteerde steeds voorafgaande toestemming moet geven; en dat

b) indien bij een geportretteerde met verzilverbare populariteit enkel sprake is van een commercieel belang en geen sprake is van omstandigheden die rechtvaardigen om aan dat belang voorbij te gaan, dan kan bij de beoordeling een belangrijke rol spelen of een redelijke vergoeding is aangeboden. De vergoeding zal recht moeten doen aan de mate van populariteit of bekendheid van de geportretteerde en in overeenstemming dienen te zijn met de waarde van het exploitatiebelang van de geportretteerde in het economisch verkeer.

Door middel van een brief aan de bekende Nederlander heeft hij zijn positie heroverwogen en zijn aanspraken ingetrokken.

Een andere zaak betreffende niet-BN’er was de zaak van een winkelverkoper die was gefotografeerd terwijl hij een product in de etalage zette. Deze foto werd vervolgens gebruikt door een beveiligingsbedrijf, waarbij werd gesuggereerd dat de verkoper het product aan het stelen was. Op die manier was een onschuldig persoon in verband gebracht met een strafbaar feit waarmee hij niets van doen had. Ook deze zaak is buitengerechtelijk geeindigd met een mooie schadevergoeding voor de verkoper.

Wij staan regelmatig cliënten bij op dit gebied zoals reclamebureaus, modellenbureaus, bekende Nederlanders en bedrijven die gebruik maken van portretten in reclamecampagnes. Af en toe staan wij (enkel op betalende basis) particulieren bij die een beroep kunnen doen op hun portretrecht.