10 mei 2017

Schadevergoeding door overheid vorderen met uw advocaat

Categorie: Bestuursrecht, Overheidsaansprakelijkheid

In geval een besluit van de overheid door de bestuursrechter wordt vernietigd, is doorgaans sprake van een onrechtmatig besluit (meestal een beslissing op bezwaar). Dit kan leiden tot overheidsaansprakelijkheid. De belanghebbende of degene die daar schade door lijdt, kan met zijn advocaat schadevergoeding vorderen van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. Schadevergoeding kan gevorderd worden als gevolg van een onrechtmatig besluit, een onrechtmatige handeling ter voorbereiding van een onrechtmatig besluit, wegens het niet tijdig nemen van een besluit of een andere onrechtmatige handeling van een bestuursorgaan.

Schadevordering tegen overheid – wie is belanghebbende?

Er moet sprake zijn van een belanghebbende in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht die als gevolg van een besluit schade lijdt. Alleen de belanghebbende kan de schade welke hij heeft geleden als gevolg van onrechtmatig besluit vorderen van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. De bestuursrechter is bevoegd om maximaal een vergoeding van EUR 25.000,– toe te kennen. Voor hogere bedragen dient de belanghebbende naar de burgerlijke rechter te stappen.

Welke schade moet de overheid vergoeden bij overheidsaansprakelijkheid?

Zowel de geleden schade als toekomstige schade komt voor vergoeding in aanmerking. De bestuursrechter zal de regels van het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht volgen, zoals bepaald in artikel 6:95 – 6:126 BW. Er is veel rechtspraak over schadevergoeding als gevolg van een onrechtmatig besluit van de overheid. De beoordeling of schade vergoed kan worden, hangt dan ook nauw samen met de specifieke feiten en omstandigheden van het geval.

Vertragingsschade wordt doorgaans vergoed door betaling van de wettelijke rente. De vordering wegens rentederving kan toegewezen worden vanaf het moment dat een besluit dat onrechtmatig blijkt te zijn schade heeft veroorzaakt.

Ook immateriële schade kan gevorderd worden. Dat is voor een natuurlijke persoon vaak makkelijker aan te tonen dan een rechtspersoon. Ook een rechtspersoon kan immateriële schade vorderen. Daarbij kan gedacht worden aan reputatieschade van een bedrijf, aantasting van de goede naam van een onderneming, storingen van beleid of aansturing van het bedrijf en dergelijke.

Onrechtmatige handelingen overheid, leidende tot overheidsaansprakelijkheid

Niet alleen een besluit kan schade veroorzaken, ook feitelijke handelingen van een bestuursorgaan kunnen schade veroorzaken. De belanghebbende zal deze onrechtmatige handelingen moeten aantonen, alsmede de schade die door deze handelingen zijn veroorzaakt (causaliteit). Ook kan sprake zijn van een onrechtmatige voorbereidingshandeling van de overheid. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn indien de belanghebbende aan bepaalde eisen, zoals gesteld door het bestuursorgaan, moet voldoen en daarvoor kosten heeft gemaakt of investeringen heeft gedaan.

Schadevergoeding tegen overheid wegens niet tijdig beslissen

Indien een bestuursorgaan een wettelijke termijn overschrijdt, dan dient de belanghebbende het bestuursorgaan in gebreke te stellen. Dat is een vereiste om aanspraak kunnen maken op het verbeuren van de wettelijke dwangsom wegens termijnoverschrijding, maar ook een vereiste voor het kunnen vorderen van schadevergoeding. De ingebrekestelling niet tijdig beslissen door overschrijden van de beslistermijn dient schriftelijk te geschieden. Er moeten bijkomstige omstandigheden zijn om in dat geval aanspraak te kunnen maken op een schadevergoeding zo heeft de Hoge Raad bepaalt.

Schadevergoeding tegen overheid wegens overschrijding redelijke termijn door overheid

Er kan sprake zijn van termijnoverschrijding bij het nemen van een besluit, maar ook van termijnoverschrijding bij het behandelen van een bezwaar of een beroepsprocedure bij de rechter. Er is veel rechtspraak over het overschrijden van de redelijke termijn door de overheid en de mogelijkheid van schadevergoeding. Of een belanghebbende voor schadevergoeding in aanmerking komt, hangt af van de specifieke omstandigheden van het geval.

Redelijke termijn (art. 6 EVRM) voor bezwaarprocedure en beroepsprocedure

De afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft bepaald dat een termijn van vijf jaar redelijk is voor een bezwaar- en beroepsprocedure. Hiermee wordt gerekend vanaf het tijdstip van ontvangst van het bezwaarschrift tot een laatste uitspraak in de bestuursrechtelijke procedure. Bij deze (redelijke) termijn van vijf jaar, gaat de Raad van State uit van een periode van één jaar voor de afhandeling van het bezwaar, twee jaar voor beroep bij de rechtbank en twee jaar voor hoger beroep. De Centrale Raad van Beroep hanteert een andere termijn en gaat er vanuit dat de gehele procedure maximaal vier jaar mag duren. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven gaat uit van een termijn van drie jaar, waarvan één jaar voor de bezwaarfase geldt en twee jaar voor het beroep bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Verzoek schadevergoeding door overheid bij bestuursrechter; eerst verzoek aan bestuursorgaan

De belanghebbende kan met zijn advocaat een verzoek tot schadevergoeding indienen bij de bestuursrechter, die ook bevoegd was kennis te nemen van het beroep tegen het besluit dat onrechtmatig blijkt te zijn. Alvorens een verzoek te kunnen indienen bij de bestuursrechter, dient uiterlijk acht weken voorafgaand aan dat verzoek het bestuursorgaan verzocht c.q. gesommeerd te worden tot de schadevergoeding. Indien het bestuursorgaan niet voldoet aan het verzoek tot schadevergoeding, kan het verzoek bij de rechter ingediend worden. Een verzoek tot schadevergoeding staat los van de hoger beroepsprocedure. Wel kan tijdens deze procedure ook het verzoek tot schadevergoeding ingediend worden. Dat scheelt griffierecht.

Verjaringstermijn van een verzoek tot schadevergoeding door overheid

Er geldt een verjaringstermijn van vijf jaar bij overheidsaansprakelijkheid na de dag dat de vernietiging van het besluit onherroepelijk is geworden of vanaf de dag nadat het bestuursorgaan de onrechtmatigheid van het besluit heeft erkend (artikel 8:93 AWB).

Voorschot op schadevergoeding door overheid vorderen in kort geding

Bij de bevoegde bestuursrechter kan ook een voorschot gevorderd worden op de schadevergoeding door de overheid. Ook hier geldt dat de bestuursrechter maximaal bevoegd is een voorschot op de schadevergoeding door de overheid toe te kennen van EUR 25.000,–. Indien reeds een schadevordering tegen de overheid loopt met betrekking tot het onrechtmatige besluit bij de burgerlijke rechter, dan is de bestuursrechter niet bevoegd te oordelen over dezelfde schade.