Schending van vertrouwensbeginsel kan leiden tot aansprakelijkheid van de overheid
Categorie: Aansprakelijkheidsrecht, Bestuursrecht
Kunnen vertrouwen op wat de overheid je toezegt is belangrijk. Daarvoor is er het vertrouwensbeginsel: een burger erop moet kunnen vertrouwen, dat een bepaalde toezegging van een bestuursorgaan ook nagekomen wordt of een wettelijke bepaling wordt nageleefd. Helaas blijkt in de praktijk dat toezeggingen vaak niet nagekomen worden, en dat leidt tot rechtszaken omdat een belanghebbende heeft vertrouwd op een toezegging. Bestuursrechters hebben er veel mee te maken en nu is er een nieuw advies hoe om te gaan met een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan hebben. Dit zijn de highlights.
Zo moet je omgaan met een geslaagd beroep op vertrouwensbeginsel
De conclusie van staatsraad advocaat-generaal Snijders beantwoordt de vraag welke gevolgen een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel kan hebben, en dat gaat het doorgaans om vergoeding van shcade Het gaat dan specifiek om gevallen waarin het bestuursorgaan ondanks het gewekte vertrouwen aan andere, zwaarder wegende belangen voorrang geeft en er voor het bestuursorgaan een verplichting kan ontstaan om schade te vergoeden aan degene bij wie het vertrouwen is gewekt. Dit zijn de kernpunten van het advies:
- de volledige schade moet worden vergoed die de belanghebbende lijdt doordat hij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de toezegging van het bestuursorgaan; dat heet de dispositieschade;
- deze schade moet volledig worden vergoed, omdat deze geheel een gevolg is van het vertrouwen dat het bestuursorgaan ten onrechte bij hem heeft gewekt;
- de grondslag voor schadevergoeding is het vertrouwensbeginsel zelf; het evenredigheidsbeginsel is als grondslag voor de schadevergoeding echter minder geschikt;
- op het vaststellen van de schadevergoeding zijn in beginsel de gewone schadevergoedingsregels van toepassing.
Vergunning ingetrokken ondanks gewekt vertrouwen
Aanleiding voor het vragen van de conclusie, het advies van de staatsraad, is een rechtszaak die bij de Raad van State speelt over het intrekken van een vergunning voor het bouwen van een rijhal in Nieuw Bergen (Limburg). In 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders een vergunning verleend voor een rijhal. In 2017 kocht een man het perceel nadat hij naar de status van de vergunning uit 2002 had gevraagd. Tussen oktober 2019 en juni 2020 is de rijhal gebouwd, maar het gemeentebestuur besloot kort daarna de vergunning alsnog in te trekken. De rechtbank Limburg oordeelde in februari 2023 dat de eigenaar erop mocht vertrouwen dat hij op basis van de vergunning de rijhal mocht bouwen en dat hij er dus ook op mocht vertrouwen dat de vergunning niet zou worden ingetrokken. De rechtbank vindt dat het gemeentebestuur de te verwachten schade als gevolg van het schenden van het gewekte vertrouwen niet in zijn belangenafweging heeft betrokken. Het gemeentebestuur en de eigenaar is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak. In dit hoger beroep zal nu uitspraak gedaan worden met inachtneming van het advies van de Staatsraad.
Het is niet de eerste keer dat de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak een conclusie vraagt aan de staatsraad advocaat-generaal over het vertrouwensbeginsel. Een eerdere conclusie leidde in mei 2019 tot een uitspraak over het vertrouwensbeginsel in het omgevingsrecht(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website). In die uitspraak is een stappenplan uiteengezet.
Stappenplan voor toetsing aan het vertrouwensbeginsel
Voor iedereen die meent dat er een toezegging is gedaan en daar op heeft vertrouwd zou je deze stappen moeten toetsen:
Stap 1: is er een toezegging door/namens het bestuursorgaan gedaan?
Stap 2: kan de toezegging worden toegerekend aan bestuursorgaan.
Stap 3: Wat zijnde gevolgen van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel.
Meer over het vorderen van schadevergoeding van de overheid lees je hier.
Gevolgen van een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel
De conclusie van staatsraad advocaat-generaal Snijders van 21 augustus 2024 gaat dus over deze derde stap. In zijn conclusie is hij ingegaan op de mogelijke grondslagen voor vergoeding van schade, de wijze waarop de omvang en vergoedbaarheid van deze schade moet worden bepaald en welke normatieve afwegingen en gezichtspunten daarbij een rol kunnen spelen. Een conclusie van een staatsraad advocaat-generaal is een juridisch advies aan de Afdeling bestuursrechtspraak. De rechtszaak die aanleiding is voor het vragen van de conclusie, is door de Afdeling bestuursrechtspraak op 11 juni 2024 op zitting behandeld in het bijzijn van staatsraad advocaat-generaal Snijders. Partijen krijgen na openbaarmaking van de conclusie gelegenheid om schriftelijk hierop te reageren. Daarna zal de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak doen in deze zaak.
Blenheim adviseert ondernemers in zaken en procedures met de overheid. We delen onze expertise graag met u.