17 maart 2012

Stilzwijgende verlenging contract via algemene voorwaarden.

Categorie: Contractenrecht

Algemene voorwaarden kunnen nuttig zijn bij het zaken doen. Een gespecialiseerde advocaat kan passende algemene voorwaarden opstellen. Bedrijven hebben geen consumentenbescherming. Daardoor kan stilzwijgende verlenging van een contract in de algemene voorwaarden geregeld worden. Consumenten mogen niet meer door stilzwijgende verlenging aan contract gebonden worden.

Kwestie stilzwijgende verlenging

Een voorbeeld van een kwestie waar een bedrijf door stilzwijgende verlenging niet van een contract af kwam door de gebruikte algemene voorwaarden (leveringsvoorwaarden). De eiser baseert de vorderingen op een van 2007 daterende overeenkomst tot afvalverwerking, voor twee jaar (24 maanden) aangegaan, doch op grond van de ‘leveringsvoorwaarden’ na het verstrijken van de looptijd stilzwijgend voor dezelfde duur verlengd.

Helaas voor de gedaagde klant gaat het hier niet om een consumentenrelatie doch om een handelsovereenkomst waarop niet (zonder meer) de bijzondere beschermende regels van Europese consumentenrichtlijnen en de daaruit voortgevloeide Nederlandse wettelijke implementatieregelingen van toepassing zijn. De grens van hetgeen waartoe eiser gerechtigd dan wel de klant gehouden is, wordt hoogstens ingeperkt door het bepaalde bij artikel 6:248 lid 2 BW (een tussen partijen geldende regel is niet van toepassing indien dat in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn).

Anders dan de klant kennelijk zelf meent, kan zij dus gehouden worden aan het beding in de Algemene Voorwaarden.

Gevorderde incassokosten

De gevorderde incassokosten worden wel afgewezen: “Het voorgaande impliceert natuurlijk wel dat eiser over het verder naar omvang en samenstelling niet betwiste (en dus toe te wijzen) totaalbedrag slechts wettelijke handelsrente toegewezen zal worden vanaf 31 oktober 2010. Het impliceert tevens dat de mede gevorderde post ‘incassokosten’ afgewezen wordt. Daarvoor is niet beslissend of de gedaagde klant al dan niet terecht het optreden van een door eiser voor incasso ingeschakeld bureau laakt. Wel moet geconstateerd worden dat eiser SITA nodeloos, mogelijk voorbarig maar in ieder geval niet aan de hand van feitelijke informatie traceerbaar, een vorm van inspanning buiten rechte heeft doen verrichten waarvan de redelijke noodzaak noch de redelijke omvang vastgesteld kan worden.

Uitspraak Rechtbank Maastricht, LJN: BV7695; 5 maart 2012