Eerder schreef ik over de mogelijkheid om conservatoir beslag te leggen, indien uw facturen als ondernemer bijvoorbeeld niet worden betaald. Een advocaat is voor beslagleggen vereist, omdat het verzoekschrift om verlof te verkrijgen om beslag te kunnen leggen door een advocaat ingediend moet worden.
Openbaar ministerie kan strafrechtelijk beslag leggen
Voor het Openbaar Ministerie is het echter ook mogelijk om strafrechtelijk beslag te leggen. De formaliteiten voor het leggen van beslag komen voor een groot deel overeen met ‘normaal’ conservatoir beslag. Er zijn echter grote verschillen: zo is er geen verlof van de rechter vereist. En het openbaar ministerie hoeft ook niet te stellen dat er vrees voor verduistering bestaat.
Strafrechtelijk beslag kan zeer verstrekkende gevolgen hebben voor een verdachte, maar ook voor een verdachte onderneming. Er bestaat weinig rechtsbescherming tegen deze vorm van beslagleggen, maar de gevolgen van het beslag kunnen immens zijn. Zo kan er conservatoir beslag worden gelegd door een onderneming op de bankrekening, maar ook op de handelsvoorraad. Ook op de gehele onroerend goed portefeuille kan bijvoorbeeld strafrechtelijk beslag worden gelegd. Een onderneming kan door een dergelijk strafrechtelijk beslag ernstig in de knel komen.
Een strafrechtelijk beslag heeft namelijk ook vaak tot gevolg dat er problemen komen met de bank. In de algemene voorwaarden van de bank staat vrijwel altijd dat een beslag een reden is voor onmiddellijke opeisbaarheid van de leningen en/of een reden voor opzegging van de leningen. Zo komt het vaak voor dat de bank zich ter zake ook op reputatieschade beroept, terwijl de verdacht nog steeds niet meer is dan een verdachte. Banken gaan daarmee gewild of ongewild op de stoel van de (straf)rechter zitten.
Bescherming strafrechtelijk beslag
Er zijn wel mogelijkheden om tegen dit strafrechtelijk beslag in verweer te komen. Artikel 552a Wetboek Strafvordering bepaalt:
Strafrechtelijk beslag
Artikel 552a
1. De belanghebbenden kunnen zich schriftelijk beklagen over inbeslagneming, over het gebruik van in beslag genomen voorwerpen, over het uitblijven van een last tot teruggave, over het al dan niet toepassen van de in artikel 116, vierde lid, neergelegde bevoegdheid, over de vordering van gegevens, over de vordering medewerking te verlenen aan het ontsleutelen van gegevens, over de kennisneming of het gebruik van gegevens, vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt, over de kennisneming of het gebruik van gegevens, opgeslagen, verwerkt of overgedragen door middel van een geautomatiseerd werk en vastgelegd bij een onderzoek in zodanig werk, over de kennisneming of het gebruik van gegevens als bedoeld in de artikelen 100, 101 en 114, over de vordering gegevens te bewaren en beschikbaar te houden, alsmede over de ontoegankelijkmaking van gegevens, aangetroffen in een geautomatiseerd werk, bedoeld in artikel 125o, de opheffing van de desbetreffende maatregelen of het uitblijven van een last tot zodanige opheffing.
2. De belanghebbenden kunnen schriftelijk verzoeken om vernietiging van gegevens, vastgelegd tijdens een doorzoeking of op vordering verstrekt.
3. Het klaagschrift of het verzoek wordt zo spoedig mogelijk na de inbeslagneming van de voorwerpen of de kennisneming of ontoegankelijkmaking van de gegevens ingediend ter griffie van het gerecht in feitelijke aanleg, waarvoor de zaak wordt vervolgd of het laatst werd vervolgd. Het klaagschrift of het verzoek is niet ontvankelijk indien het is ingediend op een tijdstip waarop drie maanden zijn verstreken sedert de vervolgde zaak tot een einde is gekomen.
4. Indien een vervolging niet of nog niet is ingesteld wordt het klaagschrift of het verzoek zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee jaren na de inbeslagneming, kennisneming of ontoegankelijkmaking ingediend ter griffie van de rechtbank van het arrondissement, binnen hetwelk de inbeslagneming, kennisneming of ontoegankelijkmaking is geschied. De rechtbank is bevoegd tot afdoening tenzij de vervolging mocht zijn aangevangen voordat met de behandeling van het klaagschrift of het verzoek een aanvang kon worden gemaakt. In dat geval zendt de griffier het klaagschrift of het verzoek ter afdoening aan het gerecht, bedoeld in het vorige lid.
5. De griffier van het gerecht dat tot afdoening bevoegd is, zendt aan degene bij wie het voorwerp is in beslag genomen, indien hij noch de klager is, noch afstand van het voorwerp heeft gedaan, en zijn adres bekend is, onverwijld een afschrift van het klaagschrift en deelt hem mee dat hij zijnerzijds een klaagschrift kan indienen. Op last van de voorzitter van het gerecht stelt de griffier tevens andere belanghebbenden van het klaagschrift in kennis, hun de gelegenheid biedende hetzij zelf binnen een in de kennisgeving te vermelden termijn een klaagschrift in te dienen, betrekking hebbend op hetzelfde voorwerp of dezelfde gegevens, hetzij tijdens de behandeling van het klaagschrift te worden gehoord. In het laatste geval geldt de kennisgeving als oproeping.
6. De behandeling van het klaagschrift of het verzoek door de raadkamer vindt plaats in het openbaar.
7. Indien het klaagschrift is ingediend door een persoon met de bevoegdheid tot verschoning als bedoeld in artikel 218 beslist het gerecht binnen dertig dagen na ontvangst van het klaagschrift.
8. Acht het gerecht het beklag of het verzoek gegrond, dan geeft het de daarmede overeenkomende last.
Vooralsnog blijkt echter dat het erg lastig is om strafrechtelijk beslag opgeheven te krijgen. Probleem is dat de rechter niet wil vooruitlopen op de strafzaak en daarom wordt er maar beperkt gekeken of het strafrechtelijk beslag terecht is. Zoals hiervoor gesignaleerd is dat te meer vervelend, omdat de bank vaak wél vooruitloopt op een strafzaak. Het enkele feit dat er beslag is gelegd, is vaak voor de bank een reden om op te zeggen. Het is dan zaak om snel met de juiste argumenten te komen en mogelijk een kort geding op te starten.
Mocht u geconfronteerd worden met een strafrechtelijk beslag, dan is het wel raadzaam zo snel mogelijk contact op te nemen met een gespecialiseerde advocaat, omdat de termijnen kort zijn.