Uitsluiten van wijziging van de koopovereenkomst bij dwaling in overnames
Categorie: Bedrijfsovername
In overnameovereenkomsten is het gebruikelijk om het recht op vernietiging wegens dwaling contractueel uit te sluiten. Complicaties wegens dwaling worden dan namelijk veelal al opgelost door het opnemen van garanties en een recht op schadevergoeding als een garantie is geschonden. In het kader van de rechtszekerheid is dit beter en praktisch. Het complexe en onwenselijke proces waarin een overnameovereenkomst (na lange tijd) opeens vernietigd moet worden en alle aandelen ‘terug’ moeten worden geleverd, wordt hiermee voorkomen.
Opmerkelijk is dat de mogelijkheid om in geval van dwaling de rechtsgevolgen van een overeenkomst te wijzigingen, in sommige koopovereenkomsten niet contractueel wordt uitgesloten. Dit terwijl de vernietiging in die overeenkomsten meestal wel is uitgesloten. Is het in zo’n geval dan überhaupt nog wel nodig om wijziging uit te sluiten als je de mogelijkheid tot vernietiging wegens dwaling al hebt uitgesloten? Of is het uitsluiten van vernietiging al genoeg?
Vernietiging en wijziging
Om deze vraag te beantwoorden, is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen de volgende twee artikelen:
- 6:228 BW stelt dat een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, vernietigbaar is. Aangezien dit een bepaling van regelend recht betreft, staat het partijen vrij om een beroep hierop contractueel uit te sluiten. In de overnamepraktijk wordt hier dan ook veelvuldig gebruik van gemaakt.
- Artikel 6:230 BW biedt de mogelijkheid om in geval van dwaling de overeenkomst in stand te laten, maar de rechtsgevolgen te wijzigen zodat het door de dwalende geleden nadeel wordt opgeheven. Hoewel minder ingrijpend dan vernietiging, doet dit toch nog steeds af aan de zekerheid van de overeenkomst. Voor te stellen valt dat deze bepaling – die tevens regelend recht betreft – ook contractueel wordt uitgesloten. In de praktijk komen we een dergelijke expliciete uitsluitingsclausule echter slechts sporadisch tegen.
Samenhang vernietigingsremedie en uitsluitingsremedie
Volgens de letterlijke tekst van de wet is de bevoegdheid tot wijziging een alternatief voor de bevoegdheid tot vernietiging. Dit houdt in dat een partij bevoegd moet zijn om de overeenkomst te vernietigen, voordat overgegaan kan worden tot wijziging. In andere woorden: als een recht op vernietiging is uitgesloten, bestaat de bevoegdheid tot wijziging ook niet meer.
Als je met een wet systematische bril gaat kijken, valt op dat dat de wetgever een samenhang tussen de bevoegdheid tot vernietiging en de bevoegdheid tot wijziging heeft beoogd. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt immers dat de wetgever het ingrijpende karakter van de vernietiging heeft erkend en als alternatief de wijziging in het leven heeft geroepen. Hieruit volgt de samenhang tussen de vernietigingsremedie en uitsluitingsremedie.
Twee relevante uitspraken
In een zaak van 8 juli 2011 was de bevoegdheid tot vernietiging niet contractueel uitgesloten, maar was de bevoegdheid tot vernietiging verjaard. De Hoge Raad oordeelde dat het niet meer mogelijk is om wijziging van de rechtsgevolgen van de overeenkomst te vorderen, indien de bevoegdheid tot vernietiging van de overeenkomst is verjaard.
Vier jaar later boog de rechtbank Noord-Holland in de zaak van 18 november 2015 zich over dezelfde vraag, zij het dat de bevoegdheid tot vernietiging ditmaal wél contractueel was uitgesloten. Ook hier werd geoordeeld dat een beroep op wijziging van de rechtsgevolgen vervalt als vernietiging door partijen is uitgesloten.
Partijafspraken zijn niet áltijd heilig
Uit een meer recente zaak van de Hoge Raad van 6 december 2019 blijkt echter dat een partijafspraak waarbij een beroep op dwaling generiek is uitgesloten, niet áltijd heilig is. De Hoge Raad oordeelde dat een clausule die vernietiging wegens dwaling uitsluit, niet per definitie impliceert dat de rechter niet meer de bevoegdheid heeft om de overeenkomst te wijzigen. De omvang van het door de dwaling geleden nadeel moet volgens de Hoge Raad altijd worden meegenomen, óndanks het feit dat een beroep op dwaling contractueel is uitgesloten.
Het laatste woord hierover is dus zeker nog niet gezegd.
Blenheim adviseert ondernemers bij de verkoop van hun bedrijf
Denkt u eraan uw bedrijf te verkopen? Dan is het belangrijk dat u het overnamecontract zorgvuldig opstelt, zodat u niet achteraf geconfronteerd kan worden met een eventuele vernietiging of wijziging van de overeenkomst. De advocaten van het Corporate Team van Blenheim zijn zeer ervaren in het adviseren van ondernemers bij fusies en overnames.