15 september 2013

Uitzonderingen afspiegeling en onmisbaarheid

Categorie: Arbeidsrecht

Indien een werkgever ontslag wil doorvoeren op grond van bedrijfseconomische redenen, waarbij meerdere mensen, die dezelfde functie bekleden ontslagen dienen te worden, dient het afspiegelingsbeginsel in acht te worden genomen.
Het afspiegelingsbeginsel wordt toegepast per categorie uitwisselbare functies van de bedrijfsvestiging op basis van leeftijdsopbouw binnen de betreffende categorie uitwisselbare functies.
Het personeel van de categorie uitwisselbare functies wordt ingedeeld in vijf leeftijdsgroepen, te weten van 15 tot 25 jaar, van 25 tot 35 jaar, van 35 tot 45 jaar, van 45 tot 55 jaar en van 55 jaar en ouder.

Afwijking van het afspiegelingscriterium

Afwijkingen van het afspiegelingsbeginsel zijn alleen mogelijk bij zwaarwegende redenen, zoals op basis van een hardheidsclausule of indien een werknemer een zwakke positie op de arbeidsmarkt heeft en dit niet het geval is bij een andere werknemer. Het kan ook zo zijn dat de werkgever een beroep wil doen op het zogeheten onmisbaarheidscriterium waarbij een bepaalde werknemer, die in aanmerking komt voor ontslag op basis van het afspiegelingsbeginsel toch behouden dient te worden vanwege bijzondere kennis of bekwaamheden. Niet een standpunt dat snel gevolgd wordt.

Onmisbaarheid als werknemer en ontslag van arbeidsongeschikte

Recentelijk oordeelde de kantonrechter dat een collega van een voor ontslag voorgedragen werknemer terecht als onmisbare werknemer werd aangemerkt. De voor ontslag voorgedragen werknemer was al een jaar arbeidsongeschikt. De werkgever verzocht ontbinding wegens bedrijfseconomische redenen. Volgens het afspiegelingsbeginsel kwam deze werknemer niet voor ontslag in aanmerking, maar uiteindelijk wel, aldus de werkgever, omdat een voor ontslag in aanmerking komende andere werknemer onmisbaar was voor werkgever.

De onmisbare werknemer bekleedde in deze daarbij verscheidene functies binnen het bedrijf en was op meerdere posities inzetbaar. De kantonrechter oordeelde dat het ontbindingsverzoek geen verband hield met de arbeidsongeschiktheid van werknemer. De werkgever had de cijfers overgelegd, waaruit voldoende van de noodzaak om kostenbesparende maatregelen te nemen bleek. Gegeven de bedrijfseconomische noodzaak moest het afspiegelingsbeginsel worden toegepast.
De werkgever wilde hier een uitzondering op maken door de onmisbare werknemer. De werkgever betoogde dat werknemer over bijzondere kennis en vaardigheden beschikte. De voor ontslag voorgedragen werknemer kon deze vaardigheden tijdens de procedure niet weerspreken.
Naar de mening van de kantonrechter had de werkgever dan ook terecht een beroep op uitzondering op het afspiegelingsbeginsel gedaan. Wel werd de vergoeding voor de werknemer iets hoger vastgesteld. Het zogeheten ‘habe nichts-verweer’ van werkgever (inhoudende dat zij weinig vergoeding kon betalen gelet op haar slechte financiële situatie) werd niet gevolgd en de werknemer werd een correctiefactor met C = 1,25 toegekend.

Afspiegeling, onmisbaarheid en ontslag wegens bedrijfseconomische redenen

Mocht u vragen hebben over de toepassing van het afspiegelingsbeginsel, het onmisbaarheidscriterium, of over ontslagprocedures op grond van bedrijfseconomische redenen of andere arbeidsrechtelijke kwesties, dan kunt u uiteraard vrijblijvend contact met met ons opnemen. Wij helpen u graag!