24 maart 2017

Wijziging Arbowet en versterking van bevoegdheden Ondernemingsraad

Categorie: Bestuursrecht

Als werkgever ben je verantwoordelijk voor een veilige werkplek voor je werknemers. Elke werkgever moet een onderzoek doen naar de veiligheids- en gezondheidsrisico’s voor zijn werknemers en de uitkomsten daarvan schriftelijk vastleggen. Dat gebeurt in een zgn. Risico-inventarisatie en -Evaluatie (RI&E). In de RI&E staan niet alleen de risico’s genoemd maar ook een zgn. Plan van Aanpak om deze risico’s op te heffen of zoveel als mogelijk te verminderen. De RI&E en het Plan van Aanpak zijn een belangrijk onderdeel van een het Arbo- en Ziekteverzuimbeleid van een onderneming.

De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel tot wijziging van de Arbowet. Deze wijziging is van invloed op het Arbo- en Ziekteverzuimbeleid van een onderneming. Het wetsvoorstel treedt definitief in werking op 1 juli 2017. Voor lopende contracten met arbodienstverleners geldt na het ingang van de wetswijziging een overgangsperiode van één jaar.

De belangrijkste wijzigingen van de nieuwe Arbowet zijn:

  • Werknemers hebben recht een second opinion aan te vragen bij een andere bedrijfsarts;
  • Werknemers hebben recht de bedrijfsarts te bezoeken tijdens het zgn. ‘open spreekuur’;
  • Werkgevers moeten een basiscontract voor arbodienstverlening opstellen; en
  • De Inspectie SZW heeft meer mogelijkheden voor handhaving en toezicht.

Arbobeleid en OR/PVT: versterking rol OR

Daarnaast heeft de nieuwe Arbowet gevolgen voor de rol van de ondernemingsraad (OR). Zo hebben een OR of personeelsvertegenwoordiging (PVT) o.a. een instemmingsrecht over een regeling op het gebied van arbeidsomstandigheden. Concreet houdt dat in dat een OR/PVT moet instemmen met:

  • Het verrichten van een RI&E;
  • Het opstellen en uitvoeren van het Plan van Aanpak;
  • De keuze voor arbodienstverlener;
  • Mede vormgeven van het contract met de arbodienstverlener;

    Daarnaast mag een OR/PVT het gesprek aangaan met de Inspectie SZW als de Inspectie de onderneming bezoekt. Dit gesprek mag zonder de aanwezigheid van anderen (zoals HR of management). Ook mag de OR/PVT de Inspectie SZW vergezellen tijdens zijn bezoek aan de onderneming.

    Op 15 november 2016 informeerde ik u al over het voornemen van Minister Asscher de positie van de OR over arbobeleid verder te versterken door de OR een instemmingsrecht te geven over de aanstelling van een preventiemedewerker. Samengevat: door de nieuwe Arbowet krijgt de OR een instemmingsrecht voor het aanstellen van een zogenaamde ‘preventiemedewerker’, zijn positie in de organisatie en functioneren van de preventiemedewerker. Nu heeft de OR alleen instemmingsrecht over het takenpakket van de preventiemedewerker.

De preventiemedewerker speelt een rol bij:

  • het tot stand komen en het uitvoeren van de RI&E;
  • het verzorgen van voorlichting en trainingen;
  • het opzetten van een managementsysteem;
  • het registreren en onderzoeken van ongevallen;
  • het samenwerken met en adviseren aan de OR;
  • het beantwoorden van arbo vragen van werknemers.

    Op grond van het wetsvoorstel zal het overleg tussen de bedrijfsarts, preventiemedewerker en OR niet meer facultatief zijn, maar wettelijk worden vastgelegd.

Hoe verder met Arbowet?

Contracten met arbodiensten en bedrijfsartsen zullen moeten worden aangepast aan de nieuwe wetgeving. Over hoe invulling wordt gegeven aan de aanstelling van de preventiemedewerker, zijn positie in de organisatie en functioneren van de preventiemedewerker heeft de OR een instemmingsrecht. Voor zowel bestuurder als OR is het zaak om tijdig de wijzigingen met elkaar te bespreken en gebruik te maken van het nieuwe instemmingsrecht van artikel 27 WOR.

Heeft u vragen over de wijzigingen van de Arbowet en de rechten van een OR/PVT in het bijzonder?