25 mei 2015

Verkoop aandelen en persoonlijke aansprakelijkheid

Categorie: Ondernemingsrecht

Een bestuurder van een B.V. is in beginsel niet aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap. Slechts in het geval een bestuurder zich onbehoorlijk van zijn taken kwijt, kan dit anders worden. Ook in het geval een directeur verplichtingen aangaat namens een vennootschap, waarvan hij wist of althans had behoren te weten dat deze niet door deze vennootschap konden worden nagekomen, kan een bestuurder voor die schulden persoonlijk aansprakelijk worden gesteld.

Inmiddels is ook door de rechtbanken een reeks van vonnissen gewezen, waaruit blijkt dat de directeur-grootaandeelhouder ook in die hoedanigheid aansprakelijkheid op zich kan laden.
Het gaat hier met name om verkoop van de B.V. aan opkopers. In zo’n transactie wordt dan door de directeur/enig aandeelhouder beoogd dat de opkoper vervolgens de schulden van de vennootschap onbetaald laat en eigenlijk de vennootschap aan haar lot overlaat. Dit doel is op zich al niet rechtmatig, doch in juridische zin werd hier in het verleden een duidelijke streep getrokken. Immers, na overdracht van de aandelen ben je als aandeelhouder in beginsel niet meer aansprakelijk. De uitspraken die verschillende rechtbanken vanaf 2011 echter hebben gewezen, leiden thans tot een definitief ander oordeel.

Leeghalen van een vennootschap en aansprakelijkheid

Thans zijn de rechtbanken van oordeel dat wanneer een vennootschap veel schulden heeft, van een directeur/enig aandeelhouder mag worden verlangd dat hij serieus onderzoek doet naar de motieven van de overnemende partij. De overnemende partij dient dus bijvoorbeeld daadwerkelijk de vennootschap te willen voortzetten. Als hij de vennootschap wil leeghalen, dient hij adequaat voorzieningen te hebben getroffen om de crediteuren te kunnen voldoen. Is het voorzienbaar dat daarvan geen sprake is, dan loopt de directeur-grootaandeelhouder groot risico dat hij achteraf aansprakelijk wordt gehouden voor de schulden van de vennootschap.

Bestaande financiële moeilijkheden, ernstig persoonlijk verwijt

De rechtbank neemt met name in ogenschouw de omstandigheid dat de B.V. al in financiële moeilijkheden verkeerde op het moment van de overdracht en dat de belastingdienst de inventaris al in een veiling had verkocht. Evenmin mocht de directeur/enig aandeelhouder er op vertrouwen dat de transactie de toets der kritiek kon doorstaan wegens de medewerking van een notaris, en het feit dat deze al vaker zaken had gedaan met de opkoper. Het eindoordeel luidde dan ook dat onder de gegeven omstandigheden het handelen van de directeur/enig aandeelhouder zodanig onzorgvuldig was dat hem een ernstig persoonlijk verwijt kon worden gemaakt, waardoor hij zelf aansprakelijk was voor de door de crediteuren geleden schade.

Deze tendens, die de rechtbanken hebben ingezet, lijkt zich steeds verder te ontwikkelen ten nadele van de kwaadwillende directeur-grootaandeelhouder. Naar mijn oordeel overigens terecht. In feite ligt de verplichting om de vennootschap in faillissement te brengen al bij de directeur op het moment dat hij ten tijde van de transactie wist dat de crediteuren niet meer betaald konden worden. Immers, op dat moment verkeert de vennootschap technisch gezien in staat van faillissement en de verkoop kan daarin, zonder deugdelijk reorganisatie plan geen wijziging brengen. Slechts een deugdelijk overlevingsplan of een reddingsplan, een herstructureringsplan, dan wel anderszins, zou daarin wijziging kunnen brengen. Nu dat niet voorhanden is, had de directeur-grootaandeelhouder dus onder die omstandigheden, in plaats van verkoop aan een derde, zijn faillissement moeten aanvragen.

Juridisch advies over aansprakelijkheid

Als u nog vragen heeft over aansprakelijkheid bij verkoop van aandelen, kunt u zich richten tot ons team ondernemingsrecht