18 oktober 2019

De Wet bescherming bedrijfsgeheimen: de bescherming van bedrijfsgeheimen en know-how in juridische procedures

Categorie: Intellectueel eigendomsrecht

Voor veel ondernemers zijn know-how, specifieke kennis en bedrijfsgeheimen essentieel. Maar hoe bescherm je know-how? Het intellectuele eigendomsecht, met name het octrooirecht, is niet altijd toereikend. Het nadeel van een octrooi is bijvoorbeeld dat het registreren wel een (in tijd beperkte) monopolie creëert, maar je tevens wordt gedwongen hetgeen je wilt beschermen te publiceren. Wanneer je dit niet wilt, of wanneer je bedrijfsgeheimen die niet als intellectueel eigendom te beschermen zijn, toch wil beschermen, was je tot voorheen aangewezen op de aanspraak uit onrechtmatige daad. Inmiddels biedt de Wet bescherming bedrijfsgeheimen (“Wbb”) meer houvast, voornamelijk op procedureel gebied.

Wat zijn bedrijfsgeheimen?

Heel in het kort, wat zegt de Wet bescherming bedrijfsgeheimen over bedrijfsgeheimen:

“Ieder verkrijgen, gebruiken of openbaar maken van bedrijfsgeheimen zonder toestemming is onrechtmatig.”

Maar wat kwalificeert als een bedrijfsgeheim? Volgens artikel 1 Wet bescherming bedrijfsgeheimen kwalificeert informatie als bedrijfsgeheim indien zij geheim is in die zin dat zij in haar geheel dan wel in samenstelling niet algemeen bekend of gemakkelijk toegankelijk is. Daarnaast bezit zij handelswaarde en worden door de beschikker over de informatie redelijke maatregelen getroffen om deze informatie geheim te houden.

Het gaat hier zowel om technische informatie als commerciële informatie, zolang het maar enige handelswaarde bezit. Ofwel, kan met de informatie geld worden verdiend of een voordeel worden behaald ten opzichte van de concurrentie? Ook moet de informatie met redelijke middelen geheim worden gehouden. Denk hierbij aan geheimhoudingsclausules in overeenkomsten, versleutelde informatie, etc.

Handhaving en schadevergoeding onrechtmatig verkregen bedrijfsgeheimen

In artikel 2 wordt aangegeven wanneer er sprake is van een ‘onrechtmatig verkregen bedrijfsgeheim’. Hieronder valt onder andere; onbevoegde toegang tot of het zich onbevoegd toe-eigenen of kopiëren van documenten, voorwerpen, substanties, materialen of elektronische bestanden waarover de houder van het bedrijfsgeheim rechtmatig beschikt en die het bedrijfsgeheim bevatten of waaruit het bedrijfsgeheim kan worden afgeleid.

De houder van een bedrijfsgeheim verkrijgt bescherming doordat de rechter het gebruik van betreffende bedrijfsgeheimen kan verbieden of bijvoorbeeld de verhandeling van producten die met behulp van de bedrijfsgeheimen zijn vervaardigd kan stoppen Ook kan er schadevergoeding worden gevorderd van de inbreukmaker. Deze is niet hoger dan het bedrag van de royalty’s of vergoedingen dat verschuldigd was geweest indien die persoon toestemming had gevraagd om het desbetreffende bedrijfsgeheim te gebruiken, voor de periode waarin het gebruik van het bedrijfsgeheim verboden had kunnen worden. Maar, zo zegt artikel 8 van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen, de houder van het bedrijfsgeheim kan aanvullende schadevergoeding vorderen van een inbreukmaker die wist of had moeten weten dat hij onrechtmatig een bedrijfsgeheim verkreeg, gebruikte of openbaar maakte.

Procesrecht: De bescherming van bedrijfsgeheimen in een procedure

Een van de meest wezenlijke problemen waar je tegenaan loopt indien je meent dat er inbreuk wordt gemaakt op jouw bedrijfsgeheimen, is het feit dat om te bewijzen dat een ander inbreuk heeft gemaakt op jouw bedrijfsgeheim, je in een procedure aan de rechter en dus ook de wederpartij(!) het betreffende bedrijfsgeheim waarop je meent dat inbreuk is gemaakt, in de procedure openbaar moet maken. De rechter moet immers kunnen oordelen of de ene partij inbreuk heeft gemaakt op onrechtmatig verkregen bedrijfsgeheimen van de andere partij. Sinds de Wet bescherming bedrijfsgeheimen is artikel 1019ib Rechtsvordering ingevoerd. Niet alleen kan de rechter op basis van lid 1 het partijen (alsmede alle andere betrokkenen bij het proces) verbieden bedrijfsgeheimen of vermeende bedrijfsgeheimen te gebruiken of openbaar te maken die de rechter op verzoek van een partij als vertrouwelijk heeft aangemerkt. Ook kan de rechter op grond van lid 3 bepalen wie er kennis mogen nemen van die bedrijfsgeheimen. Ofwel, de rechter kan bepalen dat enkel (en ten minste) één natuurlijk persoon en de advocaten inzage krijgen in bepaalde stukken waarin bedrijfsgeheimen staan vermeld.

In artikel 22a Rv, welke van toepassing is in procedures waarin het niet specifiek gaat over bedrijfsgeheimen, heeft de rechter zelfs een nog verdergaande mogelijkheid. Artikel 22a Rv luidt:

“De rechter kan, indien kennisneming van stukken door een partij de bescherming van een bedrijfsgeheim als bedoeld in artikel 1 van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen onevenredig zou schaden, bepalen dat deze kennisneming is voorbehouden aan een gemachtigde die advocaat is dan wel daarvoor van de rechter bijzondere toestemming heeft gekregen. Artikel 1019ib, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.”

De rechter kan dus zelfs bepalen dat de procespartij zelf géén toegang krijgt tot stukken waarin (beweerdelijk!) bedrijfsgeheimen zijn opgenomen. Het is zeer de vraag in hoeverre zich dit verhoudt met het vertrouwensbeginsel tussen de advocaat en zijn cliënt indien de advocaat de informatie dus niet mag delen met zijn cliënt. Daarnaast is het ook de vraag in hoeverre dit zich verhoudt met het recht op een eerlijk proces nu een procespartij géén inzage krijgt in alle stukken. Waarom de wetgever hier niet gekozen heeft voor toepassing zoals in 1019ib lid 3 is niet duidelijk.

Conclusie

De Wet bescherming bedrijfsgeheimen biedt meer aanknopingspunten om te bepalen wat een bedrijfsgeheim is en wanneer er sprake is van een inbreuk op bedrijfsgeheimen. Bovendien wordt een lastig juridisch probleem opgelost doordat de rechter tijdens een procedure meer waarborgen in het leven kan roepen om de vertrouwelijkheid van bedrijfsgeheimen te waarborgen binnen een procedure en om zo bedrijfsgeheimen niet publiekelijk te maken. Het blijft, om überhaupt te kunnen spreken van bedrijfsgeheimen, van belang om deze direct zo goed mogelijk te beschermen. Zorg dus altijd voor bijvoorbeeld een deugdelijke non-disclosure agreement (een ‘NDA’) wanneer mogelijke bedrijfsgevoelige informatie betrokken is bij onderhandelingen. Zorg dat informatie goed (technisch) is beveiligd en voorkom dat je concurrent aan de haal gaat met jouw bedrijfsgeheimen.