25 april 2022

Wet open overheid (Woo) vanaf 1 mei 2022

Categorie: Bestuursrecht

Met ingang van 1 mei 2022 treedt de nieuwe Wet open overheid (hierna: Woo) in werking. De Woo zal de huidige Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) vervangen. Met de komst van de Woo zullen een aantal zaken veranderen om overheidshandelen transparanter te maken. Dat is de gedachte. Het belangrijkste verschil ziet op de actieve openbaarmaking van overheidsinformatie. Omtrent openbaarmaking op verzoek, ofwel de ‘passieve openbaarmaking’, zal op grond van de nieuwe wet weinig veranderen ten opzichte van de thans geldende Wob. De relevante veranderingen worden in deze blog op een rijtje gezet.

Belangrijke wijzigingen Wet open overheid

  • Overheid wordt op termijn verplicht de Woo tot het actief openbaar maken van aangewezen informatie, ook zonder verzoek daartoe;
  • Een bestuursorgaan dat onder de Woo valt moet een contactpersoon aanwijzen waarbij iedereen terecht kan met vragen over de beschikbaarheid van overheidsinformatie;
  • Bestuursorganen moeten informatiehuishouding op orde brengen, er wordt daartoe is de Regeringscommissaris aangesteld;
  • Een onafhankelijk adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding wordt opgericht;
  • Termijn voor het afhandelen van een verzoek wordt maximaal vier weken, met een mogelijke verlenging van twee weken;
  • Het bestuursorgaan dient snel de informatievraag in beeld te krijgen en daarvoor in contact te treden met de verzoeker;
  • Onder de Wob werden persoonlijke beleidsopvattingen al vaker openbaar gemaakt, die lijn wordt onder de Woo voortgezet;
  • Informatie ouder dan vijf jaar is het uitgangspunt dat deze openbaar wordt gemaakt.

Een versterking van de actieve openbaarheid onder de nieuwe Woo

In de nieuwe Woo zal het recht van burgers op toegang tot publieke informatie worden versterkt door nadere invulling van de actieve openbaarmaking. Nog voordat om bepaalde informatie wordt verzocht zijn overheidsinstanties verplicht om de aangewezen categorieën informatie, waaronder persoonlijke beleidsopvattingen, tijdig en actief openbaar te maken. In lijn met de beoogde ruimere informatievoorziening is de definitie van een persoonlijke beleidsopvatting aangescherpt in het eerste lid van artikel 5.2 van de Woo. Bovendien is het uitgangspunt in artikel 5.3 van de Woo dat informatie ouder dan vijf jaar eveneens openbaar wordt gemaakt. Andere belangrijke veranderingen in dit kader zijn: er komt een onafhankelijk adviescollege openbaarheid en informatiehuishouding; bestuursorganen gaan aan de slag met het op orde krijgen van de informatiehuishouding, daartoe is ook de Regeringscommissaris aangesteld; en elk bestuursorgaan dat onder de Woo valt krijgt een contactfunctionaris aangewezen waar iedere burger terecht kan met vragen over de beschikbaarheid van overheidsinformatie.

Belangrijke veranderingen met betrekking tot de passieve openbaarheid

De termijn voor het afhandelen van een verzoek tot openbaarmaking wordt op grond van artikel 4.4 van de Woo maximaal vier weken, met een mogelijke verlenging van twee weken. Deze beslistermijn is gelijk gebleven aan de termijn in de Wob. De bevoegdheid tot uitstel in het tweede lid is ten opzichte van de Wob met twee weken verkort tot twee weken. De instructie voor het behandelen van Woo-verzoeken aan bestuursorganen is hier te vinden.

Uitzondering op plicht tot openbaarmaking onder Wet open overheid

Verder zijn de in het nieuwe artikel 5.1 opgenomen uitzonderingsgronden, op basis waarvan het openbaar maken van informatie op grond van de Woo achterwege blijft, noemenswaardig. Hierbij is grotendeels aansluiting gezocht bij artikel 10 van de Wob en de bijbehorende jurisprudentie daaromtrent. Ten opzichte van de Wob is evenwel een relatieve uitzonderingsgrond toegevoegd: een zelfstandige wettelijke grond betreffende het goed functioneren van de Staat, andere publiekrechtelijke lichamen en bestuursorganen. Deze grond is in de verschillende rechterlijke uitspraken geformuleerd als een vorm van onevenredige bevoordeling of benadeling van de overheid, en wordt in de Woo als aparte uitzonderingsgrond opgenomen, zodat vast staat dat deze jurisprudentie wordt gehandhaafd. Openbaarheid kan teweegbrengen dat bij onderzoeken in toekomstige gevallen terughoudend wordt verklaard aan bijvoorbeeld de rijksrecherche of een rekenkamer. De gedachtegang achter de expliciete codificatie van desbetreffende jurisprudentie blijkt als volgt uit de memorie van toelichting:

‘Het goed functioneren van de overheid is ook in het geding, indien een bestuursorgaan, bij de oplossing van een probleem in overleg treedt met andere bestuursorganen of met derden. (…) In een dergelijk overleg kan het belang van vertrouwelijkheid als voorwaarde voor het goed functioneren van een bestuursorgaan zwaarder wegen dan het belang van openbaarheid, waardoor ook de prognoses en beleidsalternatieven ter bescherming van het belang van het goed functioneren van het bestuursorgaan kunnen worden geweigerd.’

“Gevaar goed functioneren bestuur“ als uitzonderingsgrond openbaar maken informatie

In de praktijk zal het gebruik van de zelfstandige weigeringsgrond uit de Woo uitmonden in een wezenlijk nuanceverschil: waar het voorheen ging om een onevenredige benadeling op grond van de Wob, zal dit voortaan geschaard worden onder het goed functioneren van de Staat. De discussie verschuift derhalve van wanneer openbaring ‘onevenredig benadelend’ is naar wanneer openbaring het ‘goed functioneren’ zou kunnen raken. In dit kader is een mogelijke verwachting dat het voor bestuursorganen onder de Woo ietwat eenvoudiger wordt om correspondentie tussen bestuursorganen te weigeren openbaar te maken.

De restgrond betreffende het “voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling“, in de praktijk niet zelden als vangnet wordt gebruikt dan wel misbruikt, is deze onder de Woo ook grondig herzien. Zo kan de grond niet meer subsidiair worden gebruikt naast andere uitzonderingsgronden en is deze slechts van toepassing in uitzonderlijke gevallen.

Blenheim procedeert regelmatig over openbaarmaking van bestuurlijk informatie. U kunt vrijblijvend contact opnemen met het team bestuursrecht.