Het bestemmingsplan kan aan een locatie de bestemming detailhandel toekennen. Die locatie kan dan voor detailhandel gebruikt worden. In het bestemmingsplan kan ook opgenomen worden ruimte voor detailhandel, bijvoorbeeld een supermarkt, uitgebreid kan worden, de zogenaamde wijzigingsbevoegdheid. De gemeente kan en besluit nemen om gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid van het bestemmingsplan. Aan uitbreiding van detailhandel in een bestemmingsplan dient echter voldoende onderbouwing gegeven te worden. Dat dient te gebeuren door een toelichting bij het bestemmingsplan. Voor de uitbreiding van detailhandel dienen de inzichten over de uitvoerbaarheid en gevolgen van het plan duidelijk gemaakt te worden.
Wijziging bestemmingplan met wijzigingsbevoegdheid; uitbreiding bestemming detailhandel
Het is ook mogelijk dat in het bestemmingsplan al een mogelijkheid tot vrijstelling of ontheffing voor extra detailhandel is “ingebouwd”, bijvoorbeeld door middel van een zogenaamde wijzigingsbevoegdheid. Door gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid kan de gemeente op die manier extra oppervlakte aan detailhandel binnen de gemeente laten ontstaan. Daar zijn echter strenge eisen aan. Uit een uitspraak van de Raad van State van 13 augustus 2014 (inzake Gemeente Haarlemmermeer) blijkt dat de gemeente soms te lichtvaardig meent om maar onbeperkt oppervlakte voor winkelruimte te kunnen toevoegen.
Overaanbod winkels, leegstand winkels en regionale behoefte aan detailhandel
De rechter overweegt in die zaak dat de toelichting van de mogelijkheid extra detailhandel toe te voegen een beoordeling dient te zijn van de actuele, regionale behoefte aan nieuwe detailhandel in relatie tot het bestaande aanbod aan detailhandel. Dat betekent dat ook gemotiveerd dient te worden hoe en op welke wijze rekening is gehouden met (het voorkomen van) winkelleegstand. Het bestemmingsplan is er overigens niet voor bedoeld om de concurrentieverhoudingen, bijvoorbeeld tussen supermarkten, te regelen.
Ruimtelijke onderbouwing detailhandel bij wijziging bestemmingsplan
Volgens de Raad van State moet inzichtelijk gemaakt zijn dat het plan geen zodanige leegstand tot gevolg heeft, dat uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening een onaanvaardbare situatie van winkelaanbod ontstaat in de betreffende regio. Relevant daarbij zijn overwegingen of sprake is van overaanbod, uitbreidingsruimte in detailhandel voor dagelijkse of niet-dagelijkse goederen, toekomstige bevolkingsgroei en dergelijke.
Beroep tegen uitbreiding detailhandel gegrond verklaard door Raad van State
In de uitspraak inzake de gemeente Haarlemmermeer bevatte het bestemmingsplan ook een dergelijke bepaling dat extra detailhandelsruimte gecreëerd kon worden. Deze wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan is door de Raad van State vernietigd, aangezien niet was aangetoond dat sprake was van voldoende onderbouwing van extra winkelmeters. Zo ontbrak bijvoorbeeld een distributie planologisch onderzoek en andere relevante rapportage om de behoefte aan extra winkelaanbod te kunnen onderbouwen.
Lees daarover de uitspraak van de Raad van State van woensdag 13 augustus 2014 met nummer 201308486/1/R1 op de website www.raadvanstate.nl.