6 juni 2022

Geconfronteerd met de opzegging van uw hypothecaire financiering?

Categorie: Financieel recht

Dinsdag 7 april 2020 zijn banken en verzekeraars met de rijksoverheid overeengekomen dat tot tenminste 1 juli 2020 geen gedwongen woningverkopen zullen plaatsvinden vanwege achterstallige betalingen. Dit besluit is genomen vanwege de ernst van de corona-pandemie en de noodzaak om een woning te hebben. Deze regeling geldt ook als eigenaren al betalingsregeling(en) met hun bank hebben afgesproken of bijzonder beheer onvoldoende soelaas biedt.

In het nieuwsbericht van de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) wordt aangegeven dat gedwongen verkoop maar zo’n 500 keer per jaar voorkomt, omdat hypotheekverstrekkers veel aandacht zouden besteden aan vroegtijdige signalering van betalingsproblemen. Het NVB meldt ook dat door begeleiding van de klant door de hypotheekverstrekker gedwongen verkopen vaak worden voorkomen. Wellicht een kritische noot, maar waar ziet die begeleiding op? Ik kan mij niet voorstellen dat de hypotheekverstrekker de klant aan een baan helpt. Het zou eventueel gelegen kunnen zijn in de begeleiding van de onderhandse verkoop van de woning.

Overigens geldt deze regeling niet als partijen tot de conclusie zijn gekomen dat ook op de langere duur de hypothecaire lasten niet door de eigenaar kunnen worden gedragen. In sommige gevallen is verkoop van de woning dan toch de beste oplossing om verdere betalingsachterstanden te voorkomen. Wellicht vanzelfsprekend, maar deze uitzondering voor het uitstel van de gedwongen verkoop geldt ook niet wanneer er sprake is van onder andere fraude, criminele activiteiten, oneigenlijk gebruik van de woning, bedreiging of leegstand.

Dat gezegd hebbende, het uitstel van gedwongen verkoop van de woningen geldt tot 1 juli 2020, maar hoe zit het eigenlijk in de ‘normale’ situatie? Mag de bank zomaar een bancaire relatie opzeggen en de woning gedwongen in de verkoop zetten?

Hoe behandelen banken achterstallige betalingen normaal? Opzegging mogelijk?

In mijn commentaar&ctx=WKNL_CSL_127) bij de uitspraak van 23 november 2018 gaf ik al kort aan hoe het juridisch zit ten aanzien van de opzegging van de bancaire relatie.

De bank heeft in de meeste gevallen een contractuele opzeggingsbevoegdheid. Daar kan zij gebruik van maken, tenzij de opzegging van de bancaire relatie naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (zijnde een beroep op art. 6:248 BW). Of de opzegging naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, wordt beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval, te denken valt aan de hoogte van de betalingsachterstanden, de omvang van de zekerheid die de bank heeft ten opzichte van het uitstaande financieringsbedrag, de toekomstperspectieven van de klant, et cetera. Dit soort omstandigheden zijn relevant om mee te wegen in de beoordeling of er wel een zwaarwegende grond voor de bank is om een bancaire relatie op te zeggen.

Zorgplicht banken bij opzegging van fianciering

Bij deze beoordeling speelt de zorgplicht van de bank ook een rol. De zorgplicht is opgenomen in artikel 2 van de Algemene Bankvoorwaarden (ABVW). In het kort staat in deze bepaling opgenomen dat de bank zo goed mogelijk rekening dient te houden met de belangen van de klant en dat zij dient zorg te dragen voor een zorgvuldige dienstverlening. Deze regel geldt altijd, ook in het geval deze tegenstrijdig is met een andere regel uit de Algemene Bankvoorwaarden. Daar staat tegenover dat de klant ook zorgvuldig dient te handelen jegens de bank. Zo dient een klant vragen van de bank zorgvuldig te beantwoorden.

Dat gezegd hebbende, als er achterstallige betalingen zijn, betekent dat nog niet meteen dat uw bank over kan gaan tot opzegging van de bancaire relatie. Het is echter wél een reden tot opzegging en in sommige gevallen is het zwaarwegend genoeg. Het hangt helemaal van de situatie af: is er een kleine achterstand die binnen korte termijn kan worden ingelopen? Dan kan goed betoogd worden dat de opzegging van de gehele bancaire relatie en dus de (gedwongen) verkoop van uw woning niet redelijk is/niet in verhouding staat. Het kan ook zijn dat er sprake is van een langdurige achterstand en er geen zicht is op betaling van die achterstand. In dergelijke gevallen zal het moeilijker zijn om een opzegging aan te vechten. In ieder geval, iedere situatie is uniek en dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.

Mocht u daarover vragen of opmerkingen hebben, aarzelt u dan niet om contact op te nemen met Blenheim.