15 augustus 2023

Toezicht overheid en handhaving

Categorie: Bestuursrecht

Een bestuursorgaan zoals een gemeente of Provincie, maar ook de Nvwa, AFM of Autoriteit Consument & Markt (ACM) moet toezicht houden. Bij overtreding van regelgeving moet het bestuursorgaan, bijvoorbeeld een toezichthouder of de gemeente, handhaven. Handhaving van een overtreding is nodig als bijvoorbeeld derden schade leiden; bijvoorbeeld een beleggingsproduct is in strijd met regelgeving en een koper van het product dreigt zijn geld kwijt te raken). Of een aannemer heeft op en bouwterrein ene gevaarlijk constructie geplaats waardoor voorbijgangers gewond kunnen raken. Of een milieuvergunning wordt overtreden en omwonenden hinder en overlast hebben. Of een telecomprovider de regel overtreedt waardoor consumenten te veel betalen. Het bevoegde bestuursorgaan kan dan een bestuurlijke boete opleggen, een last onder dwangsom of last onder bestuursdwang. Er geldt een beginselplicht tot handhaving tenzij beleid tot andere keuzes dwingt of sprake is van bijzondere omstandigheden om niet te handhaven.
Lees ook: schadevergoeding overheid.

Plicht tot handhaving overheid bij overtredingen

Het zou onjuist zijn om in algemene zin te stellen dat in het kader van de toezichthouders aansprakelijkheid in het geheel geen plicht tot handhaving van een overtreding zou bestaan, terwijl het anderzijds onjuist is te veronderstellen dat alleen met toepassing van een aantal; juridisch criteria een juiste betekenis aan de beginselplicht zou kunnen worden gehecht. Onbetwist uitgangspunt is toch wel: wanneer de toezichthouder daadwerkelijk een fout kan worden verweten, mag hij civielrechtelijk niet vrijuit gaan. De overheid pleegt dan een onrechtmatige daad. Afhankelijk van de bevoegdheid van een gemeente of bestuursorgaan, moet worden bepaald of en in hoeverre er sprake is van beleidsvrijheid om bij een overtreding niet tot handhaving over te gaan. De beleidsvrijheid om niet te handhaven is bijvoorbeeld beperkt indien het beleid aangeeft dat handhaving onderdeel van het beleid is. 

Lessen voor aansprakelijkheid overheid als toezichthouder uit Vie d’Or uitspraak

In deze uitspraak over toezichthouder aansprakelijkheid beoordeelde de rechter het doen en nalaten van een toezichthouder. Vooral de beleids- en beoordelingsvrijheid t.a.v. handhaving én hoe een uitgebreid bevoegdhedenarsenaal tot handhaving beoordeeld moet worden. Ook al is er sprake van beleidsvrijheid, het gaat erom of het bestuursorgaan als redelijk handelend toezichthouder heeft gehandeld. Criteria:

  1. aard van het toezicht: in de regel gaat het vooral om controle achteraf op de naleving van wettelijke normen.
  2. bij de uitoefening van haar toezicht en het al of niet gebruiken van de haar  bevoegdheden komt een bestuursorgaan een aanzienlijke beleids- en beoordelingsvrijheid toe. Dit brengt een terughoudende toetsing van de rechter met zich mee.
  3. vermogensbelang van het individu dient weliswaar zo goed mogelijk beschermd te worden, maar ook belangen van maatschappelijke aard en belangen van de overheid moeten in de afweging worden betrokken.

Criteria voor besluit tot handhaving toezichthouder

Bij de voorgaande afwegingen dienen ook de eisen van doelmatigheid, evenredigheid, proportionaliteit en subsidiariteit, alsmede de eventuele nadelige gevolgen van de te treffen maatregel tot handhaving mee te worden gewogen. In dit verband noemt de Hoge Raad ook de mogelijkheid van een toezichthouders dilemma. In de eerste plaats zal de rechter moeten meewegen in hoeverre het bestuursorgaan zelf heeft bijgedragen aan het ontstaan van het zojuist genoemde dilemma, bijvoorbeeld doordat zij ongunstige ontwikkelingen van structurele aard op hun beloop heeft gelaten. Wanneer een bestuursorgaan enigerlei maatregel treft, dient zij erop toe te zien dat deze maatregel het beoogde effect heeft en, mocht dit niet zo zijn, behoort zij een meer effectieve maatregel tot handhaving te nemen te nemen. Lees daarover ook: handhaving en gedogen.

Vraag onze advocaat bestuursrecht vrijblijvend advies over handhaving door de overheid of bezoek van de inspectie.