Hoogte boete Arbeidstijdenwet
Het overtreden van de Arbeidstijdenwet wordt sinds het begin van 2013 zwaarder bestraft. Er geldt per overtreding Arbeidstijdenwet een boetenormbedrag. In de Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete wegvervoer (boetecatalogus), die als bijlage 1 bij de Beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit vervoer (wegvervoer) is gevoegd, is het boetenormbedrag voor overtreding van artikel 4:3, eerste lid, van de Atw, gesteld op € 4.400,00 per persoon per overtreding per dag. De boetenormbedragen liggen tussen de € 200,- en € 10.000,-. Bij de berekening van het totale boetebedrag hanteert de Inspectie SZW een correctie voor het aantal werknemers (bijvoorbeeld 100 of meer werknemers, factor 1,5) en het maximum aantal medewerkers en gekeken wordt of het direct beboetbare overtreding van de Arbeidstijdenwet betreft: er is een aantal regels dat direct wordt beboet en waarvoor niet in eerste instantie een waarschuwing voor wordt gegeven door de inspectie SZW. Hiervoor geldt per overtreding 1,5 maal het boetebedrag, rekening houdend met de voorgaande correcties.
Matiging boete Arbeidstijdenwet
Volgens vaste jurisprudentie van de Raad van State Afdeling (zie onder meer de uitspraak van 31 oktober 2012 in zaak nr. 201202163/1/V6), bestaat reden tot matiging van de door de inspectie SZW opgelegde bestuurlijke boete tegen de werkgever indien op basis van de door de beboete werkgever overgelegde financiële gegevens moet worden geoordeeld dat hij door de opgelegde boete onevenredig wordt getroffen. Als de werkgever bij herhaling een norm overtreedt of als de overtreding de gezondheid van kinderen of de verkeersveiligheid in gevaar brengt, kan strafrechtelijke vervolging volgen. Vraag een advocaat bestuursrecht de boetebeschikking te beoordelen en of het zinvol is bezwaar aan te tekenen tegen de boetebeschikking van de inspectie SZW.
Termijn voor oplegging boete
Een advocaat bestuursrecht krijgt vaak de vraag of een jaar na de overtreding de inspectie SZW nog een boetebeschikking kan opleggen. Dat hangt van de feiten en omstandigheden af. De Raad van State in hoger beroep heeft overwogen (onder meer de uitspraak van de Afdeling van 29 januari 2014 in zaak nr. 201302106/1/A2),dat de redelijke termijn, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van het EVRM, is overschreden, indien de duur van de totale procedure onredelijk lang is. Bij een punitieve sanctie zoals een bestuurlijke boete van de arbeidsinspectie is in hoger beroep het uitgangspunt dat binnen vier jaar nadat die termijn is aangevangen uitspraak moet zijn gedaan. En die termijn loopt van moment dat de inspectie SZW een handeling heeft verricht waaraan deze in redelijkheid de werkgever verwachting kan ontlenen dat aan hem een boete zal worden opgelegd.