Eenzijdig wijzigingsbeding ontbreekt
Indien er geen eenzijdig wijzigingsbeding in de arbeidsovereenkomst is opgenomen, wordt getoetst aan het beginsel van goed werkgeverschap, op basis van artikel 7:611 BW. Op basis van dit principe moet worden bepaald of de werkgever, handelend als goed werkgever, gegronde redenen heeft om een wijziging van de arbeidsvoorwaarde voor te stellen. Vastgesteld moet worden of dit voorstel, rekening houdend met alle relevante omstandigheden van het geval, redelijk is. Vervolgens moet worden vastgesteld of van de werknemer, in het licht van deze relevante omstandigheden, kan worden verwacht dat hij de eenzijdige wijziging aanvaardt. Uit de jurisprudentie volgt dat de werknemer redelijke voorstellen van de werkgever moet aanvaarden.
Soms kan van de werkgever worden verwacht dat een afbouwregeling wordt toegepast. Ook kan voorafgaand aan de wijziging van de arbeidsvoorwaarden toestemming van de ondernemingsraad (indien van toepassing) nodig zijn.